Zakelijke communicatie is een belangrijk aspect van elke professionele omgeving, en het beheersen van de juiste woordenschat kan een groot verschil maken. In dit artikel gaan we dieper in op enkele essentiƫle zakelijke woorden in het Urdu, zodat je je communicatievaardigheden kunt verbeteren en zelfverzekerder kunt communiceren in een zakelijke context.
Basiswoorden voor zakelijke communicatie
ŲÆŁŲŖŲ± (daftar) – Kantoor: Een plaats waar administratieve en professionele activiteiten plaatsvinden.
ŪŁ
ŪŲ± Ų±ŁŲ² ŲµŲØŲ 9 ŲØŲ¬Ū ŲÆŁŲŖŲ± Ų¬Ų§ŲŖŪ ŪŪŚŗŪ
Ł
ŁŲ§Ų²Ł
(mulaazim) – Werknemer: Een persoon die in dienst is van een bedrijf of organisatie.
ŁŲ¦Ū Ł
ŁŲ§Ų²Ł
Ś©Ū ŲŖŁŲ±Ų±Ū Ś©Ł ŪŁŚÆŪŪ
Ł
Ų§ŁŚ© (maalik) – Werkgever: Een persoon of organisatie die mensen in dienst neemt.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū Ł
Ų§ŁŚ© ŲØŪŲŖ Ł
ŪŲ±ŲØŲ§Ł ŪŪŚŗŪ
ŲŖŁŲ®ŁŲ§Ū (tankhwaah) – Salaris: Het bedrag dat een werknemer periodiek ontvangt voor zijn werk.
Ų§Ų³ Ł
ŪŪŁŪ Ś©Ū ŲŖŁŲ®ŁŲ§Ū ŁŁŲŖ Ł¾Ų± Ł
Ł ŚÆŲ¦ŪŪ
Ł
Ų¹Ų§ŪŲÆŪ (moaahida) – Contract: Een juridisch bindende overeenkomst tussen twee of meer partijen.
ŪŁ
ŁŪ ŁŪŲ§ Ł
Ų¹Ų§ŪŲÆŪ Ų³Ų§Ų¦Ł Ś©ŪŲ§ ŪŪŪ
Communicatie en vergaderingen
Ł
ŪŁ¹ŁŚÆ (meeting) – Vergadering: Een bijeenkomst van mensen om zaken te bespreken en beslissingen te nemen.
Ų¢Ų¬ ŲÆŁŁ¾ŪŲ± Ś©Ł Ų§ŪŚ© Ų§ŪŁ
Ł
ŪŁ¹ŁŚÆ ŪŪŪ
Ų§ŪŲ¬ŁŚŲ§ (agenda) – Agenda: Een lijst van onderwerpen die tijdens een vergadering besproken zullen worden.
ŪŁ
ŁŪ Ł
ŪŁ¹ŁŚÆ Ś©Ų§ Ų§ŪŲ¬ŁŚŲ§ ŲŖŪŲ§Ų± Ś©Ų± ŁŪŲ§ ŪŪŪ
Ł¾Ų±ŪŲ²ŁŁ¹ŪŲ“Ł (presentation) – Presentatie: Het tonen van informatie aan een groep, vaak met behulp van visuele hulpmiddelen.
Ł
ŪŚŗ Ś©Ł Ų§Ł¾ŁŪ Ł¾Ų±ŪŲ²ŁŁ¹ŪŲ“Ł ŲÆŁŚŗ ŚÆŲ§Ū
Ų±Ł¾ŁŲ±Ł¹ (report) – Rapport: Een gedetailleerd verslag van een bepaalde situatie, activiteit of onderzoek.
ŪŁ
ŪŚŗ ŪŁŲŖŪ ŁŲ§Ų± Ų±Ł¾ŁŲ±Ł¹ ŲŖŪŲ§Ų± Ś©Ų±ŁŪ ŪŪŪ
ŲŖŲ¬Ų§ŁŪŲ² (tajaweez) – Voorstellen: IdeeĆ«n of plannen die ter overweging worden voorgelegd.
ŪŁ
ŁŪ Ł
ŪŁ¹ŁŚÆ Ł
ŪŚŗ Ś©Ų¦Ū ŲŖŲ¬Ų§ŁŪŲ² Ł¾ŪŲ“ Ś©ŪŚŗŪ
Financiƫn en administratie
ŲØŲ¬Ł¹ (budget) – Budget: Een schatting van inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode.
ŪŁ
ŪŚŗ Ų§Ų³ Ł¾Ų±ŁŲ¬ŪŚ©Ł¹ Ś©Ū ŁŪŪ ŁŪŲ§ ŲØŲ¬Ł¹ ŲØŁŲ§ŁŲ§ ŪŪŪ
ŲØŁ (bill) – Factuur: Een document waarin de verschuldigde bedragen voor goederen of diensten worden vermeld.
ŪŁ
ŁŪ Ś©Ł ŲØŲ¬ŁŪ Ś©Ų§ ŲØŁ Ų§ŲÆŲ§ Ś©ŪŲ§Ū
Ų§ŲÆŲ§Ų¦ŪŚÆŪ (adaigi) – Betaling: Het overmaken van geld in ruil voor goederen of diensten.
ŪŁ
ŁŪ ŲŖŁ
Ų§Ł
Ų§ŲÆŲ§Ų¦ŪŚÆŪŲ§Śŗ ŁŁŲŖ Ł¾Ų± Ś©Ū ŪŪŚŗŪ
Ł
ŲŲ§Ų³ŲØŪ (muhasbi) – Boekhouding: Het proces van het bijhouden en rapporteren van financiĆ«le transacties.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū Ś©Ł
Ł¾ŁŪ Ś©Ū Ł
ŲŲ§Ų³ŲØŪ ŲØŪŲŖ Ų“ŁŲ§Ł ŪŪŪ
ŲØŪŁŚ© (bank) – Bank: Een financiĆ«le instelling die geld beheert, leningen verstrekt en andere financiĆ«le diensten aanbiedt.
Ł
ŪŚŗ ŁŪ ŲØŪŁŚ© Ų³Ū ŁŲ±Ų¶ ŁŪŲ§ ŪŪŪ
Marketing en verkoop
Ł
Ų§Ų±Ś©ŪŁ¹ŁŚÆ (marketing) – Marketing: De activiteiten en strategieĆ«n die worden gebruikt om producten of diensten te promoten en verkopen.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū Ł
Ų§Ų±Ś©ŪŁ¹ŁŚÆ Ł¹ŪŁ
ŲØŪŲŖ Ł
ŲŁŲŖŪ ŪŪŪ
ŲŖŲ“ŪŪŲ± (tashheer) – Reclame: Het promoten van producten of diensten via verschillende media.
ŪŁ
ŁŪ Ł¹Ū ŁŪ Ł¾Ų± ŁŲ¦Ū ŲŖŲ“ŪŪŲ± Ų“Ų±ŁŲ¹ Ś©Ū ŪŪŪ
ŚÆŲ§ŪŚ© (gaahak) – Klant: Een persoon of organisatie die goederen of diensten koopt.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū ŚÆŲ§ŪŚ© ŪŁ
ŪŲ“Ū Ł
Ų·Ł
Ų¦Ł ŪŁŲŖŪ ŪŪŚŗŪ
ŁŲ±ŁŲ®ŲŖ (farokht) – Verkoop: Het proces van het overdragen van eigendom van goederen of diensten in ruil voor geld.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū ŁŲ±ŁŲ®ŲŖ Ł
ŪŚŗ Ų§Ų³ Ł
ŪŪŁŪ Ų§Ų¶Ų§ŁŪ ŪŁŲ§ ŪŪŪ
ŲØŲ§Ų²Ų§Ų± (bazaar) – Markt: Een plaats waar goederen en diensten worden verhandeld.
ŪŁŲŖŪ ŁŲ§Ų± ŲØŲ§Ų²Ų§Ų± Ł
ŪŚŗ ŲØŪŲŖ ŲØŚ¾ŪŚ ŪŁŲŖŪ ŪŪŪ
Management en strategie
Ų§ŁŲŖŲøŲ§Ł
(intizam) – Management: Het proces van het coƶrdineren en controleren van bedrijfsactiviteiten.
ŪŁ
Ų§Ų±Ų§ Ų§ŁŲŖŲøŲ§Ł
ŲØŪŲŖ Ł
ŁŲøŁ
ŪŪŪ
ŲŚ©Ł
ŲŖ Ų¹Ł
ŁŪ (hikmat-e-amli) – Strategie: Een plan van actie ontworpen om een lange termijn doel te bereiken.
ŪŁ
ŁŪ ŁŲ¦Ū ŲŚ©Ł
ŲŖ Ų¹Ł
ŁŪ ŲŖŪŲ§Ų± Ś©Ū ŪŪŪ
Ł¾Ų±ŁŲ¬ŪŚ©Ł¹ (project) – Project: Een tijdelijke onderneming gericht op het creĆ«ren van een uniek product of dienst.
ŪŪ Ł¾Ų±ŁŲ¬ŪŚ©Ł¹ ŚŚ¾ Ł
ŪŪŁŪ Ł
ŪŚŗ Ł
Ś©Ł
Ł ŪŁŚÆŲ§Ū
Ł
ŁŲµŲÆ (maqsad) – Doel: Een gewenste uitkomst die een persoon of organisatie probeert te bereiken.
ŪŁ
Ų§Ų±Ų§ Ł
ŁŲµŲÆ Ł
Ų¹ŪŲ§Ų± Ś©Ł ŲØŪŲŖŲ± ŲØŁŲ§ŁŲ§ ŪŪŪ
Ł¹ŪŁ
(team) – Team: Een groep mensen die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū Ł¹ŪŁ
ŲØŪŲŖ ŲØŲ§ŲµŁŲ§ŲŪŲŖ ŪŪŪ
Technologie en innovatie
Ł¹ŪŚ©ŁŲ§ŁŁŲ¬Ū (technology) – Technologie: Het gebruik van wetenschappelijke kennis voor praktische doeleinden, vooral in de industrie.
ŪŁ
Ų¬ŲÆŪŲÆ Ł¹ŪŚ©ŁŲ§ŁŁŲ¬Ū Ų§Ų³ŲŖŲ¹Ł
Ų§Ł Ś©Ų±ŲŖŪ ŪŪŚŗŪ
Ų³Ų§ŁŁ¹ ŁŪŲ¦Ų± (software) – Software: Programma’s en andere operationele informatie die door een computer worden gebruikt.
ŪŁ
ŁŪ ŁŪŲ§ Ų³Ų§ŁŁ¹ ŁŪŲ¦Ų± Ų§ŁŲ³Ł¹Ų§Ł Ś©ŪŲ§ ŪŪŪ
Ų¢Ų¦Ū Ł¹Ū (IT) – IT: Informatietechnologie, het gebruik van computers en telecommunicatie om informatie op te slaan, op te halen, te verzenden en te manipuleren.
Ų¢Ų¦Ū Ł¹Ū ŚŪŁ¾Ų§Ų±Ł¹Ł
ŁŁ¹ ŲØŪŲŖ Ł
ŲµŲ±ŁŁ ŪŪŪ
Ų§ŁŁŁŪŲ“Ł (innovation) – Innovatie: Het proces van het introduceren van nieuwe ideeĆ«n, methoden of producten.
ŪŁ
Ų§Ų±Ū Ś©Ł
Ł¾ŁŪ Ų§ŁŁŁŪŲ“Ł Ł¾Ų± Ų²ŁŲ± ŲÆŪŲŖŪ ŪŪŪ
ŚŪŁ¹Ų§ (data) – Data: Feiten en statistieken die verzameld worden voor analyse.
ŪŁ
ŁŪ ŲŖŁ
Ų§Ł
ŚŪŁ¹Ų§ Ł
ŲŁŁŲø Ś©Ų± ŁŪŲ§ ŪŪŪ
Met deze woorden en voorbeeldzinnen heb je nu een solide basis om je zakelijke woordenschat in het Urdu te verbeteren. Het is belangrijk om deze woorden regelmatig te oefenen en toe te passen in je dagelijkse zakelijke interacties. Blijf leren en je zult merken dat je steeds zelfverzekerder wordt in je communicatievaardigheden.