Het Tamil is een klassieke taal gesproken door miljoenen mensen in India, Sri Lanka en de Tamil diaspora wereldwijd. Bij het leren van een nieuwe taal is het essentieel om de woordenschat te kennen die betrekking heeft op verschillende aspecten van het leven. Dit artikel richt zich op de belangrijkste woorden die je moet kennen voor zowel het stads- als het plattelandsleven in het Tamil. Deze woorden zullen je helpen om een beter begrip te krijgen van het dagelijks leven in verschillende omgevingen.
மாநகரம் betekent ‘stad’ in Tamil. Het verwijst naar een groot en dichtbevolkt stedelijk gebied met uitgebreide infrastructuur.
மாநகரத்தில் பல்வேறு வசதிகள் உள்ளன.
மாடி மாளிகை betekent ‘flatgebouw’ of ‘appartementencomplex’. Deze structuren zijn kenmerkend voor stedelijke gebieden waar ruimte schaars is.
நாங்கள் மாடி மாளிகையில் வசிக்கிறோம்.
சந்தை betekent ‘markt’. Het is een plaats waar goederen worden gekocht en verkocht.
சந்தையில் காய்கறிகள் வாங்கினேன்.
பேருந்து நிலையம் betekent ‘busterminal’ of ‘busstation’. Dit is waar bussen stoppen om passagiers op te halen of af te zetten.
நான் பேருந்து நிலையத்தில் காத்திருந்தேன்.
அருங்காட்சியகம் betekent ‘museum’. Een plaats waar kunstvoorwerpen en historische items worden tentoongesteld.
நான் நேற்று அருங்காட்சியகத்திற்கு சென்றேன்.
விளையாட்டு மைதானம் betekent ‘sportveld’. Een open ruimte waar sportactiviteiten plaatsvinden.
அவர்கள் விளையாட்டு மைதானத்தில் கிரிக்கெட் விளையாடினர்.
வீதி betekent ‘straat’ of ‘weg’. Het verwijst naar een openbare weg in een stad of dorp.
இந்த வீதி மிகவும் பரபரப்பானது.
பூங்கா betekent ‘park’. Een openbare ruimte met gras, bomen en vaak speeltoestellen.
நாங்கள் பூங்காவில் நடந்தோம்.
நகராட்சி அலுவலகம் betekent ‘gemeentehuis’. Dit is waar het stadsbestuur gevestigd is.
நான் நகராட்சி அலுவலகத்தில் பணி செய்கிறேன்.
பள்ளி betekent ‘school’. Een instelling waar onderwijs wordt gegeven.
என் மகன் பள்ளிக்கு செல்கிறான்.
கிராமம் betekent ‘dorp’. Een kleine nederzetting met een lagere bevolkingsdichtheid dan een stad.
அவர் கிராமத்தில் வசிக்கிறார்.
விவசாயம் betekent ‘landbouw’. Het verwijst naar de activiteit van het verbouwen van gewassen en het fokken van dieren.
விவசாயம் கிராமப்புறத்தின் முதன்மை தொழிலாகும்.
வயல் betekent ‘akker’. Een stuk land waar gewassen worden geteeld.
அவர் வயலில் அரிசி பயிரிட்டார்.
நீர் வினை betekent ‘irrigatie’. Het proces van het kunstmatig aanvoeren van water naar landbouwgrond.
நீர் வினை விவசாயத்திற்கு மிகவும் அவசியமாகும்.
கோழிப்பண்ணை betekent ‘kippenboerderij’. Een plaats waar kippen worden gehouden voor eieren en vlees.
அவர் கோழிப்பண்ணை நடத்துகிறார்.
மாடுபண்ணை betekent ‘veeboerderij’. Een plaats waar vee zoals koeien en buffels worden gehouden.
அவர்கள் மாடுபண்ணையில் பசுக்கள் வளர்க்கிறார்கள்.
குளம் betekent ‘vijver’. Een kleine watermassa die vaak wordt gebruikt voor irrigatie of visserij.
கிராமத்தில் அழகிய குளம் உள்ளது.
மருத்துவமனை betekent ‘ziekenhuis’. Een plaats waar medische zorg wordt verleend.
கிராமத்தில் ஒரு சிறிய மருத்துவமனை உள்ளது.
சாலை betekent ‘weg’. Het verwijst naar een verharde weg in een dorp of plattelandsgebied.
இந்த சாலை நெடுஞ்சாலைக்கு செல்கிறது.
தண்ணீர் தொட்டி betekent ‘watertank’. Een container voor het opslaan van water, vaak gebruikt in dorpen voor huishoudelijk gebruik.
அவர்கள் தண்ணீர் தொட்டியில் நீர் சேமிக்கிறார்கள்.
தோட்டம் betekent ’tuin’. Een stuk grond waar planten, bloemen en soms groenten worden gekweekt.
என் பாட்டி தோட்டத்தில் வேலை செய்கிறார்.
வீடு betekent ‘huis’. Een plaats waar mensen wonen.
நாங்கள் புதிய வீட்டிற்கு மாறினோம்.
பூஜை betekent ‘gebed’ of ‘ceremonie’. Een religieuze activiteit die vaak thuis of in een tempel wordt uitgevoerd.
அவர்கள் தினமும் பூஜை செய்கிறார்கள்.
நடைபயிற்சி betekent ‘wandelen’. Een activiteit waarbij men loopt voor gezondheid of plezier.
அவர்கள் காலை நடைபயிற்சிக்கு செல்கிறார்கள்.
பசுமை betekent ‘groen’ of ‘natuur’. Het verwijst naar de aanwezigheid van planten en bomen.
கிராமத்தில் எல்லா இடமும் பசுமையாக உள்ளது.
குடும்பம் betekent ‘familie’. Een groep mensen die door bloed, huwelijk of adoptie met elkaar verbonden zijn.
என் குடும்பம் பெரியது.
வாழ்க்கை betekent ‘leven’. Het verwijst naar de manier waarop iemand zijn of haar dagen doorbrengt.
நான் இங்கே வாழ்க்கையை அனுபவிக்கிறேன்.
தொழில் betekent ‘werk’ of ‘beroep’. Het verwijst naar de activiteit die iemand doet voor een inkomen.
அவர் ஒரு ஆசிரியராக தொழில் செய்கிறார்.
விருந்தினர் betekent ‘gast’. Een persoon die op bezoek komt bij iemand anders.
நாங்கள் விருந்தினரை வரவேற்றோம்.
உணவு betekent ‘voedsel’. Alles wat gegeten wordt om energie en voedingsstoffen te verkrijgen.
அவர்கள் சுவையான உணவு சமைத்தனர்.
விழா betekent ‘festival’ of ‘viering’. Een speciale gebeurtenis die vaak met veel vreugde en rituelen wordt gevierd.
தீபாவளி விழா மிகுந்த மகிழ்ச்சியுடன் கொண்டாடப்பட்டது.
Door het leren van deze woorden krijg je een beter begrip van het dagelijkse leven, zowel in de stad als op het platteland in Tamil Nadu en andere Tamil-sprekende gebieden. Of je nu in een bruisende stad bent of in een rustig dorp, deze woordenschat helpt je om effectiever te communiceren en de cultuur beter te begrijpen. Veel succes met je taalstudie!
Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.
Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!
Duik in boeiende dialogen die zijn ontworpen om de taal optimaal te onthouden en spreekvaardigheid te verbeteren.
Ontvang direct persoonlijke feedback en suggesties om je taal sneller onder de knie te krijgen.
Leer via methoden die zijn afgestemd op jouw unieke stijl en tempo, zodat je op een persoonlijke en effectieve manier naar vloeiendheid toewerkt.