Het leren van een nieuwe taal kan een uitdaging zijn, maar met de juiste hulpmiddelen en zinnen kun je snel vooruitgang boeken. Tagalog, de nationale taal van de Filipijnen, is een prachtige taal die rijk is aan cultuur en geschiedenis. Voor beginners kan het nuttig zijn om te beginnen met enkele essentiële zinnen en woorden. In dit artikel zullen we enkele basiszinnen en woorden in het Tagalog bespreken, samen met hun betekenissen en voorbeeldzinnen.
Kumusta – Hallo / Hoe gaat het?
Kumusta ka?
Magandang umaga – Goedemorgen
Magandang umaga sa iyo.
Magandang hapon – Goedemiddag
Magandang hapon po.
Magandang gabi – Goedenavond
Magandang gabi mga kaibigan.
Salamat – Dank je wel
Salamat sa tulong mo.
Walang anuman – Graag gedaan / Geen probleem
Walang anuman, masaya akong makatulong.
Paalam – Tot ziens / Vaarwel
Paalam, ingat ka.
Ano – Wat
Ano ang pangalan mo?
Sino – Wie
Sino ang kausap mo?
Saan – Waar
Saan ka pupunta?
Kailan – Wanneer
Kailan ang iyong kaarawan?
Bakit – Waarom
Bakit ka malungkot?
Paano – Hoe
Paano ito gamitin?
Oo – Ja
Oo, gusto ko iyon.
Hindi – Nee
Hindi, salamat.
Pasensya na – Sorry / Excuseer me
Pasensya na kung naabala kita.
Magkano – Hoeveel kost het?
Magkano ang isang tiket?
Gusto ko – Ik wil
Gusto ko ng tubig.
Kailangan ko – Ik heb nodig
Kailangan ko ng tulong.
Pag-ibig – Liefde
Ang pag-ibig ay mahalaga.
Dito – Hier
Dito tayo maghintay.
Doon – Daar
Doon ang tindahan.
Kaliwa – Links
Lumiko ka sa kaliwa.
Kanan – Rechts
Lumiko ka sa kanan.
Diretso – Rechtdoor
Diretso lang tayo.
Malapit – Dichtbij
Malapit lang ang paaralan.
Malayo – Ver
Malayo ba ang biyahe?
Isa – Eén
Isa lang ang kailangan ko.
Dalawa – Twee
Dalawa ang anak ko.
Tatlo – Drie
Tatlo ang kaibigan ko.
Apat – Vier
Apat na taon na kami.
Limang – Vijf
Limang piso ito.
Marami – Veel
Marami akong gawain.
Kaunti – Weinig
Kaunti lang ang tao dito.
Maganda – Mooi
Maganda ang bulaklak.
Mabait – Vriendelijk
Mabait ang guro ko.
Masarap – Lekker
Masarap ang pagkain.
Mahal – Duur / Lief
Mahal ang damit na ito.
Mura – Goedkoop
Mura lang ang bilihin dito.
Mabigat – Zwaar
Mabigat ang bag ko.
Magaan – Licht
Magaan ang trabaho.
Kumain – Eten
Kumain na tayo.
Uminom – Drinken
Uminom ka ng tubig.
Matulog – Slapen
Matulog ka na.
Magtrabaho – Werken
Magtrabaho ako bukas.
Mag-aral – Studeren
Mag-aral ka nang mabuti.
Magluto – Koken
Magluto tayo ng hapunan.
Maglinis – Schoonmaken
Maglinis tayo ng bahay.
Dit zijn slechts enkele van de vele essentiële Tagalog-zinnen en woorden die je kunt leren als beginner. Het beheersen van deze zinnen zal je helpen om basisgesprekken te voeren en je zelfvertrouwen te vergroten bij het spreken van Tagalog. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en jezelf onder te dompelen in de taal door te luisteren naar Tagalog-muziek, films te kijken en te praten met moedertaalsprekers. Veel succes en geniet van je taalreis!
Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.
Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!
Duik in boeiende dialogen die zijn ontworpen om de taal optimaal te onthouden en spreekvaardigheid te verbeteren.
Ontvang direct persoonlijke feedback en suggesties om je taal sneller onder de knie te krijgen.
Leer via methoden die zijn afgestemd op jouw unieke stijl en tempo, zodat je op een persoonlijke en effectieve manier naar vloeiendheid toewerkt.