Slowaakse gerechten zijn rijk aan smaak en cultuur, en het leren van de bijbehorende woordenschat kan je helpen om deze culinaire traditie beter te begrijpen en waarderen. In dit artikel zullen we enkele belangrijke Slowaakse woorden bespreken die verband houden met traditionele gerechten. Deze woorden zullen je niet alleen helpen om recepten te begrijpen, maar ook om je ervaring in Slowaakse restaurants te verrijken.
Hoofdingrediënten
Zemiaky – Aardappelen. Aardappelen zijn een basisvoedsel in de Slowaakse keuken en worden op verschillende manieren bereid, zoals gekookt, gebakken, of gepureerd.
Moja babka varí najlepšie zemiaky na svete.
Kyslá kapusta – Zuurkool. Dit is gefermenteerde kool en een veelgebruikt ingrediënt in vele Slowaakse gerechten, vooral in de wintermaanden.
Mám rád kyslú kapustu s klobásou.
Bravčové mäso – Varkensvlees. Een veelgebruikt vlees in de Slowaakse keuken, vaak geroosterd of gestoofd.
Na večeru máme bravčové mäso so zemiakovou kašou.
Halušky – Een soort dumplings, vaak gemaakt van aardappelen en bloem. Dit is een van de meest iconische gerechten in Slowakije.
Dnes budeme variť halušky s bryndzou.
Bryndza – Schapenkaas. Deze romige en zoute kaas wordt vaak gebruikt in combinatie met halušky.
Moje obľúbené jedlo je bryndza s haluškami.
Kruiden en Specerijen
Cesnak – Knoflook. Knoflook wordt veel gebruikt in Slowaakse gerechten voor extra smaak.
Do polievky pridáme trochu cesnaku.
Čierne korenie – Zwarte peper. Een basis specerij die in veel gerechten wordt gebruikt.
Na mäso posypeme čierne korenie.
Majoránka – Marjolein. Deze kruid wordt vaak gebruikt in soepen en stoofschotels.
Do gulášu pridáme majoránku.
Rasca – Karwijzaad. Een veelgebruikt kruid in de Slowaakse keuken, vooral in brood en vleesgerechten.
Chlieb s rascou je veľmi chutný.
Paprika – Paprika. Dit kan zowel de groente als de specerij betekenen en wordt vaak gebruikt in stoofschotels en sauzen.
Do perkeltu pridáme červenú papriku.
Traditionele Gerechten
Bryndzové halušky – Dumplings met schapenkaas. Dit is het nationale gerecht van Slowakije en wordt vaak geserveerd met spek.
Včera sme mali na večeru bryndzové halušky.
Kapustnica – Zuurkoolsoep. Deze soep is een traditioneel gerecht, vooral tijdens de kerstperiode.
Na Vianoce vždy jeme kapustnicu.
Perkelt – Een soort stoofpot, vaak gemaakt met vlees en paprika. Het is vergelijkbaar met goulash.
Perkelt je najlepší s domácimi knedľami.
Guláš – Goulash. Een hartige stoofpot gemaakt van vlees, aardappelen en groenten.
V sobotu budeme variť guláš pre celú rodinu.
Lokše – Aardappelpannenkoeken. Deze worden vaak geserveerd met eendenvet of lever.
Lokše s kačacou masťou sú vynikajúce.
Dranken
Čaj – Thee. Een populaire warme drank in Slowakije, vaak geserveerd met honing en citroen.
Po obede si dám šálku čaju.
Káva – Koffie. Koffie wordt vaak gedronken in Slowakije, meestal zwart of met melk.
Ráno potrebujem šálku kávy na prebudenie.
Víno – Wijn. Slowakije heeft een bloeiende wijnindustrie en biedt zowel rode als witte wijnen.
Na večeru sme mali pohár červeného vína.
Pivo – Bier. Een populaire drank in Slowakije, vaak lokaal gebrouwen.
Po práci si rád dám pohár piva.
Medovina – Mede. Een traditionele Slowaakse drank gemaakt van honing en water.
Na trhoch sme ochutnali domácu medovinu.
Nagerechten
Koláče – Gebak. Dit zijn zoete gebakjes die vaak gevuld zijn met fruit, kaas of maanzaad.
Moja babka pečie najlepšie koláče.
Štrúdľa – Strudel. Een zoet deeg gevuld met appels, noten of ander fruit.
Na jeseň pečieme jablkovú štrúdľu.
Palacinky – Pannenkoeken. Deze dunne pannenkoeken kunnen zowel zoet als hartig zijn.
Na raňajky sme mali palacinky s marmeládou.
Trdelník – Een zoet gebak dat op een spit wordt gebakken en vaak bedekt is met suiker en noten.
Na jarmoku sme si kúpili čerstvý trdelník.
Makovník – Maanzaadrol. Een zoet brood gevuld met een rijke maanzaadvulling.
Na Vianoce pečieme makovník a orechovník.
Voorbereiding en Koken
Varíť – Koken. Dit is het algemene woord voor koken of voedsel bereiden.
Moja mama veľmi dobre varí.
Piecť – Bakken. Dit verwijst naar het bereiden van voedsel in de oven.
Babka pečie chlieb každý týždeň.
Vyprážať – Frituren. Dit betekent het bereiden van voedsel in hete olie.
Na obed máme vyprážaný syr s hranolkami.
Šúpať – Schillen. Dit betekent het verwijderen van de schil van groenten of fruit.
Musíme šúpať zemiaky na polievku.
Krájať – Snijden. Dit betekent het in stukken snijden van voedsel.
Krájame zeleninu na šalát.
Miešať – Roeren. Dit betekent het mengen van ingrediënten.
Treba miešať polievku, aby sa nepripálila.
Dochucovať – Op smaak brengen. Dit betekent het toevoegen van kruiden of specerijen om de smaak te verbeteren.
Treba dochucovať guláš soľou a korením.
Restaurantbezoek
Jedálny lístok – Menu. Dit is de lijst van gerechten en dranken die in een restaurant worden aangeboden.
Čašník nám priniesol jedálny lístok.
Objednať – Bestellen. Dit betekent het vragen om eten of drinken in een restaurant.
Chceme si objednať večeru.
Účet – Rekening. Dit is het bedrag dat je moet betalen voor je maaltijd.
Prosím, prineste nám účet.
Čašník – Ober. Dit is de persoon die je bedient in een restaurant.
Poprosím čašníka o ďalší pohár vína.
Rezervácia – Reservering. Dit betekent het van tevoren een tafel boeken in een restaurant.
Máme rezerváciu na šiestu hodinu.
Met deze woordenschat ben je goed voorbereid om traditionele Slowaakse gerechten te begrijpen en te genieten van de culinaire cultuur van Slowakije. Probeer deze woorden te gebruiken wanneer je een Slowaaks recept leest of wanneer je een Slowaaks restaurant bezoekt. Eet smakelijk!