De Poolse taal kan soms een uitdaging zijn, vooral als het gaat om specifieke woordenschat zoals die voor huren en onroerend goed. Het is echter essentieel om deze woorden en uitdrukkingen te kennen als je van plan bent om in Polen een woning te huren of te kopen. Dit artikel biedt een uitgebreide lijst van Poolse woorden en uitdrukkingen die nuttig zijn in de context van huren en onroerend goed.
Algemene Woordenschat
Wynajem – Huur
Dit woord betekent de actie van het huren van een woning of ander onroerend goed.
Muszę znaleźć wynajem przed końcem miesiąca.
Wynajmować – Verhuren
Dit is het werkwoord voor het verhuren van een woning of ander onroerend goed.
Chcę wynajmować moje mieszkanie studentom.
Najemca – Huurder
De persoon die een woning of ander onroerend goed huurt.
Najemca zgodził się na nowe warunki umowy.
Wynajmujący – Verhuurder
De persoon die een woning of ander onroerend goed verhuurt.
Wynajmujący odwiedził nas, żeby sprawdzić stan mieszkania.
Woning en Kenmerken
Mieszkanie – Appartement
Een zelfstandige wooneenheid in een gebouw.
Mieszkanie jest na trzecim piętrze.
Dom – Huis
Een zelfstandige woning, vaak met een tuin.
Kupiliśmy nowy dom na przedmieściach.
Pokój – Kamer
Een aparte ruimte binnen een woning.
Pokój jest bardzo przestronny i jasny.
Kuchnia – Keuken
De ruimte in een woning waar eten wordt bereid.
Kuchnia jest w pełni wyposażona.
Łazienka – Badkamer
De ruimte in een woning waar men zich wast en verzorgt.
Łazienka jest bardzo nowoczesna.
Salon – Woonkamer
De ruimte in een woning waar men ontspant en gasten ontvangt.
Salon jest urządzony w stylu skandynawskim.
Onroerend Goed Transacties
Umowa najmu – Huurcontract
Een juridisch document dat de voorwaarden van de huur vastlegt.
Podpisaliśmy umowę najmu na rok.
Kaucja – Borg
Een geldbedrag dat de huurder betaalt als garantie voor de verhuurder.
Musimy wpłacić kaucję w wysokości jednego czynszu.
Czynsz – Huurprijs
Het bedrag dat de huurder periodiek betaalt aan de verhuurder.
Czynsz jest płatny do dziesiątego każdego miesiąca.
Przegląd – Bezichtiging
Een bezoek aan een woning om deze te beoordelen voordat men besluit te huren of te kopen.
Mamy jutro przegląd nowego mieszkania.
Notariusz – Notaris
Een juridisch professional die betrokken is bij de overdracht van eigendom.
Musimy iść do notariusza, żeby podpisać akt notarialny.
Financiële Termen
Kredyt hipoteczny – Hypotheek
Een lening die men aangaat om onroerend goed te kopen.
Zdecydowaliśmy się na kredyt hipoteczny na 30 lat.
Rata – Termijnbetaling
Een periodieke betaling die deel uitmaakt van de aflossing van een lening.
Nasza rata kredytu hipotecznego jest dość wysoka.
Oprocentowanie – Rente
Het percentage dat men betaalt over een lening.
Oprocentowanie naszego kredytu jest stałe.
Juridische en Administratieve Termen
Akt notarialny – Notariële akte
Een officieel document dat de eigendomsoverdracht vastlegt.
Podpisaliśmy akt notarialny w obecności notariusza.
Własność – Eigendom
Het recht om een stuk onroerend goed te bezitten en te gebruiken.
Ta działka jest naszą własnością od wielu lat.
Prawnik – Advocaat
Een juridisch professional die advies en ondersteuning biedt bij juridische zaken.
Skonsultowaliśmy się z prawnikiem przed podpisaniem umowy.
Overige Nuttige Woorden
Agencja nieruchomości – Makelaarskantoor
Een bedrijf dat bemiddelt bij de aan- en verkoop of verhuur van onroerend goed.
Skorzystaliśmy z usług agencji nieruchomości, aby znaleźć mieszkanie.
Działka – Perceel
Een stuk grond dat men kan kopen of huren.
Kupiliśmy działkę na wsi, żeby zbudować tam dom.
Remont – Renovatie
Het proces van het vernieuwen of herstellen van een woning.
Planujemy remont kuchni w przyszłym miesiącu.
Umeblowany – Gemeubileerd
Een woning die voorzien is van meubels.
Mieszkanie jest w pełni umeblowane i gotowe do wprowadzenia.
Nieumeblowany – Ongemeubileerd
Een woning die niet voorzien is van meubels.
Wynajmujemy nieumeblowane mieszkanie, żeby móc je urządzić po swojemu.
Kamienica – Herenhuis
Een groot, vaak historisch gebouw met meerdere verdiepingen.
Kamienica, w której mieszkamy, ma ponad sto lat.
Blok – Flatgebouw
Een groot gebouw met meerdere wooneenheden.
Blok, w którym mieszkamy, ma dziesięć pięter.
Piętro – Verdieping
Een van de niveaus in een gebouw.
Nasze mieszkanie znajduje się na drugim piętrze.
Door deze woorden en hun gebruik in zinnen te leren, ben je beter voorbereid om te navigeren door de wereld van huren en onroerend goed in Polen. Onthoud dat het niet alleen belangrijk is om de woorden te kennen, maar ook om te begrijpen hoe je ze in de juiste context gebruikt. Veel succes met je taalstudie!