Poolse zinnen voor sociale media en communicatie

In de moderne tijd van digitale communicatie en sociale media is het belangrijk om jezelf in verschillende talen te kunnen uitdrukken. Als je Pools aan het leren bent, is het handig om een aantal nuttige zinnen en woorden te kennen die je kunt gebruiken op sociale media en in dagelijkse communicatie. Hieronder vind je een uitgebreide gids met Poolse zinnen en woorden, samen met hun betekenissen en voorbeeldzinnen.

Basiswoorden en -zinnen voor Sociale Media

Cześć – Hallo
Cześć! Jak się masz?
Dit is een informele begroeting die je kunt gebruiken om hallo te zeggen tegen vrienden en familie.

DzieÅ„ dobry – Goedemorgen / Goedendag
Dzień dobry! Jak się czujesz dzisiaj?
Gebruik dit om iemand ’s ochtends of gedurende de dag te begroeten.

Dobry wieczór – Goedenavond
Dobry wieczór! Jak minął twój dzień?
Dit is een beleefde manier om iemand ’s avonds te begroeten.

Do widzenia – Tot ziens
Do widzenia! Do zobaczenia jutro.
Gebruik dit om afscheid te nemen.

ProszÄ™ – Alsjeblieft
ProszÄ™, oto twoja kawa.
Dit kun je gebruiken als je iets aanbiedt of geeft.

DziÄ™kujÄ™ – Dank je
Dziękuję za pomoc!
Gebruik dit om iemand te bedanken.

Przepraszam – Sorry
Przepraszam, nie chciałem cię urazić.
Dit is een beleefde manier om je excuses aan te bieden.

Tak – Ja
Tak, zgadzam siÄ™ z tobÄ….
Gebruik dit om bevestigend te antwoorden.

Nie – Nee
Nie, nie mogę przyjść na spotkanie.
Gebruik dit om ontkennend te antwoorden.

Communiceren op Sociale Media

Co sÅ‚ychać? – Hoe gaat het?
Co słychać? Dawno cię nie widziałem.
Dit is een informele manier om te vragen hoe het met iemand gaat.

Wszystko w porzÄ…dku – Alles is goed
Wszystko w porządku, dziękuję za pytanie.
Gebruik dit om aan te geven dat alles goed gaat.

Åšwietnie – Geweldig
Świetnie się bawiłem na imprezie.
Dit kun je gebruiken om te zeggen dat je iets geweldig vond.

Gratulacje – Gefeliciteerd
Gratulacje z okazji ukończenia studiów!
Gebruik dit om iemand te feliciteren met een prestatie.

Powodzenia – Succes
Powodzenia na egzaminie!
Dit kun je zeggen om iemand succes te wensen.

Trzymaj siÄ™ – Hou je taai
Trzymaj się, wszystko będzie dobrze.
Dit is een bemoedigende zin.

MiÅ‚ego dnia – Fijne dag
Życzę ci miłego dnia!
Gebruik dit om iemand een fijne dag te wensen.

Co robisz? – Wat doe je?
Co robisz w weekend?
Dit is een manier om te vragen naar iemands activiteiten.

Jestem zajÄ™ty – Ik ben druk
Przepraszam, jestem zajęty teraz.
Gebruik dit om aan te geven dat je het druk hebt.

Nie rozumiem – Ik begrijp het niet
Nie rozumiem, możesz powtórzyć?
Dit is nuttig als je iets niet begrijpt.

Reacties en Interacties

Lubie to – Ik vind dit leuk
Lubie to! Świetne zdjęcie.
Dit gebruik je om een post leuk te vinden.

UdostÄ™pnij – Delen
Udostępnij ten post z przyjaciółmi.
Gebruik dit om iets te delen op sociale media.

Komentarz – Reactie
Dzięki za twój komentarz!
Dit gebruik je om te verwijzen naar een reactie op een post.

Obserwuj – Volgen
Obserwuj mnie na Instagramie.
Dit gebruik je om mensen te vragen je te volgen.

ZdjÄ™cie – Foto
To zdjęcie jest naprawdę piękne.
Gebruik dit om naar een foto te verwijzen.

Wideo – Video
Czy widziałeś to wideo?
Dit gebruik je om naar een video te verwijzen.

Post – Bericht/Post
Napisałem nowy post na blogu.
Gebruik dit om naar een bericht of post te verwijzen.

Tagować – Taggen
Taguję cię w tym poście.
Gebruik dit als je iemand tagt in een post.

Hasztag – Hashtag
Dodaj hasztag do swojego posta.
Gebruik dit om naar een hashtag te verwijzen.

Prywatna wiadomość – Privébericht
Wyślę ci prywatną wiadomość.
Gebruik dit om te zeggen dat je een privébericht stuurt.

Uitdrukkingen voor Dagelijkse Communicatie

Jak siÄ™ masz? – Hoe gaat het met je?
Jak się masz? Dawno się nie widzieliśmy.
Gebruik dit als je vraagt hoe het met iemand gaat.

Co nowego? – Wat is er nieuw?
Co nowego u ciebie?
Dit is een informele manier om te vragen wat er nieuw is.

Gdzie jesteÅ›? – Waar ben je?
Gdzie jesteÅ› teraz?
Gebruik dit om te vragen waar iemand is.

Kiedy siÄ™ spotkamy? – Wanneer ontmoeten we elkaar?
Kiedy siÄ™ spotkamy na kawÄ™?
Gebruik dit om een afspraak te maken.

Co chcesz robić? – Wat wil je doen?
Co chcesz robić w weekend?
Dit is een manier om te vragen naar de plannen van iemand.

Jestem w domu – Ik ben thuis
Jestem w domu, możesz przyjść.
Gebruik dit om aan te geven dat je thuis bent.

MuszÄ™ iść – Ik moet gaan
Przepraszam, muszę iść teraz.
Gebruik dit als je ergens heen moet gaan.

Do zobaczenia – Tot ziens
Do zobaczenia później!
Dit is een andere manier om afscheid te nemen.

Pomóż mi – Help me
Czy możesz mi pomóc?
Gebruik dit als je om hulp wilt vragen.

Jestem zmÄ™czony – Ik ben moe
Jestem zmęczony po pracy.
Gebruik dit om aan te geven dat je moe bent.

Emoties en Gevoelens

Jestem szczęśliwy – Ik ben gelukkig
Jestem szczęśliwy, że cię widzę.
Gebruik dit om aan te geven dat je gelukkig bent.

Jestem smutny – Ik ben verdrietig
Jestem smutny z powodu wiadomości.
Gebruik dit om aan te geven dat je verdrietig bent.

Jestem zÅ‚y – Ik ben boos
Jestem zły, bo zepsułeś moją rzecz.
Gebruik dit om aan te geven dat je boos bent.

Jestem podekscytowany – Ik ben opgewonden
Jestem podekscytowany nadchodzącą podróżą.
Gebruik dit om aan te geven dat je opgewonden bent.

Boje siÄ™ – Ik ben bang
Boje się ciemności.
Gebruik dit om aan te geven dat je bang bent.

Jestem zawiedziony – Ik ben teleurgesteld
Jestem zawiedziony wynikami.
Gebruik dit om aan te geven dat je teleurgesteld bent.

Jestem wdziÄ™czny – Ik ben dankbaar
Jestem wdzięczny za twoją pomoc.
Gebruik dit om aan te geven dat je dankbaar bent.

Jestem znudzony – Ik verveel me
Jestem znudzony czekaniem.
Gebruik dit om aan te geven dat je je verveelt.

Jestem dumny – Ik ben trots
Jestem dumny z moich dzieci.
Gebruik dit om aan te geven dat je trots bent.

Jestem rozczarowany – Ik ben teleurgesteld
Jestem rozczarowany wynikami egzaminu.
Gebruik dit om aan te geven dat je teleurgesteld bent.

Vragen en Antwoorden

Dlaczego? – Waarom?
Dlaczego nie przyszedłeś na spotkanie?
Gebruik dit om te vragen naar de reden van iets.

Kto? – Wie?
Kto to zrobił?
Gebruik dit om te vragen wie iets gedaan heeft.

Co? – Wat?
Co się stało?
Gebruik dit om te vragen wat er is gebeurd.

Kiedy? – Wanneer?
Kiedy masz czas?
Gebruik dit om te vragen naar het tijdstip.

Gdzie? – Waar?
Gdzie idziesz?
Gebruik dit om te vragen naar de locatie.

Jak? – Hoe?
Jak to zrobiłeś?
Gebruik dit om te vragen naar de manier waarop iets is gedaan.

Który? – Welke?
Który film chcesz obejrzeć?
Gebruik dit om te vragen naar een specifieke keuze.

Czy? – Is het?
Czy to prawda?
Gebruik dit om te vragen naar bevestiging.

Możesz? – Kun je?
Możesz mi pomóc?
Gebruik dit om te vragen of iemand iets kan doen.

Chcesz? – Wil je?
Chcesz iść na spacer?
Gebruik dit om te vragen of iemand iets wil doen.

Met deze gids heb je een stevige basis om te communiceren op sociale media en in dagelijkse gesprekken in het Pools. Oefen deze zinnen en woorden regelmatig om je taalvaardigheden te verbeteren en zelfvertrouwen op te bouwen in je communicatie. Veel succes met je taalleerreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller