Het Perzisch, ook wel bekend als Farsi, is een rijke en melodieuze taal die wordt gesproken in Iran, Afghanistan (Dari) en Tadzjikistan (Tadzjieks). Voor Nederlandse sprekers die Perzisch willen leren, zijn er enkele fundamentele woorden en uitdrukkingen die nuttig zijn voor dagelijkse gesprekken. Hier zijn enkele essentiƫle Perzische woorden en hun betekenissen.
Groeten en Basisuitdrukkingen
Ų³ŁŲ§Ł
(salaam) – Hallo
Een eenvoudige en beleefde manier om iemand te begroeten.
Ų³ŁŲ§Ł ! ŲŲ§Ł Ų“Ł Ų§ ŚŲ·ŁŲ± Ų§Ų³ŲŖŲ
Ų®ŲÆŲ§ŲŲ§ŁŲø (khodaa haafez) – Tot ziens
Een gebruikelijke manier om afscheid te nemen.
Ų®ŲÆŲ§ŲŲ§ŁŲø! ŁŲ±ŲÆŲ§ Ł ŪāŲØŪŁŁ ŲŖ.
ŲØŁŁ (bale) – Ja
Een positief antwoord op een vraag.
Ų¢ŪŲ§ Ų“Ł Ų§ Ų§ŪŲ±Ų§ŁŪ ŁŲ³ŲŖŪŲÆŲ ŲØŁŁ.
ŁŁ (na) – Nee
Een negatief antwoord op een vraag.
Ų¢ŪŲ§ Ų“Ł Ų§ Ų§ŁŚÆŁŪŲ³Ū ŲµŲŲØŲŖ Ł ŪāŚ©ŁŪŲÆŲ ŁŁ.
ŁŲ·ŁŲ§ (lotfan) – Alsjeblieft
Gebruikt om beleefdheid aan te geven wanneer je iets vraagt.
ŁŲ·ŁŲ§ ŪŚ© ŁŁŲ¬Ų§Ł ŚŲ§Ū ŲØŁ Ł Ł ŲØŲÆŁŪŲÆ.
Ł
ŲŖŲ“Ś©Ų±Ł
(moteshakkeram) – Dank u
Een beleefde manier om dankbaarheid te uiten.
Ł ŲŖŲ“Ś©Ų±Ł ŲØŲ±Ų§Ū Ś©Ł Ś© Ų“Ł Ų§.
Vragen en Antwoorden
ŚŲ·ŁŲ± (chetowr) – Hoe
Wordt gebruikt om te vragen naar de manier waarop iets gebeurt.
ŚŲ·ŁŲ± ŲØŁ Ų§ŪŁŲ¬Ų§ Ų¢Ł ŲÆŪŲ
Ś©Ū (key) – Wanneer
Gebruikt om naar tijd te vragen.
Ś©Ū ŲØŁ Ų®Ų§ŁŁ Ł ŪāŲ±ŁŪŲ
Ś©Ų¬Ų§ (kojaa) – Waar
Gebruikt om naar een plaats te vragen.
Ś©Ų¬Ų§ Ų²ŁŲÆŚÆŪ Ł ŪāŚ©ŁŪŲ
ŚŲ±Ų§ (cheraa) – Waarom
Gebruikt om naar de reden voor iets te vragen.
ŚŲ±Ų§ ŲÆŪŲ± Ś©Ų±ŲÆŪŲ
ŚŁ (che) – Wat
Gebruikt om naar iets specifieks te vragen.
ŚŁ ŚŪŲ²Ū Ł ŪāŲ®ŁŲ§ŁŪŲ
ŚŁ Ś©Ų³Ū (che kasi) – Wie
Gebruikt om naar een persoon te vragen.
ŚŁ Ś©Ų³Ū ŲØŲ§ Ų“Ł Ų§ ŲØŁŲÆŲ
Dagelijkse Activiteiten
Ų®ŁŲ±ŲÆŁ (khordan) – Eten
Een veelgebruikte werkwoord voor de handeling van eten.
Ł Ł Ł ŪāŲ®ŁŲ§ŁŁ ŁŲ§ŁŲ§Ų± ŲØŲ®ŁŲ±Ł .
ŁŁŲ“ŪŲÆŁ (nushidan) – Drinken
Een werkwoord dat wordt gebruikt voor het drinken.
Ų¢ŪŲ§ Ł ŪāŲ®ŁŲ§ŁŪŲÆ ŚŲ§Ū ŲØŁŁŲ“ŪŲÆŲ
Ų®ŁŲ§ŲØŪŲÆŁ (khaabidan) – Slapen
Een werkwoord voor de handeling van slapen.
Ų§Ł Ų²ŁŲÆ Ų®ŁŲ§ŲØŪŲÆ.
Ś©Ų§Ų± Ś©Ų±ŲÆŁ (kaar kardan) – Werken
Gebruikt om de handeling van werken te beschrijven.
Ł Ł ŁŲ± Ų±ŁŲ² Ų§Ų² Ų³Ų§Ų¹ŲŖ Ū¹ ŲŖŲ§ Ūµ Ś©Ų§Ų± Ł ŪāŚ©ŁŁ .
Ł
Ų·Ų§ŁŲ¹Ł Ś©Ų±ŲÆŁ (motaale’e kardan) – Studeren
Een werkwoord dat wordt gebruikt voor de handeling van studeren of lezen.
Ų§Ł ŲÆŲ± Ś©ŲŖŲ§ŲØŲ®Ų§ŁŁ Ł Ų·Ų§ŁŲ¹Ł Ł ŪāŚ©ŁŲÆ.
ŲØŲ§Ų²Ū Ś©Ų±ŲÆŁ (baazi kardan) – Spelen
Een werkwoord dat wordt gebruikt voor de handeling van spelen.
ŲØŚŁāŁŲ§ ŲÆŲ± Ł¾Ų§Ų±Ś© ŲØŲ§Ų²Ū Ł ŪāŚ©ŁŁŲÆ.
Nuttige Zelfstandige Naamwoorden
Ų®Ų§ŁŁ (khaane) – Huis
Een plaats waar iemand woont.
Ų®Ų§ŁŁ Ł Ł ŁŲ²ŲÆŪŚ© ŲØŁ Ł ŲÆŲ±Ų³Ł Ų§Ų³ŲŖ.
Ł
ŲÆŲ±Ų³Ł (madrese) – School
Een plaats waar onderwijs wordt gegeven.
Ų®ŁŲ§ŁŲ± Ł Ł ŲØŁ Ł ŲÆŲ±Ų³Ł Ł ŪāŲ±ŁŲÆ.
Ś©ŲŖŲ§ŲØ (ketaab) – Boek
Een verzameling van geschreven of gedrukte bladen.
Ł Ł ŪŚ© Ś©ŲŖŲ§ŲØ Ų¬ŲÆŪŲÆ Ų®Ų±ŪŲÆŁ .
Ł
Ų§Ų“ŪŁ (maashin) – Auto
Een voertuig dat wordt gebruikt voor transport.
Ł¾ŲÆŲ±Ł ŪŚ© Ł Ų§Ų“ŪŁ ŁŲ±Ł Ų² ŲÆŲ§Ų±ŲÆ.
ŲÆŁŲ³ŲŖ (dust) – Vriend
Een persoon met wie je een wederzijdse band hebt.
ŲÆŁŲ³ŲŖ Ł Ł Ų®ŪŁŪ Ł ŁŲ±ŲØŲ§Ł Ų§Ų³ŲŖ.
Ų®Ų§ŁŁŲ§ŲÆŁ (khaanewaade) – Familie
Een groep mensen die met elkaar verwant zijn.
Ł Ł Ų®Ų§ŁŁŲ§ŲÆŁ ŲØŲ²Ų±ŚÆ ŲÆŲ§Ų±Ł .
Tijd en Datum
Ų§Ł
Ų±ŁŲ² (emrooz) – Vandaag
De huidige dag.
Ų§Ł Ų±ŁŲ² ŁŁŲ§ Ų®ŪŁŪ Ų®ŁŲØ Ų§Ų³ŲŖ.
ŁŲ±ŲÆŲ§ (fardaa) – Morgen
De dag na vandaag.
ŁŲ±ŲÆŲ§ ŲØŁ Ł Ų³Ų§ŁŲ±ŲŖ Ł ŪāŲ±ŁŁ .
ŲÆŪŲ±ŁŲ² (dirooz) – Gisteren
De dag voor vandaag.
ŲÆŪŲ±ŁŲ² ŲØŲ§Ų±Ų§Ł Ł ŪāŲØŲ§Ų±ŪŲÆ.
Ų³Ų§Ų¹ŲŖ (saa’at) – Uur
Een eenheid van tijd.
Ų³Ų§Ų¹ŲŖ ŚŁŲÆ Ų§Ų³ŲŖŲ
ŲÆŁŪŁŁ (daghighe) – Minuut
Een eenheid van tijd, kleiner dan een uur.
Ł Ł Ł¾ŁŲ¬ ŲÆŁŪŁŁ ŲÆŪŲ± Ś©Ų±ŲÆŁ .
Ų«Ų§ŁŪŁ (saanie) – Seconde
Een eenheid van tijd, kleiner dan een minuut.
ŁŲ·ŁŲ§ ŚŁŲÆ Ų«Ų§ŁŪŁ ŲµŲØŲ± Ś©ŁŪŲÆ.
Emoties en Gevoelens
Ų®ŁŲ“ŲŲ§Ł (khoshhaal) – Blij
Een staat van geluk of vreugde.
Ł Ł Ų§Ų² ŲÆŪŲÆŁ Ų“Ł Ų§ Ų®ŁŲ“ŲŲ§Ł Ų“ŲÆŁ .
ŲŗŁ
ŚÆŪŁ (ghamgin) – Verdrietig
Een staat van verdriet of droefheid.
Ų§Ł ŲØŁ Ų®Ų§Ų·Ų± Ų®ŲØŲ± ŲØŲÆ ŲŗŁ ŚÆŪŁ Ų§Ų³ŲŖ.
Ų¹ŲµŲØŲ§ŁŪ (asabani) – Boos
Een staat van woede.
Ų§Ł ŲØŁ Ų®Ų§Ų·Ų± Ų±ŁŲŖŲ§Ų± Ų“Ł Ų§ Ų¹ŲµŲØŲ§ŁŪ Ų“ŲÆ.
ŲŖŲ±Ų³ŪŲÆŁ (tarside) – Bang
Een staat van angst.
ŲØŚŁāŁŲ§ Ų§Ų² ŲŖŲ§Ų±ŪŚ©Ū ŲŖŲ±Ų³ŪŲÆŁāŲ§ŁŲÆ.
Ł
Ų¶Ų·Ų±ŲØ (moztareb) – Zenuwachtig
Een staat van nervositeit of angst.
Ų§Ł ŁŲØŁ Ų§Ų² Ų§Ł ŲŖŲŲ§Ł Ł Ų¶Ų·Ų±ŲØ ŲØŁŲÆ.
Ų¢Ų±Ų§Ł
(aaraam) – Kalm
Een staat van rust of vrede.
ŲØŲ¹ŲÆ Ų§Ų² Ł ŲÆŪŲŖŪŲ“Ł Ų§Ł Ų¢Ų±Ų§Ł Ų“ŲÆ.
Richtingen en Plaatsen
ŚŁ¾ (chap) – Links
Een richting.
ŁŲ·ŁŲ§ ŲØŁ ŚŁ¾ ŲØŁ¾ŪŚŪŲÆ.
Ų±Ų§Ų³ŲŖ (raast) – Rechts
Een richting.
ŲØŲ§ŪŲÆ ŲØŁ Ų±Ų§Ų³ŲŖ ŲØŁ¾ŪŚŪŲÆ.
Ų¬ŁŁ (jelow) – Voor
Een plaatsbepaling.
Ł Ų§Ų“ŪŁ Ų¬ŁŁ Ų®Ų§ŁŁ Ł¾Ų§Ų±Ś© Ų“ŲÆŁ Ų§Ų³ŲŖ.
Ł¾Ų“ŲŖ (posht) – Achter
Een plaatsbepaling.
Ł¾Ų“ŲŖ ŲÆŲ±Ų®ŲŖ Ł¾ŁŁŲ§Ł Ų“ŲÆ.
ŲØŲ§ŁŲ§ (balaa) – Boven
Een plaatsbepaling.
Ł¾Ų±ŁŲÆŁ ŲØŲ§ŁŲ§ ŲÆŲ±Ų®ŲŖ ŁŲ“Ų³ŲŖŁ Ų§Ų³ŲŖ.
Ł¾Ų§ŪŪŁ (paayin) – Beneden
Een plaatsbepaling.
Ų§Ł Ł¾Ų§ŪŪŁ Ł¾ŁŁāŁŲ§ Ų§ŪŲ³ŲŖŲ§ŲÆŁ Ų§Ų³ŲŖ.
Conclusie
Het leren van deze fundamentele Perzische woorden kan je helpen om dagelijkse gesprekken te voeren en je begrip van de taal te verdiepen. Door regelmatig te oefenen en deze woorden in je dagelijkse leven te gebruiken, zul je merken dat je steeds comfortabeler wordt met het Perzisch. Blijf oefenen en wees niet bang om fouten te maken, want dat is een essentieel onderdeel van het leerproces. Veel succes met je taalleerreis!