Omgaan met geld is een essentieel onderdeel van het dagelijks leven, en het leren van de financiële woordenschat in een nieuwe taal kan soms een uitdaging zijn. In dit artikel zullen we enkele belangrijke Noorse financiële termen behandelen die je kunnen helpen om beter te navigeren in financiële gesprekken en situaties in Noorwegen.
Belangrijke Financiële Woorden in het Noors
Basiswoorden
Penger – Geld. Dit is het algemene woord voor geld in het Noors.
Jeg har ikke nok penger til å kjøpe den boken.
Bank – Bank. Een instelling waar je geld kunt storten, opnemen en beheren.
Jeg må gå til banken for å åpne en ny konto.
Konto – Rekening. Een plaats bij een bank waar je geld kunt bewaren.
Jeg har en sparekonto i DNB-banken.
Kontanter – Contant geld. Fysiek geld zoals munten en bankbiljetten.
Jeg betaler helst med kontanter på små butikker.
Kort – Kaart. Meestal verwijst dit naar een betaalkaart of een kredietkaart.
Kan jeg betale med kort her?
Rente – Rente. Het bedrag dat je betaalt voor het lenen van geld, of dat je ontvangt voor het sparen van geld.
Renten på boliglånet mitt er veldig høy.
Meer Gevorderde Termen
Investering – Investering. Het proces van geld uitgeven met de verwachting winst te maken.
Jeg vurderer å gjøre en investering i aksjemarkedet.
Avdrag – Afbetaling. Het bedrag dat je periodiek betaalt om een lening terug te betalen.
Månedlige avdrag på lånet er ganske høye.
Gjeld – Schuld. Het bedrag dat je verschuldigd bent aan een ander persoon of instelling.
Jeg har mye gjeld etter å ha kjøpt huset mitt.
Økonomi – Economie. De algemene toestand van financiële zaken, zowel persoonlijk als nationaal.
Norsk økonomi er sterk for øyeblikket.
Skatt – Belasting. Het geld dat je aan de overheid moet betalen over je inkomen, eigendom, etc.
Jeg må betale skatt på inntektene mine hvert år.
Budsjett – Begroting. Een plan voor hoe je je geld gaat uitgeven.
Vi må lage et budsjett for ferien vår.
Sparing – Sparen. Het proces van geld opzij zetten voor toekomstig gebruik.
Jeg er flink til å spare penger hver måned.
Specifieke Financiële Termen
Aksje – Aandeel. Een eenheid van eigendom in een bedrijf die je kunt kopen en verkopen.
Jeg har kjøpt noen aksjer i et teknologiselskap.
Utbytte – Dividend. Het deel van de winst van een bedrijf dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd.
Vi mottar utbytte fra våre aksjeinvesteringer hvert kvartal.
Inflasjon – Inflatie. De stijging van de prijzen van goederen en diensten over een periode.
Inflasjonen i Norge har vært stabil de siste årene.
Lån – Lening. Het geld dat je leent van een bank of een andere instelling dat je later moet terugbetalen.
Vi måtte ta et stort lån for å kjøpe huset vårt.
Rådgiver – Adviseur. Een persoon die professioneel advies geeft, bijvoorbeeld over financiële zaken.
Vi har en finansiell rådgiver som hjelper oss med investeringene våre.
Saldo – Saldo. Het bedrag van geld dat je op je bankrekening hebt.
Jeg sjekket saldoen min i nettbanken.
Praktische Toepassingen
Het kennen van deze termen is natuurlijk nuttig, maar hoe pas je ze toe in het dagelijks leven? Laten we enkele scenario’s bekijken waarin je deze financiële woordenschat kunt gebruiken.
Een Bankrekening Openen
Wanneer je naar een bank gaat om een rekening te openen, zul je waarschijnlijk enkele van de volgende termen horen en gebruiken:
Identifikasjon – Identificatie. Een document dat bewijst wie je bent, zoals een paspoort of ID-kaart.
Jeg må vise identifikasjon for å åpne en ny konto.
Innskudd – Storting. Het geld dat je op je rekening zet.
Jeg vil gjøre et innskudd på sparekontoen min.
Uttak – Opname. Het geld dat je van je rekening haalt.
Jeg trenger å gjøre et uttak for å betale husleien.
Gebyr – Kosten. De kosten die de bank in rekening brengt voor bepaalde diensten.
Banken tar et gebyr for internasjonale overføringer.
Dagelijkse Financiële Handelingen
In je dagelijks leven zul je vaak financiële termen tegenkomen, of je nu boodschappen doet, huur betaalt of met vrienden uitgaat.
Overføring – Overdracht. Het verplaatsen van geld van de ene rekening naar de andere.
Jeg må gjøre en overføring til utleieren min.
Saldoforespørsel – Saldo opvragen. Het controleren van hoeveel geld je op je rekening hebt.
Jeg bruker nettbanken for å gjøre en saldoforespørsel.
Betaling – Betaling. Het geld dat je geeft in ruil voor goederen of diensten.
Kan jeg gjøre en betaling med kort?
Veksel – Wisselgeld. Het geld dat je terugkrijgt als je contant betaalt en meer geeft dan het bedrag dat je verschuldigd bent.
Jeg fikk mye veksel tilbake etter å ha betalt med en 500-kroneseddel.
Belastingen en Overheid
Naast dagelijkse handelingen, is het belangrijk om de termen te kennen die te maken hebben met belastingen en andere overheidsgelden.
Selvangivelse – Belastingaangifte. Het proces waarbij je je inkomsten en aftrekposten aan de belastingdienst rapporteert.
Jeg må fylle ut selvangivelsen før fristen.
Mva – Btw. Belasting over de toegevoegde waarde die je betaalt op goederen en diensten.
Prisen inkluderer mva.
Avgift – Heffing. Een andere vorm van belasting die op specifieke goederen of diensten kan worden geheven.
Det er en avgift på sukkerholdige drikker i Norge.
Fradrag – Aftrek. Het bedrag dat je van je belastbaar inkomen kunt aftrekken.
Jeg fikk et fradrag for rentene jeg betalte på boliglånet.
Investeren en Beleggen
Voor degenen die geïnteresseerd zijn in investeren en beleggen, zijn er ook enkele specifieke termen die nuttig kunnen zijn.
Portefølje – Portefeuille. Een verzameling van investeringen zoals aandelen, obligaties, en andere activa.
Min investeringsportefølje har vokst betydelig i løpet av det siste året.
Risikostyring – Risicomanagement. Het proces van het identificeren, evalueren en prioriteren van risico’s bij investeringen.
God risikostyring er viktig for å beskytte investeringene dine.
Likviditet – Liquiditeit. Hoe snel en gemakkelijk een investering in contant geld kan worden omgezet.
Aksjer har generelt høy likviditet sammenlignet med eiendom.
Obligasjon – Obligatie. Een schuldbewijs dat een lening vertegenwoordigt die een belegger aan een entiteit (zoals een overheid of bedrijf) geeft.
Jeg har investert i statsobligasjoner for å få en sikker avkastning.
Avkastning – Rendement. De winst die je maakt op een investering.
Avkastningen på mine aksjer har vært veldig god i år.
Conclusie
Het leren van financiële woordenschat in het Noors is een belangrijke stap voor iedereen die in Noorwegen woont of zaken doet. Door deze termen te kennen en te begrijpen, kun je effectiever communiceren over geldzaken en betere financiële beslissingen nemen. Of je nu een bankrekening opent, je belastingaangifte invult, of investeert in aandelen, deze woorden zullen je helpen om de juiste stappen te nemen en je financiële doelen te bereiken.
Blijf oefenen met deze termen in je dagelijkse gesprekken en situaties, en je zult merken dat je steeds comfortabeler wordt met het gebruik van financiële woordenschat in het Noors. Veel succes met je taal- en financiële reis!