Als je een nieuwe taal leert, is het altijd nuttig om woorden te kennen die je helpen je persoonlijke identiteit en nationaliteit uit te drukken. In dit artikel zullen we een uitgebreide lijst van Nepalees vocabulaire behandelen die je kunt gebruiken om over jezelf te praten, inclusief je achtergrond, je familie, en je nationaliteit.
Persoonlijke Identiteit
Laten we beginnen met enkele basiswoorden die je kunt gebruiken om over jezelf te praten.
नाम (naam) – Naam
Je naam is een van de eerste dingen die je over jezelf deelt wanneer je met iemand praat.
मेरो नाम सारा हो।
उमेर (umera) – Leeftijd
Dit woord gebruik je om aan te geven hoe oud je bent.
मेरो उमेर २५ वर्ष हो।
लिङ्ग (linga) – Geslacht
Dit woord kan worden gebruikt om je geslacht te beschrijven.
मेरो लिङ्ग महिला हो।
व्यवसाय (vyavasaya) – Beroep
Wat je doet voor de kost, oftewel je beroep, is belangrijk om te delen.
मेरो व्यवसाय शिक्षक हो।
शौक (shauk) – Hobby’s
Dit woord gebruik je om te praten over wat je graag in je vrije tijd doet.
मेरो शौक गितार बजाउनु हो।
Familie en Relaties
Familie speelt een grote rol in onze identiteit. Hier zijn enkele woorden die je kunt gebruiken om over je familie te praten.
परिवार (parivar) – Familie
Dit woord is een algemene term voor familie.
मेरो परिवार सानो छ।
बुबा (buba) – Vader
Een belangrijk woord om over je vader te praten.
मेरो बुबा डाक्टर हुनुहुन्छ।
आमा (aama) – Moeder
Een belangrijk woord om over je moeder te praten.
मेरो आमा शिक्षक हुनुहुन्छ।
दाजु (daju) – Oudere broer
Dit woord gebruik je om naar je oudere broer te verwijzen.
मेरो दाजु इन्जिनियर हुनुहुन्छ।
दिदी (didi) – Oudere zus
Dit woord gebruik je om naar je oudere zus te verwijzen.
मेरो दिदी नर्स हुनुहुन्छ।
भाइ (bhai) – Jongere broer
Dit woord gebruik je om naar je jongere broer te verwijzen.
मेरो भाइ विद्यार्थी हो।
बहिनी (bahini) – Jongere zus
Dit woord gebruik je om naar je jongere zus te verwijzen.
मेरो बहिनी कलाकार हो।
Nationaliteit en Herkomst
Naast persoonlijke identiteit is het ook belangrijk om te kunnen praten over je nationaliteit en herkomst.
राष्ट्रियता (rastriyata) – Nationaliteit
Dit woord gebruik je om je nationaliteit aan te geven.
मेरो राष्ट्रियता नेपाली हो।
देश (desh) – Land
Dit woord gebruik je om het land waar je vandaan komt te beschrijven.
म नेपालबाट आएको हुँ।
शहर (sahar) – Stad
Dit woord gebruik je om de stad waar je vandaan komt te beschrijven.
म काठमाडौँमा बस्छु।
भाषा (bhasa) – Taal
Dit woord gebruik je om de taal die je spreekt aan te geven.
मेरो मातृभाषा नेपाली हो।
संस्कृति (sanskriti) – Cultuur
Dit woord gebruik je om de cultuur waar je deel van uitmaakt te beschrijven.
हाम्रो संस्कृति धेरै पुरानो छ।
परम्परा (parampara) – Traditie
Dit woord gebruik je om over je tradities te praten.
हाम्रो परम्परा धेरै रोचक छ।
Zelfbeschrijving en Persoonlijke Eigenschappen
Het is ook nuttig om woorden te kennen die je helpen jezelf te beschrijven en je persoonlijke eigenschappen te delen.
सकारात्मक (sakaratmak) – Positief
Dit woord gebruik je om een positieve eigenschap te beschrijven.
म निकै सकारात्मक व्यक्ति हुँ।
मेहनती (mehanati) – Hardwerkend
Dit woord gebruik je om iemand te beschrijven die hard werkt.
मेरो दाजु धेरै मेहनती व्यक्ति हुनुहुन्छ।
इमानदार (imandar) – Eerlijk
Dit woord gebruik je om een eerlijke persoon te beschrijven.
मेरो आमा धेरै इमानदार हुनुहुन्छ।
मित्रवत (mitrawat) – Vriendelijk
Dit woord gebruik je om een vriendelijke persoon te beschrijven.
म मित्रवत व्यक्तित्वको छु।
बुद्धिमान (buddhiman) – Intelligent
Dit woord gebruik je om een intelligente persoon te beschrijven.
मेरो भाइ बुद्धिमान छ।
रचनात्मक (rachanatmak) – Creatief
Dit woord gebruik je om een creatieve persoon te beschrijven.
मेरो बहिनी धेरै रचनात्मक छिन्।
Afsluiting
Door deze woorden te leren, kun je effectiever communiceren over je persoonlijke identiteit en nationaliteit in het Nepalees. Het helpt je niet alleen om jezelf beter te uiten, maar ook om een dieper begrip te krijgen van de cultuur en mensen om je heen. Blijf oefenen en gebruik deze woorden in je dagelijkse gesprekken om je taalvaardigheid te verbeteren. Veel succes met je studie van het Nepalees!