Het leren van een nieuwe taal gaat verder dan alleen grammatica en woordenschat. Het gaat ook om het begrijpen van culturele nuances en sociale structuren. Eén van de meest belangrijke aspecten van elke cultuur is de manier waarop familie en relaties worden benoemd en begrepen. In het Maleis, net zoals in veel andere talen, zijn er specifieke termen die verschillende familieleden en soorten relaties beschrijven. Deze termen kunnen helpen om de diepte en rijkdom van de Maleisische cultuur beter te begrijpen. In dit artikel zullen we enkele van de meest voorkomende Maleisische termen voor familie en relaties verkennen.
Ayah – Vader. Dit is de standaardterm voor een mannelijke ouder.
Ayah sedang bekerja di kebun.
Ibu – Moeder. Dit is de standaardterm voor een vrouwelijke ouder.
Ibu memasak di dapur.
Anak – Kind. Dit kan verwijzen naar zowel een zoon als een dochter.
Anak itu sedang bermain di taman.
Anak laki-laki – Zoon. Dit specificeert dat het kind mannelijk is.
Anak laki-laki itu pandai bermain bola.
Anak perempuan – Dochter. Dit specificeert dat het kind vrouwelijk is.
Anak perempuan itu suka menggambar.
Kakek – Grootvader. Dit is de term voor de vader van je vader of moeder.
Kakek saya tinggal di desa.
Nenek – Grootmoeder. Dit is de term voor de moeder van je vader of moeder.
Nenek memasak makanan tradisional.
Paman – Oom. Dit verwijst naar de broer van je vader of moeder, of de man van je tante.
Paman saya bekerja di kota.
Bibi – Tante. Dit verwijst naar de zus van je vader of moeder, of de vrouw van je oom.
Bibi saya sangat baik hati.
Sepupu – Neef of nicht. Dit verwijst naar de kinderen van je oom of tante.
Sepupu saya tinggal di luar negeri.
Suami – Echtgenoot. Dit is de term voor een mannelijke partner in een huwelijk.
Suami saya bekerja sebagai dokter.
Istri – Echtgenote. Dit is de term voor een vrouwelijke partner in een huwelijk.
Istri saya pandai memasak.
Mertua – Schoonouders. Dit verwijst naar de ouders van je echtgenoot of echtgenote.
Mertua saya sangat ramah.
Menantu – Schoonzoon of schoondochter. Dit verwijst naar de echtgenoot of echtgenote van je kind.
Menantu saya sangat sopan.
Ipar – Zwager of schoonzus. Dit verwijst naar de broer of zus van je echtgenoot of echtgenote.
Ipar saya suka berolahraga.
In de Maleisische cultuur is respect voor ouderen en familieleden zeer belangrijk. Termen zoals ayah en ibu worden vaak gebruikt met een diep gevoel van eerbied. Bovendien kunnen er extra woorden of honorifieke titels worden toegevoegd om nog meer respect te tonen. Bijvoorbeeld:
Pak – Een respectvolle manier om een oudere man aan te spreken, vaak gebruikt in plaats van ‘ayah’.
Pak Ahmad adalah seorang guru.
Mak – Een respectvolle manier om een oudere vrouw aan te spreken, vaak gebruikt in plaats van ‘ibu’.
Mak Siti pandai memasak.
Abang – Oudere broer. Dit wordt gebruikt om respect te tonen aan een oudere mannelijke broer.
Abang saya pandai bermain gitar.
Kakak – Oudere zus. Dit wordt gebruikt om respect te tonen aan een oudere vrouwelijke zus.
Kakak saya pandai menjahit.
Adik – Jongere broer of zus. Dit wordt gebruikt voor zowel mannelijke als vrouwelijke jongere broers en zussen.
Adik saya suka bermain dengan teman-temannya.
Datuk – Overgrootvader. Dit verwijst naar de vader van je grootvader of grootmoeder.
Datuk saya bercerita tentang masa lalu.
Nenek buyut – Overgrootmoeder. Dit verwijst naar de moeder van je grootvader of grootmoeder.
Nenek buyut saya masih sehat.
Cucu – Kleinkind. Dit verwijst naar de kinderen van je kinderen.
Cucu saya suka mendengarkan cerita.
Saudara – Familielid. Dit is een algemene term die kan verwijzen naar elk familielid.
Saudara saya tinggal di luar negeri.
Angkat – Adoptie. Dit woord wordt vaak gebruikt in combinatie met andere termen om adoptie aan te duiden.
Anak angkat saya sangat pintar.
Orang tua angkat – Adoptieouders. Dit verwijst naar de ouders die een kind hebben geadopteerd.
Orang tua angkat saya sangat baik.
Saudara angkat – Adoptiebroer of -zus. Dit verwijst naar de broers of zussen in een adoptiegezin.
Saudara angkat saya sangat ramah.
Teman – Vriend. Dit is een algemene term voor een vriend of kameraad.
Teman saya sangat lucu.
Sahabat – Beste vriend. Dit verwijst naar een zeer hechte vriend.
Sahabat saya selalu mendukung saya.
Tetangga – Buurman of buurvrouw. Dit verwijst naar iemand die naast je woont.
Tetangga saya sangat ramah.
Kenalan – Kennis. Dit verwijst naar iemand die je kent, maar niet zo goed als een vriend.
Kenalan saya bekerja di kantor pos.
Kekasih – Geliefde. Dit verwijst naar een romantische partner.
Kekasih saya sangat perhatian.
Pacar – Vriendje of vriendinnetje. Dit verwijst naar een romantische partner in een informele relatie.
Pacar saya suka menonton film.
Tunangan – Verloofde. Dit verwijst naar een persoon met wie je verloofd bent.
Tunangan saya bekerja sebagai insinyur.
Pasangan – Partner. Dit kan verwijzen naar een echtgenoot, echtgenote of lange-termijn partner.
Pasangan saya sangat mendukung karir saya.
Jodoh – Levenspartner. Dit verwijst naar een partner die als je lot wordt beschouwd.
Saya berharap menemukan jodoh saya segera.
Het begrijpen van deze termen en hun culturele context kan je helpen om beter te communiceren en diepere relaties op te bouwen met Maleisische sprekers. Familie en relaties zijn fundamentele aspecten van het menselijke leven, en door deze termen te leren, krijg je een dieper begrip van de Maleisische cultuur en samenleving.
Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.
Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!
Duik in boeiende dialogen die zijn ontworpen om de taal optimaal te onthouden en spreekvaardigheid te verbeteren.
Ontvang direct persoonlijke feedback en suggesties om je taal sneller onder de knie te krijgen.
Leer via methoden die zijn afgestemd op jouw unieke stijl en tempo, zodat je op een persoonlijke en effectieve manier naar vloeiendheid toewerkt.