Het leren van een nieuwe taal kan een opwindend maar ook uitdagend proces zijn. Een van de belangrijkste aspecten van elke taal is het vermogen om de tijd en datums te bespreken. In dit artikel zullen we ons richten op hoe je tijd en datums kunt bespreken in het Macedonisch. We zullen belangrijke woorden en uitdrukkingen behandelen, samen met hun Nederlandse vertalingen en voorbeeldzinnen om je te helpen deze concepten beter te begrijpen.
De Basis van Tijd en Datums in het Macedonisch
Om te beginnen, laten we enkele basiswoorden en uitdrukkingen leren die je nodig hebt om tijd en datums te bespreken.
време – tijd
Колку е времето?
In het Nederlands betekent dit: “Hoe laat is het?”
час – uur
Еден час има шеесет минути.
In het Nederlands betekent dit: “Een uur heeft zestig minuten.”
минута – minuut
Ми треба една минута да завршам.
In het Nederlands betekent dit: “Ik heb een minuut nodig om het af te maken.”
ден – dag
Денес е убав ден.
In het Nederlands betekent dit: “Vandaag is een mooie dag.”
недела – week
Една недела има седум дена.
In het Nederlands betekent dit: “Een week heeft zeven dagen.”
месец – maand
Јануари е првиот месец од годината.
In het Nederlands betekent dit: “Januari is de eerste maand van het jaar.”
година – jaar
Нова година започнува на први јануари.
In het Nederlands betekent dit: “Het nieuwe jaar begint op 1 januari.”
De Dagen van de Week
Het kennen van de dagen van de week is essentieel voor het plannen van activiteiten en het maken van afspraken. Hieronder staan de dagen van de week in het Macedonisch.
понеделник – maandag
Во понеделник започнува новата работна недела.
In het Nederlands betekent dit: “Op maandag begint de nieuwe werkweek.”
вторник – dinsdag
Во вторник имам состанок.
In het Nederlands betekent dit: “Op dinsdag heb ik een vergadering.”
среда – woensdag
Во среда одиме на пазар.
In het Nederlands betekent dit: “Op woensdag gaan we naar de markt.”
четврток – donderdag
Четврток е ден за тренинг.
In het Nederlands betekent dit: “Donderdag is een trainingsdag.”
петок – vrijdag
Во петок имаме кино вечер.
In het Nederlands betekent dit: “Op vrijdag hebben we filmavond.”
сабота – zaterdag
Во сабота се одмараме.
In het Nederlands betekent dit: “Op zaterdag rusten we uit.”
недела – zondag
Во недела одиме на прошетка.
In het Nederlands betekent dit: “Op zondag gaan we wandelen.”
De Maanden van het Jaar
Het kennen van de maanden van het jaar is ook belangrijk. Hier zijn de Macedonische namen voor de maanden van het jaar.
јануари – januari
Мојот роденден е во јануари.
In het Nederlands betekent dit: “Mijn verjaardag is in januari.”
февруари – februari
Во февруари има 28 или 29 дена.
In het Nederlands betekent dit: “Februari heeft 28 of 29 dagen.”
март – maart
Пролетта започнува во март.
In het Nederlands betekent dit: “De lente begint in maart.”
април – april
Во април често врне дожд.
In het Nederlands betekent dit: “In april regent het vaak.”
мај – mei
Во мај цутат цвеќињата.
In het Nederlands betekent dit: “In mei bloeien de bloemen.”
јуни – juni
Летото започнува во јуни.
In het Nederlands betekent dit: “De zomer begint in juni.”
јули – juli
Во јули одиме на одмор.
In het Nederlands betekent dit: “In juli gaan we op vakantie.”
август – augustus
Август е најтоплиот месец во годината.
In het Nederlands betekent dit: “Augustus is de warmste maand van het jaar.”
септември – september
Учебната година започнува во септември.
In het Nederlands betekent dit: “Het schooljaar begint in september.”
октомври – oktober
Во октомври паѓаат лисјата.
In het Nederlands betekent dit: “In oktober vallen de bladeren.”
ноември – november
Ноември е месец на есента.
In het Nederlands betekent dit: “November is een herfstmaand.”
декември – december
Во декември славиме Нова година.
In het Nederlands betekent dit: “In december vieren we Nieuwjaar.”
Het Uur en de Tijd Aangeven
Nu je de basiswoorden kent, laten we eens kijken hoe je de tijd kunt aangeven in het Macedonisch.
часовник – klok
Мојот часовник покажува точно време.
In het Nederlands betekent dit: “Mijn klok geeft de juiste tijd aan.”
утро – ochtend
Се будам рано наутро.
In het Nederlands betekent dit: “Ik sta vroeg in de ochtend op.”
пладне – middag
Ручекот е во пладне.
In het Nederlands betekent dit: “De lunch is in de middag.”
попладне – namiddag
Попладне одиме во парк.
In het Nederlands betekent dit: “In de namiddag gaan we naar het park.”
вечер – avond
Вечерата е во вечер.
In het Nederlands betekent dit: “Het avondeten is in de avond.”
ноќ – nacht
Ноќе е многу тивко.
In het Nederlands betekent dit: “Het is erg stil in de nacht.”
половина – half
Сега е половина четири.
In het Nederlands betekent dit: “Het is nu half vier.”
четвртина – kwart
Сега е четвртина до пет.
In het Nederlands betekent dit: “Het is kwart voor vijf.”
точно – precies
Сега е точно шест часот.
In het Nederlands betekent dit: “Het is precies zes uur.”
петнаесет – vijftien
Сега е петнаесет минути до три.
In het Nederlands betekent dit: “Het is vijftien minuten voor drie.”
триесет – dertig
Сега е триесет минути до шест.
In het Nederlands betekent dit: “Het is dertig minuten voor zes.”
Kalender en Datums
Hier zijn enkele andere nuttige woorden die je kunt gebruiken bij het bespreken van de kalender en datums.
датум – datum
Кој е денешниот датум?
In het Nederlands betekent dit: “Wat is de datum van vandaag?”
денес – vandaag
Денес е убав ден.
In het Nederlands betekent dit: “Vandaag is een mooie dag.”
вчера – gisteren
Вчера беше дождливо.
In het Nederlands betekent dit: “Gisteren was het regenachtig.”
утре – morgen
Утре ќе биде сончево.
In het Nederlands betekent dit: “Morgen zal het zonnig zijn.”
некогаш – ooit
Некогаш сакам да посетам Јапонија.
In het Nederlands betekent dit: “Ooit wil ik Japan bezoeken.”
секогаш – altijd
Тој секогаш доаѓа на време.
In het Nederlands betekent dit: “Hij komt altijd op tijd.”
никогаш – nooit
Таа никогаш не доцни.
In het Nederlands betekent dit: “Zij is nooit te laat.”
понекогаш – soms
Понекогаш одам на прошетки.
In het Nederlands betekent dit: “Soms ga ik wandelen.”
често – vaak
Тој често чита книги.
In het Nederlands betekent dit: “Hij leest vaak boeken.”
ретко – zelden
Таа ретко гледа телевизија.
In het Nederlands betekent dit: “Zij kijkt zelden televisie.”
Praktische Zinnen
Hier zijn enkele praktische zinnen die je kunt gebruiken om tijd en datums te bespreken in het Macedonisch.
Кога ќе се сретнеме? – Wanneer zullen we elkaar ontmoeten?
Кога ќе се сретнеме утре?
In het Nederlands betekent dit: “Wanneer zullen we elkaar morgen ontmoeten?”
Во колку часот започнува состанокот? – Hoe laat begint de vergadering?
Во колку часот започнува состанокот утре?
In het Nederlands betekent dit: “Hoe laat begint de vergadering morgen?”
Кој е денешниот датум? – Wat is de datum van vandaag?
Кој е денешниот датум?
In het Nederlands betekent dit: “Wat is de datum van vandaag?”
Колку е часот? – Hoe laat is het?
Колку е часот сега?
In het Nederlands betekent dit: “Hoe laat is het nu?”
Во колку часот ќе дојдеш? – Hoe laat kom je?
Во колку часот ќе дојдеш утре?
In het Nederlands betekent dit: “Hoe laat kom je morgen?”
Nu je deze woorden en zinnen hebt geleerd, ben je beter uitgerust om tijd en datums te bespreken in het Macedonisch. Het oefenen van deze woorden en zinnen in je dagelijkse gesprekken zal je helpen om je vaardigheden te verbeteren en zelfverzekerder te worden in het gebruik van het Macedonisch. Veel succes met je taalleerreis!