Het Lets, de officiƫle taal van Letland, heeft een rijke verzameling woorden en uitdrukkingen die verband houden met straten en wegen. Deze woorden kunnen nuttig zijn voor iedereen die door de straten van Riga of andere Letse steden wandelt, of gewoon de taal beter wil begrijpen. In dit artikel zullen we een aantal van deze termen verkennen, hun betekenissen uitleggen en voorbeeldzinnen geven om je te helpen ze in context te begrijpen.
Basiswegtermen
CeļŔ – Dit betekent “weg” in het Lets. Het is een algemene term die gebruikt wordt voor elke type weg, van snelwegen tot landwegen.
Šis ir garŔ ceļŔ uz Rīgu.
Iela – Dit betekent “straat”. Het wordt meestal gebruikt voor stedelijke wegen en straten binnen steden en dorpen.
MÄs dzÄ«vojam klusÄ ielÄ.
Å oseja – Dit betekent “snelweg” of “autoweg”. Dit woord wordt gebruikt voor grote wegen die steden en landen met elkaar verbinden.
MÄs braucÄm pa Å”oseju uz LiepÄju.
Krustojums – Dit betekent “kruispunt”. Dit is de plek waar twee wegen elkaar kruisen.
Pagriezieties pa kreisi pie nÄkamÄ krustojuma.
GÄjÄju pÄreja – Dit betekent “voetgangersoversteekplaats”. Dit is de plek waar voetgangers veilig de weg kunnen oversteken.
VienmÄr izmantojiet gÄjÄju pÄreju, lai ŔķÄrsotu ielu.
Richtingen en Locaties
Kreisais – Dit betekent “links”. Het wordt vaak gebruikt om de richting aan te geven.
Pagriezieties pa kreisi pie nÄkamÄ stÅ«ra.
Labais – Dit betekent “rechts”. Net als “links” wordt dit gebruikt om richting aan te geven.
Pagriezieties pa labi aiz veikala.
Taisni – Dit betekent “rechtdoor”. Dit woord wordt gebruikt om aan te geven dat je rechtdoor moet blijven gaan.
Turpiniet taisni līdz krustojumam.
StÅ«ris – Dit betekent “hoek”. Het wordt vaak gebruikt om de hoek van een straat of gebouw aan te geven.
Veikals atrodas uz nÄkamÄ stÅ«ra.
Centrs – Dit betekent “centrum”. Het verwijst meestal naar het stadscentrum of het centrale deel van een stad.
MÄs tikÄmies RÄ«gas centrÄ.
Wegomstandigheden en Kenmerken
BruÄ£is – Dit betekent “kinderkopjes” of “klinkers”. Dit zijn stenen die vaak gebruikt worden om straten te plaveien.
VecpilsÄtÄ ir daudz bruÄ£Ätu ielu.
Asfalts – Dit betekent “asfalt”. Dit is het materiaal dat vaak gebruikt wordt om moderne wegen te maken.
Å Ä« Å”oseja ir klÄta ar asfaltu.
Bedre – Dit betekent “kuil” of “put”. Dit is een gat in de weg dat veroorzaakt kan worden door slijtage of slechte weersomstandigheden.
Uz ceļa bija liela bedre.
ApvedceļŔ – Dit betekent “omleiding” of “bypass”. Dit is een alternatieve route die gebruikt wordt wanneer de hoofdweg geblokkeerd is.
Mums nÄcÄs izmantot apvedceļu.
Lukturi – Dit betekent “verkeerslichten”. Dit zijn de lichten die het verkeer regelen op kruispunten.
GaidÄ«sim, lÄ«dz lukturos iedegsies zaÄ¼Ä gaisma.
Vervoersopties en Voertuigen
AutomaŔīna – Dit betekent “auto”. Dit is het meest gebruikte vervoersmiddel op de weg.
Mums ir jauna automaŔīna.
Autobuss – Dit betekent “bus”. Dit is een openbaar vervoermiddel dat vaak gebruikt wordt in steden en dorpen.
Autobuss atiet no pieturas ik pÄc desmit minÅ«tÄm.
VelosipÄds – Dit betekent “fiets”. Dit is een populair vervoermiddel, vooral in stedelijke gebieden.
Es braucu uz darbu ar velosipÄdu.
Motocikls – Dit betekent “motorfiets”. Dit is een gemotoriseerd voertuig met twee wielen.
ViÅÅ” nopirka jaunu motociklu.
GÄjÄjs – Dit betekent “voetganger”. Dit is iemand die te voet reist.
GÄjÄjiem ir jÄievÄro ceļu satiksmes noteikumi.
Verkeersregels en Veiligheid
Ceļa zÄ«me – Dit betekent “verkeersbord”. Dit zijn de borden langs de weg die informatie geven over verkeersregels en richtingen.
Ceļa zÄ«mes norÄda Ätruma ierobežojumu.
Ätruma ierobežojums – Dit betekent “snelheidslimiet”. Dit is de maximale snelheid die toegestaan is op een bepaalde weg.
Ätruma ierobežojums Å”ajÄ ielÄ ir 50 km/h.
GÄjÄju pÄreja – Dit betekent “zebrapad”. Dit is de plek waar voetgangers veilig kunnen oversteken.
VienmÄr izmantojiet gÄjÄju pÄreju, lai ŔķÄrsotu ielu.
DroŔības josta – Dit betekent “veiligheidsgordel”. Dit is een riem die je moet dragen in een voertuig voor je eigen veiligheid.
VienmÄr piesprÄdzÄjieties ar droŔības jostu.
Satiksmes noteikumi – Dit betekent “verkeersregels”. Dit zijn de wetten en regels die het verkeer regelen.
Visiem vadÄ«tÄjiem ir jÄievÄro satiksmes noteikumi.
Nuttige zinnen voor onderweg
KÄ nokļūt lÄ«dz …? – Dit betekent “Hoe kom ik bij …?”. Het is een nuttige zin om de weg te vragen.
KÄ nokļūt lÄ«dz dzelzceļa stacijai?
Kur ir tuvÄkÄ …? – Dit betekent “Waar is de dichtstbijzijnde …?”. Deze zin kan gebruikt worden om te vragen naar de dichtstbijzijnde voorzieningen zoals een winkel of een toilet.
Kur ir tuvÄkÄ aptieka?
Vai Å”is ceļŔ ved uz …? – Dit betekent “Gaat deze weg naar …?”. Dit is handig om te vragen of je de juiste route volgt.
Vai Ŕis ceļŔ ved uz lidostu?
Cik tÄlu ir …? – Dit betekent “Hoe ver is …?”. Dit is handig om de afstand naar je bestemming te vragen.
Cik tÄlu ir lÄ«dz RÄ«gai?
Vai varu Å”eit novietot automaŔīnu? – Dit betekent “Kan ik hier parkeren?”. Dit is handig om te vragen of je je auto ergens mag parkeren.
Vai varu Ŕeit novietot automaŔīnu?
Door deze woorden en zinnen te leren, ben je beter voorbereid om door Letse steden en dorpen te navigeren. Of je nu een toerist bent of iemand die de Letse taal wil verbeteren, deze termen zullen je zeker van pas komen. Veel succes met je taalstudie en veilige reizen!