Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook een zeer lonende ervaring zijn. Een van de essentiƫle onderdelen van elke taal is het begrijpen van tijd en datums. In dit artikel zullen we enkele belangrijke uitdrukkingen en woorden in het Grieks bespreken die je zullen helpen om tijd en datums correct te gebruiken. We zullen de betekenis van elk woord uitleggen en een voorbeeldzin geven om het gebruik ervan in een context te laten zien.
Basisuitdrukkingen voor tijd
ĻĻĪ± – Dit betekent “uur” in het Grieks. Het is een basiswoord dat je vaak zult gebruiken wanneer je over tijd praat.
Ī¤Ī¹ ĻĻĪ± ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹;
Ī»ĪµĻĻĻ – Dit betekent “minuut”. Ook een essentieel woord voor het praten over tijd.
Ī ĪµĻĪÆĪ¼ĪµĪ½Īµ ĻĪĪ½ĻĪµ Ī»ĪµĻĻĪ¬.
Ī“ĪµĻ
ĻĪµĻĻĪ»ĪµĻĻĪæ – Dit betekent “seconde”. Het wordt gebruikt om kortere tijdsintervallen aan te geven.
Ī§ĻĪµĪ¹Ī¬Ī¶ĪæĪ¼Ī±Ī¹ ĪĪ½Ī± Ī“ĪµĻ
ĻĪµĻĻĪ»ĪµĻĻĪæ.
ĻĻĻĪÆ – Dit betekent “ochtend”. Het verwijst naar de eerste uren van de dag.
ĪĻ
ĻĪ½Ī¬Ļ Ī½ĻĻĪÆĻ ĻĪæ ĻĻĻĪÆ.
Ī¼ĪµĻĪ·Ī¼ĪĻĪ¹ – Dit betekent “middag”. Het verwijst naar het midden van de dag, meestal rond de lunchtijd.
Ī¤ĻĻĪ¼Īµ ĻĪæ Ī¼ĪµĻĪ·Ī¼ĪĻĪ¹.
Ī±ĻĻĪ³ĪµĻ
Ī¼Ī± – Dit betekent “namiddag”. Het refereert aan de uren na de middag en voor de avond.
ĪĪ± ĻĪ¬Ī¼Īµ Ī²ĻĪ»ĻĪ± ĻĪæ Ī±ĻĻĪ³ĪµĻ
Ī¼Ī±.
Ī²ĻĪ¬Ī“Ļ
– Dit betekent “avond”. Het verwijst naar de tijd vanaf de late namiddag tot het begin van de nacht.
ĪĪ»ĪĻĪæĻ
Ī¼Īµ ĻĪ·Ī»ĪµĻĻĪ±ĻĪ· ĻĪæ Ī²ĻĪ¬Ī“Ļ
.
Ī½ĻĻĻĪ± – Dit betekent “nacht”. Het verwijst naar de donkere uren van de dag, meestal wanneer mensen slapen.
Ī ĻĻĪ»Ī· ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī®ĻĻ
ĻĪ· ĻĪ· Ī½ĻĻĻĪ±.
Dagen van de week
ĪĪµĻ
ĻĪĻĪ± – Dit betekent “maandag”. Het is de eerste dag van de week in de Griekse cultuur.
Ī ĪĪµĻ
ĻĪĻĪ± ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· Ī±ĻĻĪ® ĻĪ·Ļ ĪµĪ²Ī“ĪæĪ¼Ī¬Ī“Ī±Ļ.
Ī¤ĻĪÆĻĪ· – Dit betekent “dinsdag”. De tweede dag van de week.
ĪĻĪæĻ
Ī¼Īµ Ī¼Ī¬ĪøĪ·Ī¼Ī± ĻĪ·Ī½ Ī¤ĻĪÆĻĪ·.
Ī¤ĪµĻĪ¬ĻĻĪ· – Dit betekent “woensdag”. De derde dag van de week.
Ī¤Ī·Ī½ Ī¤ĪµĻĪ¬ĻĻĪ· ĻĪ·Ī³Ī±ĪÆĪ½Ļ ĻĻĪæ Ī³Ļ
Ī¼Ī½Ī±ĻĻĪ®ĻĪ¹Īæ.
Ī ĪĪ¼ĻĻĪ· – Dit betekent “donderdag”. De vierde dag van de week.
Ī¤Ī·Ī½ Ī ĪĪ¼ĻĻĪ· ĪĻĪæĻ
Ī¼Īµ ĻĻ
Ī½Ī¬Ī½ĻĪ·ĻĪ·.
Ī Ī±ĻĪ±ĻĪŗĪµĻ
Ī® – Dit betekent “vrijdag”. De vijfde dag van de week en vaak de laatste werkdag.
Ī Ī Ī±ĻĪ±ĻĪŗĪµĻ
Ī® ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· Ī±Ī³Ī±ĻĪ·Ī¼ĪĪ½Ī· Ī¼ĪæĻ
Ī¼ĪĻĪ±.
Ī£Ī¬Ī²Ī²Ī±ĻĪæ – Dit betekent “zaterdag”. De zesde dag van de week en meestal een vrije dag.
Ī¤Īæ Ī£Ī¬Ī²Ī²Ī±ĻĪæ ĪøĪ± ĻĪ¬Ī¼Īµ ĪµĪŗĪ“ĻĪæĪ¼Ī®.
ĪĻ
ĻĪ¹Ī±ĪŗĪ® – Dit betekent “zondag”. De zevende dag van de week en vaak een rustdag.
Ī¤Ī·Ī½ ĪĻ
ĻĪ¹Ī±ĪŗĪ® Ī¾ĪµĪŗĪæĻ
ĻĪ±Ī¶ĻĪ¼Ī±ĻĻĪµ.
Maanden van het jaar
ĪĪ±Ī½ĪæĻ
Ī¬ĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “januari”. De eerste maand van het jaar.
Ī ĪĪ±Ī½ĪæĻ
Ī¬ĻĪ¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪæĪ»Ļ ĪŗĻĻĪæĻ.
Ī¦ĪµĪ²ĻĪæĻ
Ī¬ĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “februari”. De tweede maand van het jaar.
Ī Ī¦ĪµĪ²ĻĪæĻ
Ī¬ĻĪ¹ĪæĻ ĪĻĪµĪ¹ 28 Ī® 29 Ī¼ĪĻĪµĻ.
ĪĪ¬ĻĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “maart”. De derde maand van het jaar.
Ī ĪĪ¬ĻĻĪ¹ĪæĻ ĻĪĻĪ½ĪµĪ¹ ĻĪ·Ī½ Ī¬Ī½ĪæĪ¹Ī¾Ī·.
ĪĻĻĪÆĪ»Ī¹ĪæĻ – Dit betekent “april”. De vierde maand van het jaar.
Ī ĪĻĻĪÆĪ»Ī¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī³ĪµĪ¼Ī¬ĻĪæĻ Ī»ĪæĻ
Ī»ĪæĻĪ“Ī¹Ī±.
ĪĪ¬Ī¹ĪæĻ – Dit betekent “mei”. De vijfde maand van het jaar.
Ī ĪĪ¬Ī¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Īæ Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ ĻĻĪ½ Ī»ĪæĻ
Ī»ĪæĻ
Ī“Ī¹ĻĪ½.
ĪĪæĻĪ½Ī¹ĪæĻ – Dit betekent “juni”. De zesde maand van het jaar.
Ī ĪĪæĻĪ½Ī¹ĪæĻ ĻĪ·Ī¼Ī±ĪÆĪ½ĪµĪ¹ ĪŗĪ±Ī»ĪæĪŗĪ±ĪÆĻĪ¹.
ĪĪæĻĪ»Ī¹ĪæĻ – Dit betekent “juli”. De zevende maand van het jaar.
Ī ĪĪæĻĪ»Ī¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪæĪ»Ļ Ī¶ĪµĻĻĻĻ.
ĪĻĪ³ĪæĻ
ĻĻĪæĻ – Dit betekent “augustus”. De achtste maand van het jaar.
Ī ĪĻĪ³ĪæĻ
ĻĻĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ Ī“Ī¹Ī±ĪŗĪæĻĻĪ½.
Ī£ĪµĻĻĪĪ¼Ī²ĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “september”. De negende maand van het jaar.
Ī Ī£ĪµĻĻĪĪ¼Ī²ĻĪ¹ĪæĻ ĻĪĻĪ½ĪµĪ¹ ĻĪæ ĻĪøĪ¹Ī½ĻĻĻĻĪæ.
ĪĪŗĻĻĪ²ĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “oktober”. De tiende maand van het jaar.
Ī ĪĪŗĻĻĪ²ĻĪ¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Īæ Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ ĻĪæĻ
Halloween.
ĪĪæĪĪ¼Ī²ĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “november”. De elfde maand van het jaar.
Ī ĪĪæĪĪ¼Ī²ĻĪ¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĪĪ½Ī±Ļ ĪŗĻĻĪæĻ Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ.
ĪĪµĪŗĪĪ¼Ī²ĻĪ¹ĪæĻ – Dit betekent “december”. De twaalfde en laatste maand van het jaar.
Ī ĪĪµĪŗĪĪ¼Ī²ĻĪ¹ĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Īæ Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ ĻĻĪ½ Ī§ĻĪ¹ĻĻĪæĻ
Ī³ĪĪ½Ī½ĻĪ½.
Seizoenen
Ī¬Ī½ĪæĪ¹Ī¾Ī· – Dit betekent “lente”. Het seizoen van groei en bloei.
Ī Ī¬Ī½ĪæĪ¹Ī¾Ī· ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· Ī±Ī³Ī±ĻĪ·Ī¼ĪĪ½Ī· Ī¼ĪæĻ
ĪµĻĪæĻĪ®.
ĪŗĪ±Ī»ĪæĪŗĪ±ĪÆĻĪ¹ – Dit betekent “zomer”. Het warme seizoen met lange dagen.
Ī¤Īæ ĪŗĪ±Ī»ĪæĪŗĪ±ĪÆĻĪ¹ ĻĪ¬Ī¼Īµ Ī“Ī¹Ī±ĪŗĪæĻĪĻ.
ĻĪøĪ¹Ī½ĻĻĻĻĪæ – Dit betekent “herfst”. Het seizoen waarin de bladeren vallen.
Ī¤Īæ ĻĪøĪ¹Ī½ĻĻĻĻĪæ ĻĪ± ĻĻĪ»Ī»Ī± Ī±Ī»Ī»Ī¬Ī¶ĪæĻ
Ī½ ĻĻĻĪ¼Ī±.
ĻĪµĪ¹Ī¼ĻĪ½Ī±Ļ – Dit betekent “winter”. Het koude seizoen met korte dagen.
Ī ĻĪµĪ¹Ī¼ĻĪ½Ī±Ļ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪæĪ»Ļ ĪŗĻĻĪæĻ ĻĻĪ·Ī½ ĪĪ»Ī»Ī¬Ī“Ī±.
Veelvoorkomende uitdrukkingen
ĻĪ®Ī¼ĪµĻĪ± – Dit betekent “vandaag”. Het verwijst naar de huidige dag.
Ī£Ī®Ī¼ĪµĻĪ± ĪĻĻ ĻĪæĪ»Ī»Ī® Ī“ĪæĻ
Ī»ĪµĪ¹Ī¬.
Ī±ĻĻĪ¹Īæ – Dit betekent “morgen”. Het verwijst naar de volgende dag.
ĪĻĻĪ¹Īæ ĪøĪ± ĻĪ¬Ī¼Īµ Ī³Ī¹Ī± ĻĻĪ½Ī¹Ī±.
ĻĪøĪµĻ – Dit betekent “gisteren”. Het verwijst naar de dag die net voorbij is.
Ī§ĪøĪµĻ ĪµĪÆĪ“Ī±Ī¼Īµ Ī¼Ī¹Ī± ĻĪ±Ī¹Ī½ĪÆĪ±.
ĪµĪ²Ī“ĪæĪ¼Ī¬Ī“Ī± – Dit betekent “week”. Een periode van zeven dagen.
Ī ĪµĪ²Ī“ĪæĪ¼Ī¬Ī“Ī± ĪĻĪµĪ¹ ĪµĻĻĪ¬ Ī¼ĪĻĪµĻ.
Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ – Dit betekent “maand”. Een periode van vier weken of ongeveer dertig dagen.
Ī Ī¼Ī®Ī½Ī±Ļ ĪĻĪµĪ¹ ĻĻĪ¹Ī¬Ī½ĻĪ± Ī® ĻĻĪ¹Ī¬Ī½ĻĪ± Ī¼ĪÆĪ± Ī¼ĪĻĪµĻ.
ĪĻĪæĻ – Dit betekent “jaar”. Een periode van twaalf maanden.
Ī¤Īæ ĪĻĪæĻ ĪĻĪµĪ¹ Ī“ĻĪ“ĪµĪŗĪ± Ī¼Ī®Ī½ĪµĻ.
ĪµĻĪæĻĪ® – Dit betekent “seizoen”. Een van de vier delen van het jaar.
Ī Ī±Ī³Ī±ĻĪ·Ī¼ĪĪ½Ī· Ī¼ĪæĻ
ĪµĻĪæĻĪ® ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪæ ĪŗĪ±Ī»ĪæĪŗĪ±ĪÆĻĪ¹.
ĻĻĪ± – Dit betekent “tijd” of “uur” in het algemeen. Het kan ook verwijzen naar een specifiek tijdstip.
Ī¤Ī¹ ĻĻĪ± ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹;
Ī·Ī¼ĪµĻĪæĪ¼Ī·Ī½ĪÆĪ± – Dit betekent “datum”. Het verwijst naar een specifieke dag in een kalender.
Ī ĪæĪ¹Ī± ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· ĻĪ·Ī¼ĪµĻĪ¹Ī½Ī® Ī·Ī¼ĪµĻĪæĪ¼Ī·Ī½ĪÆĪ±;
Samenvatting
Het beheersen van tijd en datums in het Grieks is cruciaal voor dagelijkse communicatie. Door deze woorden en uitdrukkingen te leren, kun je effectief praten over je planning, afspraken maken en je algehele taalvaardigheid verbeteren. Oefen regelmatig met deze termen en probeer ze in je dagelijkse gesprekken te gebruiken om ze beter te onthouden en je zelfvertrouwen te vergroten. Veel succes met je Griekse taalleerreis!