Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende, maar lonende onderneming zijn. Als je geïnteresseerd bent in het Galicisch en je wiskundige en meetkundige woordenschat wilt uitbreiden, ben je hier aan het juiste adres. In dit artikel zullen we verschillende meetkunde- en wiskundetermen in het Galicisch behandelen, samen met hun definities en voorbeeldzinnen.
Meetkundige termen
Rectángulo
Een rectángulo is een vierhoek met vier rechte hoeken (90 graden). In het Nederlands noemen we dit een rechthoek.
O profesor debuxou un rectángulo no encerado.
Círculo
Een círculo is een perfecte ronde vorm. In het Nederlands noemen we dit een cirkel.
A lúa chea parece un gran círculo no ceo.
Triángulo
Een triángulo is een driehoekige vorm met drie zijden en drie hoeken. In het Nederlands noemen we dit een driehoek.
Debuxou un triángulo equilátero no papel.
Cuadrado
Een cuadrado is een vierhoek met vier gelijke zijden en vier rechte hoeken. In het Nederlands noemen we dit een vierkant.
O xardín está deseñado como un cuadrado.
Polígono
Een polígono is een vlakke figuur met drie of meer rechte zijden. In het Nederlands noemen we dit een veelhoek.
A estrela é un polígono de cinco puntas.
Área
De área van een figuur is de grootte van het oppervlak binnen zijn grenzen. In het Nederlands noemen we dit het oppervlak.
Calculamos a área do círculo usando a fórmula pi por radio ao cadrado.
Perímetro
De perímetro is de totale lengte van de rand van een figuur. In het Nederlands noemen we dit de omtrek.
O perímetro do rectángulo é a suma de todos os seus lados.
Diagonal
Een diagonal is een lijnsegment dat twee niet-aangrenzende hoeken van een veelhoek verbindt. In het Nederlands noemen we dit een diagonaal.
Dibuxamos a diagonal do cuadrado para dividirlo en dous triángulos.
Radio
De radio van een cirkel is de afstand van het middelpunt van de cirkel tot de rand. In het Nederlands noemen we dit de straal.
O radio do círculo é de cinco centímetros.
Diámetro
De diámetro van een cirkel is de afstand van de ene kant van de cirkel naar de andere, gemeten door het middelpunt. In het Nederlands noemen we dit de diameter.
O diámetro do círculo é o dobre do seu radio.
Wiskundetermen
Suma
De suma is het resultaat van het optellen van twee of meer getallen. In het Nederlands noemen we dit de som.
A suma de dous e tres é cinco.
Resta
De resta is het resultaat van het aftrekken van een getal van een ander getal. In het Nederlands noemen we dit de aftrekking.
A resta de sete menos catro é tres.
Multiplicación
De multiplicación is het resultaat van het vermenigvuldigen van twee of meer getallen. In het Nederlands noemen we dit de vermenigvuldiging.
A multiplicación de dous por tres é seis.
División
De división is het proces waarbij een getal in gelijke delen wordt verdeeld. In het Nederlands noemen we dit de deling.
A división de dez entre dous é cinco.
Fracción
Een fracción is een getal dat een deel van een geheel vertegenwoordigt. In het Nederlands noemen we dit een breuk.
A metade pode representarse como a fracción un medio.
Decimal
Een decimal is een getal dat een breuk vertegenwoordigt met een decimaal punt. In het Nederlands noemen we dit een decimaal.
O número 3,14 é un exemplo dun decimal.
Porcentaxe
Een porcentaxe is een getal dat een verhouding uitdrukt als een deel van 100. In het Nederlands noemen we dit een percentage.
O desconto é do vinte por cento, ou sexa, unha porcentaxe do vinte por cento.
Ángulo
Een ángulo is de ruimte (meestal gemeten in graden) tussen twee snijdende lijnen of oppervlakken aan of nabij het punt waar ze elkaar ontmoeten. In het Nederlands noemen we dit een hoek.
O triángulo equilátero ten tres ángulos iguais de sesenta graos.
Función
Een función is een relatie of uitdrukking waarbij elke invoer precies één uitvoer heeft. In het Nederlands noemen we dit een functie.
A función f(x) = x + 2 é unha función linear.
Ecuación
Een ecuación is een wiskundige uitspraak waarin twee uitdrukkingen aan elkaar gelijk zijn. In het Nederlands noemen we dit een vergelijking.
A ecuación 2x + 3 = 7 ten unha solución única.
Variable
Een variable is een symbool dat een onbekend of veranderlijk getal vertegenwoordigt. In het Nederlands noemen we dit een variabele.
Na ecuación 2x + 3 = 7, x é a variable.
Constante
Een constante is een getal dat een vaste waarde heeft en niet verandert. In het Nederlands noemen we dit een constante.
En matemáticas, pi é unha constante que aproximadamente vale 3,14.
Logaritmo
Een logaritmo is het exponentiële getal waartoe een basis moet worden verheven om een bepaald getal te verkrijgen. In het Nederlands noemen we dit een logaritme.
O logaritmo de cen na base dez é dous.
Exponencial
Een exponencial is een functie waarbij een constante basis wordt verheven tot een variabele macht. In het Nederlands noemen we dit een exponentiële functie.
A función exponencial é moi importante en estatística.
Polinomio
Een polinomio is een algebraïsche uitdrukking met twee of meer termen. In het Nederlands noemen we dit een polynoom.
Un polinomio de segundo grao ten a forma ax^2 + bx + c.
Integración
De integración is een wiskundige methode om de totale waarde te berekenen van een functie over een bepaald interval. In het Nederlands noemen we dit de integratie.
A integración de f(x) dx dános a área baixo a curva.
Derivada
De derivada van een functie is een maat voor hoe de functie verandert naarmate de invoer verandert. In het Nederlands noemen we dit de afgeleide.
A derivada de f(x) = x^2 é 2x.
Toepassingen in het dagelijkse leven
Het begrijpen van deze termen is niet alleen nuttig voor wiskundelessen, maar ook voor het oplossen van alledaagse problemen. Denk aan het berekenen van de oppervlakte van een kamer voor een renovatie, het begrijpen van rentetarieven, of het interpreteren van statistische gegevens in nieuwsberichten.
Voorbeeld uit de praktijk: Budgetteren
Bij het opstellen van een budget gebruik je vaak wiskundige termen zoals suma, resta en porcentaxe. Als je bijvoorbeeld je maandelijkse uitgaven wilt berekenen, tel je alle kosten op (suma), trek je het totale bedrag af van je inkomen (resta), en bereken je welk percentage van je inkomen naar verschillende uitgavenposten gaat (porcentaxe).
Para facer un orzamento, necesitamos sumar todos os gastos mensuais.
Voorbeeld uit de praktijk: Reizen
Bij het plannen van een reis kun je termen zoals distancia, tempo en velocidade gebruiken om te bepalen hoe lang het duurt om van de ene plaats naar de andere te komen.
Para calcular o tempo de viaxe, necesitamos coñecer a distancia e a velocidade media.
Conclusie
Het beheersen van meetkunde- en wiskundetermen in het Galicisch kan je helpen om zowel je taalvaardigheden als je wiskundige vaardigheden te verbeteren. Door deze termen regelmatig te oefenen en toe te passen in je dagelijkse leven, zul je merken dat ze steeds vanzelfsprekender worden. We hopen dat dit artikel een nuttige bron voor je is geweest en je inspireert om verder te leren.
Veel succes met je taal- en wiskundestudies!