Kleding- en modezinnen in het Ests

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Een van de gebieden die vaak over het hoofd wordt gezien, maar zeer nuttig kan zijn, is het leren van zinnen en woorden die te maken hebben met kleding en mode. In dit artikel gaan we ons richten op kleding- en modezinnen in het Ests. We zullen verschillende woorden en zinnen bespreken die je kunnen helpen bij het praten over mode in het Ests, samen met hun betekenissen en voorbeeldzinnen.

Kledingstukken

Laten we beginnen met enkele basiswoorden voor kledingstukken. Deze woorden zijn essentieel als je over mode of je dagelijkse kleding wilt praten.

kleit – jurk
Ta kannab ilusat kleiti.

püksid – broek
Ma ostsin uued püksid.

särk – overhemd
Ta kandis valget särki.

seelik – rok
See seelik on väga stiilne.

kingad – schoenen
Mul on vaja uusi kingi.

saapad – laarzen
Talvel kannan ma sooje saapaid.

mantel – jas
See mantel on väga soe.

kampsun – trui
See kampsun on väga pehme.

pluus – blouse
Ta ostis uue pluusi.

pesu – ondergoed
Mul on vaja uut pesu.

Accessoires

Accessoires zijn een belangrijk onderdeel van mode. Hier zijn enkele woorden die je kunnen helpen om over accessoires te praten.

kott – tas
Mul on uus kott.

kaelakee – ketting
See kaelakee on väga ilus.

käekell – horloge
Ma sain sünnipäevaks uue käekella.

kõrvarõngad – oorbellen
Ta kannab ilusaid kõrvarõngaid.

sall – sjaal
Talvel kannan ma alati salli.

müts – hoed
See müts on väga stiilne.

vöö – riem
Ma kaotasin oma vöö.

Kleuren

Kleuren zijn cruciaal in de modewereld. Hier zijn enkele basiswoorden voor kleuren in het Ests.

punane – rood
Mul on punane kleit.

sinine – blauw
See särk on sinine.

roheline – groen
Ta kandis rohelist seelikut.

kollane – geel
Tema kingad on kollased.

must – zwart
Must mantel on alati moes.

valge – wit
Valge särk on klassikaline valik.

hall – grijs
See kampsun on hall.

pruun – bruin
Mul on pruunid saapad.

Materialen

Materialen spelen een grote rol in de keuze van kleding. Hier zijn enkele basiswoorden voor materialen in het Ests.

puuvill – katoen
See särk on tehtud puuvillast.

vill – wol
Talvel kannan ma villast kampsunit.

siid – zijde
Tema kleit on siidist.

nahk – leer
Mul on nahast kott.

polüester – polyester
See jakk on valmistatud polüestrist.

lina – linnen
Linasest riided on suvel head.

Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden zijn nuttig om kleding en mode te beschrijven. Hier zijn enkele veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden in het Ests.

mugav – comfortabel
See kampsun on väga mugav.

stiilne – stijlvol
Tema riietus on alati stiilne.

elegantne – elegant
Ta näeb väga elegantne välja selles kleidis.

moekas – modieus
See püksid on väga moekad.

värvikas – kleurrijk
Tema pluus on väga värvikas.

lihtne – eenvoudig
Mul meeldib kanda lihtsaid riideid.

klassikaline – klassiek
Must ülikond on klassikaline valik.

Werkwoorden

Nu we enkele basiswoorden hebben geleerd, laten we eens kijken naar enkele werkwoorden die nuttig zijn bij het praten over kleding en mode.

kandma – dragen
Ta kannab alati stiilseid riideid.

ostma – kopen
Ma ostsin uue kleidi.

proovima – passen
Ma tahan seda särki proovida.

valima – kiezen
Ta valis punase kleidi.

pesema – wassen
Ma pean oma riideid pesema.

triikima – strijken
Ma pean oma särki triikima.

kombineerima – combineren
Ta oskab riideid hästi kombineerida.

disainima – ontwerpen
Ta disainib oma riideid ise.

Veelvoorkomende zinnen

Laten we nu enkele veelvoorkomende zinnen bekijken die je kunt gebruiken in gesprekken over mode en kleding in het Ests.

Kuidas mulle see kleit sobib? – Hoe staat deze jurk me?
Kuidas mulle see kleit sobib?

Kas teil on seda suurust? – Heeft u deze maat?
Kas teil on seda suurust?

See on praegu moes. – Dit is nu in de mode.
See on praegu moes.

Mida sa täna kannad? – Wat draag je vandaag?
Mida sa täna kannad?

Ma otsin uut mantlit. – Ik ben op zoek naar een nieuwe jas.
Ma otsin uut mantlit.

Ma eelistan lihtsaid riideid. – Ik geef de voorkeur aan eenvoudige kleding.
Ma eelistan lihtsaid riideid.

Kas see sobib mulle? – Past dit bij mij?
Kas see sobib mulle?

See on liiga kallis. – Dit is te duur.
See on liiga kallis.

Ma armastan seda stiili. – Ik hou van deze stijl.
Ma armastan seda stiili.

See värv mulle ei meeldi. – Ik hou niet van deze kleur.
See värv mulle ei meeldi.

Met deze woorden en zinnen ben je goed op weg om over mode en kleding te praten in het Ests. Het leren van deze woorden zal je niet alleen helpen bij het maken van nieuwe vrienden, maar ook bij het winkelen en het uitdrukken van je eigen stijl. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en deze woorden in je dagelijkse gesprekken te gebruiken. Veel succes met je taalstudie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller