Tere – Hallo
Dit is een eenvoudige en veelgebruikte groet in het Ests.
Tere, kuidas sul läheb?
Head aega – Tot ziens
Gebruik dit om afscheid te nemen van iemand.
Head aega, näeme homme!
Aitäh – Dank je
Een beleefde manier om iemand te bedanken.
Aitäh abi eest.
Palun – Alsjeblieft
Dit kan worden gebruikt als reactie op “dank je” of om iets aan te bieden.
Palun, võta istet.
Vragen en verzoeken
Kuidas – Hoe
Een veelgebruikte vraagwoord in het Ests om te vragen naar de manier waarop iets gebeurt.
Kuidas sa seda tegid?
Kus – Waar
Gebruik dit woord om te vragen naar de locatie van iets.
Kus on lähim pood?
Millal – Wanneer
Handig om te vragen naar tijd of datum.
Millal me kohtume?
Miks – Waarom
Gebruik dit om naar redenen of oorzaken te vragen.
Miks sa hilinesid?
Kas – Of
Dit woord wordt vaak gebruikt om ja/nee-vragen te stellen.
Kas sa tuled minuga?
Dagelijks leven en sociale interacties
Vabandust – Sorry
Gebruik dit om je te verontschuldigen.
Vabandust, ma hilinesin.
Muidugi – Natuurlijk
Een positieve reactie op een vraag of verzoek.
Muidugi ma aitan sind.
Palju õnne – Gefeliciteerd
Gebruik dit om iemand te feliciteren.
Palju õnne sünnipäevaks!
Kas sa räägid inglise keelt? – Spreek je Engels?
Handig om te weten of iemand Engels spreekt, vooral als je de taal nog leert.
Kas sa räägid inglise keelt?
Ma ei saa aru – Ik begrijp het niet
Gebruik dit als je iets niet begrijpt.
Ma ei saa aru, kas sa võiksid seda korrata?
In de winkel en op de markt
Kui palju see maksab? – Hoeveel kost dit?
Een essentiële vraag bij het winkelen.
Kui palju see maksab?
Kas teil on…? – Heeft u…?
Gebruik dit om te vragen of een winkel iets op voorraad heeft.
Kas teil on värskeid köögivilju?
Ma sooviksin… – Ik zou graag…
Een beleefde manier om iets te vragen of te bestellen.
Ma sooviksin ühte kohvi, palun.
Kas ma saan maksta kaardiga? – Kan ik met een kaart betalen?
Essentieel om te weten of je met een creditcard of pinpas kunt betalen.
Kas ma saan maksta kaardiga?
Ma lihtsalt vaatan ringi – Ik kijk alleen maar
Handig om aan te geven dat je nog niet klaar bent om iets te kopen.
Ma lihtsalt vaatan ringi, aitäh.
In een restaurant of café
Kas ma saaksin menüüd, palun? – Mag ik de menukaart, alstublieft?
Een beleefde manier om de menukaart te vragen.
Kas ma saaksin menüüd, palun?
Mis on maja eripakkumine? – Wat is de specialiteit van het huis?
Handig om te weten wat de aanbevolen gerechten zijn.
Mis on maja eripakkumine?
Kas te soovitaksite midagi? – Kunt u iets aanbevelen?
Gebruik dit om een aanbeveling te vragen van de ober of serveerster.
Kas te soovitaksite midagi?
Kas ma saan arve, palun? – Mag ik de rekening, alstublieft?
Gebruik dit om de rekening te vragen na je maaltijd.
Kas ma saan arve, palun?
See oli väga maitsev – Het was erg lekker
Een compliment voor de kok of het personeel.
See oli väga maitsev, aitäh.
Navigeren en reizen
Kus on lähim bussipeatus? – Waar is de dichtstbijzijnde bushalte?
Essentieel voor het vinden van openbaar vervoer.
Kus on lähim bussipeatus?
Milline suund viib linna? – Welke richting gaat naar de stad?
Handig om te weten welke kant je op moet.
Milline suund viib linna?
Kas saaksite mind aidata? – Kunt u mij helpen?
Gebruik dit om hulp te vragen, bijvoorbeeld bij het vinden van een locatie.
Kas saaksite mind aidata?
Kui kaua see aega võtab? – Hoe lang duurt het?
Handig om te weten hoe lang een reis of activiteit duurt.
Kui kaua see aega võtab?
Kas see buss läheb lennujaama? – Gaat deze bus naar het vliegveld?
Essentieel voor het vinden van de juiste bus.
Kas see buss läheb lennujaama?
Noodgevallen en hulp
Kas saaksite kutsuda arsti? – Kunt u een dokter bellen?
Essentieel in geval van een medisch noodgeval.
Kas saaksite kutsuda arsti?
Mul on vaja abi – Ik heb hulp nodig
Gebruik dit om aan te geven dat je hulp nodig hebt.
Mul on vaja abi, palun.
Kas te teate, kus on politseijaoskond? – Weet u waar het politiebureau is?
Belangrijk om te weten in geval van nood.
Kas te teate, kus on politseijaoskond?
Mul on kadunud rahakott – Ik ben mijn portemonnee kwijt
Gebruik dit om aan te geven dat je iets kwijt bent.
Mul on kadunud rahakott, kas te nägite seda?
Ma olen eksinud – Ik ben verdwaald
Gebruik dit om aan te geven dat je de weg kwijt bent.
Ma olen eksinud, kas saaksite mind aidata?
Gevoelens en emoties
Ma olen õnnelik – Ik ben gelukkig
Gebruik dit om je gevoelens van geluk uit te drukken.
Ma olen õnnelik, et sind näen.
Ma olen kurb – Ik ben verdrietig
Gebruik dit om je gevoelens van verdriet uit te drukken.
Ma olen kurb, et sa lahkud.
Ma olen väsinud – Ik ben moe
Gebruik dit om aan te geven dat je moe bent.
Ma olen väsinud, ma lähen magama.
Ma olen vihane – Ik ben boos
Gebruik dit om je gevoelens van boosheid uit te drukken.
Ma olen vihane, et sa hilinesid.
Ma olen rahul – Ik ben tevreden
Gebruik dit om aan te geven dat je tevreden bent met iets.
Ma olen rahul oma tööga.
Belangrijke zinnen voor beginners
Ma õpin eesti keelt – Ik leer Ests
Gebruik dit om aan te geven dat je de taal leert.
Ma õpin eesti keelt ja mulle meeldib see.
Kas sa räägid aeglasemalt? – Kun je langzamer spreken?
Handig om te vragen of iemand langzamer kan praten zodat je het beter kunt begrijpen.
Kas sa räägid aeglasemalt, palun?
Kas saaksite seda korrata? – Kun je dat herhalen?
Gebruik dit om te vragen of iemand iets kan herhalen.
Kas saaksite seda korrata, ma ei kuulnud hästi.
Ma ei räägi hästi eesti keelt – Ik spreek niet goed Ests
Gebruik dit om aan te geven dat je nog niet vloeiend bent in de taal.
Ma ei räägi hästi eesti keelt, aga ma õpin.
Kas te räägite teisi keeli? – Spreekt u andere talen?
Handig om te weten welke andere talen iemand spreekt.
Kas te räägite teisi keeli, näiteks inglise või saksa keelt?
Het leren van deze dagelijkse uitdrukkingen in het Ests zal je zeker helpen om beter te communiceren in verschillende situaties. Oefen regelmatig en probeer ze in je dagelijkse gesprekken te gebruiken. Veel succes met je taalstudie!