Het leren van Tsjechisch kan een uitdagende maar lonende ervaring zijn. Een van de belangrijkste aspecten van het leren van een nieuwe taal is het opbouwen van een sterke woordenschat. In dit artikel gaan we ons richten op Tsjechische woorden voor verschillende beroepen. Dit zal je helpen om je vocabulaire uit te breiden en je voor te bereiden op gesprekken over werk en carrières in Tsjechië.
Beroepen in de medische sector
Lékař – Arts. Een lékař is iemand die geneeskunde heeft gestudeerd en bevoegd is om patiënten te behandelen.
Lékař mi předepsal nové léky.
Zdravotní sestra – Verpleegkundige. Een zdravotní sestra is een zorgverlener die verantwoordelijk is voor de verpleegkundige zorg van patiënten.
Zdravotní sestra mi pomohla s převazem rány.
Chirurg – Chirurg. Een chirurg is een arts die gespecialiseerd is in het uitvoeren van operaties.
Chirurg provedl úspěšnou operaci.
Beroepen in de onderwijssector
Učitel – Leraar. Een učitel is iemand die lesgeeft aan studenten in een school of universiteit.
Učitel vysvětlil novou látku velmi jasně.
Ředitel – Directeur. Een ředitel is de leider van een school of een andere onderwijsinstelling.
Ředitel školy měl důležité oznámení.
Pedagog – Pedagoog. Een pedagog is een specialist in onderwijs en opvoeding.
Pedagog radil rodičům, jak lépe vychovávat děti.
Beroepen in de zakelijke wereld
Manažer – Manager. Een manažer is iemand die verantwoordelijk is voor het beheer van een afdeling of een project binnen een bedrijf.
Manažer schválil nový pracovní plán.
Účetní – Accountant. Een účetní is een professional die verantwoordelijk is voor het bijhouden van financiële records en het opstellen van rapporten.
Účetní připravil roční zprávu.
Právník – Advocaat. Een právník is een juridisch professional die advies geeft en cliënten vertegenwoordigt in juridische zaken.
Právník mi pomohl s právním problémem.
Beroepen in de technologie
Programátor – Programmeur. Een programátor is iemand die computercodes schrijft en software ontwikkelt.
Programátor napsal nový kód pro aplikaci.
Inženýr – Ingenieur. Een inženýr is een professional die technische problemen oplost en nieuwe technologieën ontwikkelt.
Inženýr navrhl nový stroj.
Technik – Technicus. Een technik is iemand die technische apparatuur onderhoudt en repareert.
Technik opravil rozbitý počítač.
Beroepen in de kunst en media
Herec – Acteur. Een herec is iemand die optreedt in films, toneelstukken of televisieprogramma’s.
Herec získal cenu za nejlepší výkon.
Novinář – Journalist. Een novinář is iemand die nieuws verzamelt, schrijft en rapporteert.
Novinář napsal článek o aktuálních událostech.
Fotograf – Fotograaf. Een fotograf is iemand die foto’s maakt voor verschillende doeleinden, zoals kunst, journalistiek of commercie.
Fotograf pořídil krásné snímky přírody.
Beroepen in de bouw
Stavební dělník – Bouwvakker. Een stavební dělník is iemand die werkt op bouwplaatsen en helpt bij de constructie van gebouwen.
Stavební dělník pracoval na nové budově.
Architekt – Architect. Een architekt is een professional die gebouwen en andere structuren ontwerpt.
Architekt navrhl moderní budovu.
Instalatér – Loodgieter. Een instalatér is een vakman die verantwoordelijk is voor de installatie en reparatie van leidingen en sanitair.
Instalatér opravil netěsnící kohoutek.
Beroepen in de dienstverlenende sector
Číšník – Ober. Een číšník is iemand die klanten bedient in een restaurant of café.
Číšník nám přinesl jídlo a pití.
Kadeřník – Kapper. Een kadeřník is een professional die haar knipt, kleurt en stylet.
Kadeřník mi ostříhal vlasy.
Řidič – Chauffeur. Een řidič is iemand die voertuigen bestuurt, zoals auto’s, bussen of vrachtwagens.
Řidič nás bezpečně dovezl na místo.
Beroepen in de landbouw
Zemědělec – Landbouwer. Een zemědělec is iemand die werkt in de landbouw en gewassen verbouwt of vee houdt.
Zemědělec sklízí úrodu na poli.
Rybář – Visser. Een rybář is iemand die vist voor zijn beroep.
Rybář chytil velkou rybu.
Zahradník – Tuinman. Een zahradník is een professional die tuinen plant en onderhoudt.
Zahradník vysadil nové květiny.
Beroepen in de transportsector
Pilot – Piloot. Een pilot is iemand die vliegtuigen bestuurt.
Pilot přistál s letadlem bezpečně.
Námořník – Zeeman. Een námořník is iemand die op schepen werkt en vaart over zeeën en oceanen.
Námořník vyprávěl příběhy z cest.
Železničář – Spoorwegarbeider. Een železničář is iemand die werkt aan de spoorwegen, zoals een machinist of een conducteur.
Železničář kontroloval lístky ve vlaku.
Beroepen in de wetenschap
Vědec – Wetenschapper. Een vědec is iemand die onderzoek doet in een specifieke wetenschap.
Vědec objevil nový prvek.
Biolog – Bioloog. Een biolog is een wetenschapper die levende organismen bestudeert.
Biolog studuje chování zvířat.
Fyzik – Natuurkundige. Een fyzik is een wetenschapper die zich bezighoudt met de studie van de fysische wereld.
Fyzik přednášel o kvantové fyzice.
Het leren van deze woorden en hun betekenissen zal je helpen om een beter begrip te krijgen van verschillende beroepen in het Tsjechisch. Door deze woorden regelmatig te oefenen en te gebruiken in zinnen, zul je merken dat je Tsjechische woordenschat aanzienlijk verbetert. Vergeet niet om te luisteren naar hoe moedertaalsprekers deze woorden gebruiken en probeer zelf gesprekken te voeren over verschillende beroepen om je vaardigheden verder te ontwikkelen. Veel succes met je studie van het Tsjechisch!