Bosnische woorden voor stads- en stadsleven

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Als je geïnteresseerd bent in het Bosnisch en specifiek in woorden die gerelateerd zijn aan het stadsleven, dan ben je hier aan het juiste adres. In dit artikel zullen we een aantal veelvoorkomende Bosnische woorden en uitdrukkingen bespreken die je tegenkomt in een stedelijke omgeving. Deze woorden zullen je helpen om je beter uit te drukken en te navigeren in de stad.

Basiswoorden voor de stad

Grad – Stad. Dit is het algemene woord voor een stad.
Sarajevo je najveći grad u Bosni i Hercegovini.

Ulica – Straat. Dit woord gebruik je om een straat aan te duiden.
Moja kuća je u ulici Mula Mustafe Bašeskije.

Trg – Plein. Een open ruimte in een stad, vaak een centrale plek.
Glavni trg je mjesto gdje se održavaju koncerti.

Park – Park. Een groene ruimte in een stad waar mensen kunnen ontspannen.
Volim šetati u parku sa svojim psom.

Zgrada – Gebouw. Een constructie die wordt gebruikt voor wonen, werken, etc.
Ta zgrada je vrlo visoka i moderna.

Openbaar Vervoer

Autobus – Bus. Een vervoermiddel dat veel mensen tegelijk kan vervoeren.
Čekam autobus na stanici.

Tramvaj – Tram. Een ander veelgebruikt openbaar vervoermiddel in de stad.
Tramvaj broj 3 ide do centra grada.

Voz – Trein. Wordt meestal gebruikt voor langere afstanden, maar ook binnen de stad.
Voz stiže za deset minuta.

Stanica – Halte of station. Een plek waar bussen, trams of treinen stoppen.
Na kojoj stanici izlaziš?

Karta – Ticket. Een kaartje dat je nodig hebt om met het openbaar vervoer te reizen.
Kupio sam kartu za voz.

Winkelen en Diensten

Prodavnica – Winkel. Een plek waar je goederen kunt kopen.
Idem u prodavnicu kupiti hleb.

Pijaca – Markt. Een open ruimte waar je verse producten kunt kopen.
Subotom idem na pijacu po voće i povrće.

Tržni centar – Winkelcentrum. Een groot gebouw met veel verschillende winkels.
Tržni centar je uvijek pun ljudi vikendom.

Bankomat – Geldautomaat. Een machine waar je geld kunt pinnen.
Trebam pronaći bankomat da podignem novac.

Apoteka – Apotheek. Een plek waar je medicijnen kunt kopen.
Moram otići u apoteku po lijekove.

Dagelijks Leven in de Stad

Posao – Werk. Wat je doet om geld te verdienen.
Imam posao u centru grada.

Škola – School. Een plek waar kinderen en jongeren leren.
Moje dijete ide u školu koja je blizu naše kuće.

Restoran – Restaurant. Een plek waar je kunt eten.
Večeras idemo u novi restoran na večeru.

Kafić – Café. Een plek waar je koffie en andere drankjes kunt drinken.
Volim sjediti u kafiću i čitati knjigu.

Banka – Bank. Een financiële instelling waar je geldzaken regelt.
Idem u banku otvoriti novi račun.

Policijska stanica – Politiebureau. Een plek waar de politie werkt.
Moram prijaviti gubitak dokumenata na policijskoj stanici.

Recreatie en Cultuur

Kino – Bioscoop. Een plek waar je films kunt kijken.
U subotu idemo u kino gledati novi film.

Biblioteka – Bibliotheek. Een plek waar je boeken kunt lenen en lezen.
Često idem u biblioteku da učim.

Muzej – Museum. Een plek waar je kunst en andere voorwerpen kunt bekijken.
Muzej je otvoren svakog dana osim ponedeljkom.

Galerija – Galerie. Een plek waar kunstwerken worden tentoongesteld.
Posjetili smo novu galeriju u gradu.

Teatar – Theater. Een plek waar toneelstukken en andere voorstellingen worden gehouden.
Volim gledati predstave u teatru.

Gezondheid en Veiligheid

Bolnica – Ziekenhuis. Een plek waar mensen naartoe gaan voor medische hulp.
Moj prijatelj je u bolnici nakon operacije.

Ambulanta – Kliniek. Een kleinere medische faciliteit.
Idem u ambulantu na pregled.

Vatrogasna stanica – Brandweerkazerne. Een plek waar brandweerlieden werken.
Blizu naše kuće je vatrogasna stanica.

Apoteka – Apotheek. Een plek waar je medicijnen kunt kopen.
Moram otići u apoteku po lijekove.

Policija – Politie. De instantie die zorgt voor orde en veiligheid.
Policija je brzo stigla na mjesto nesreće.

Evenementen en Sociale Activiteiten

Koncert – Concert. Een muzikaal optreden.
Sutra idemo na koncert u parku.

Festival – Festival. Een evenement vaak met muziek, dans en eten.
Ljetni festival privlači mnogo posjetitelja.

Izložba – Tentoonstelling. Een evenement waar kunst of andere voorwerpen worden getoond.
Posjetili smo izložbu starih fotografija.

Sportski događaj – Sportevenement. Een wedstrijd of toernooi in verschillende sporten.
Nedeljom idemo na sportske događaje u gradu.

Parada – Parade. Een optocht, vaak ter viering van iets.
Parada za Dan nezavisnosti je bila impresivna.

Conclusie

Het leren van deze woorden zal je zeker helpen om je weg te vinden in een Bosnische stad. Of je nu een toerist bent of van plan bent om langere tijd in Bosnië en Herzegovina te verblijven, het kennen van deze woorden zal je ervaring verrijken en je communicatie vergemakkelijken. Blijf oefenen en gebruik deze woorden in je dagelijkse gesprekken om ze beter te onthouden. Veel succes met je taalstudie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller