Basiswoorden
Прэзідэнт – President. De president is het staatshoofd en vaak de belangrijkste politieke figuur in een land.
Прэзідэнт падпісаў новы закон.
Урад – Regering. Dit is de groep mensen die het land bestuurt en verantwoordelijk is voor het maken en uitvoeren van wetten.
Урад прыняў рашэнне павысіць падаткі.
Парламент – Parlement. Dit is een wetgevende macht die verantwoordelijk is voor het maken van wetten.
Парламент абмяркоўвае новы бюджэт.
Выбары – Verkiezingen. Dit is het proces waarbij burgers stemmen om hun leiders te kiezen.
Наступныя выбары адбудуцца ў наступным годзе.
Politieke Partijen en Bewegingen
Апазіцыя – Oppositie. Dit zijn de politieke partijen die niet aan de macht zijn en vaak kritiek leveren op de regering.
Апазіцыя выступае супраць новага законапраекта.
Кандыдат – Kandidaat. Een persoon die meedoet aan een verkiezing om een bepaalde positie te winnen.
Кандыдат ад апазіцыі атрымаў шмат галасоў.
Кампанія – Campagne. Dit is de georganiseerde inspanning van een kandidaat of partij om steun te krijgen van het publiek.
Яго выбарчая кампанія была вельмі паспяховай.
Дэмакратыя – Democratie. Een regeringsvorm waarin de macht bij het volk ligt en leiders worden gekozen via vrije en eerlijke verkiezingen.
Дэмакратыя гарантуе правы кожнага грамадзяніна.
Аўтакратыя – Autocratie. Een regeringsvorm waarin één persoon of een kleine groep absolute macht heeft.
Аўтакратыя часта прыводзіць да парушэння правоў чалавека.
Wetgeving en Justitie
Закон – Wet. Een regel die door de regering is vastgesteld en die door de burgers moet worden nageleefd.
Новы закон уступіць у сілу з наступнага месяца.
Суд – Rechtbank. Een instelling waar juridische geschillen worden opgelost en waar recht wordt gesproken.
Суд прызнаў яго невінаватым.
Суддзя – Rechter. Een persoon die bevoegd is om recht te spreken en beslissingen te nemen in juridische zaken.
Суддзя вынес рашэнне ў яго карысць.
Канстытуцыя – Grondwet. Het hoogste wetboek van een land dat de basisprincipes en wetten bevat.
Канстытуцыя гарантуе правы і свабоды грамадзян.
Рэферэндум – Referendum. Een directe stemming door het volk over een specifieke kwestie.
Рэферэндум адбудзецца ў наступным месяцы.
Internationale Politiek
Саюз – Unie. Een groep landen of organisaties die samenwerken voor een gemeenschappelijk doel.
Еўрапейскі саюз складаецца з 27 краін.
Санкцыі – Sancties. Straffen of beperkingen die door landen of internationale organisaties worden opgelegd aan andere landen.
Санкцыі былі ўведзены супраць краіны за парушэнне правоў чалавека.
Дыпламатыя – Diplomatie. Het proces van onderhandelen en communiceren tussen landen om vrede en samenwerking te bevorderen.
Дыпламатыя дапамагла вырашыць канфлікт мірным шляхам.
Пагадненне – Overeenkomst. Een formeel akkoord tussen twee of meer partijen.
Пагадненне было падпісана пасля доўгіх перамоваў.
Эмбарга – Embargo. Een officieel verbod op handel of andere commerciële activiteiten met een bepaald land.
Эмбарга на экспарт нафты было ўведзена ў адказ на агрэсію.
Protesten en Sociale Bewegingen
Пратэст – Protest. Een georganiseerde actie waarbij mensen samenkomen om hun ontevredenheid of verzet te uiten.
Пратэст прайшоў мірна без інцыдэнтаў.
Актывіст – Activist. Een persoon die zich inzet voor een bepaalde zaak, vaak met betrekking tot sociale, politieke of milieukwesties.
Актывіст выступае за правы чалавека.
Дэманстрацыя – Demonstratie. Een openbare bijeenkomst of optocht waarbij mensen hun standpunt over een bepaalde kwestie kenbaar maken.
Тысячы людзей удзельнічалі ў дэманстрацыі.
Рэпрэсіі – Repressie. Strenge en vaak gewelddadige maatregelen die door de regering worden genomen om verzet of oppositie te onderdrukken.
Рэпрэсіі прывялі да шматлікіх арыштаў.
Свобода – Vrijheid. Het recht of de mogelijkheid om zonder beperkingen te denken, te spreken en te handelen.
Свобода слова з’яўляецца асноўным правам чалавека.
Media en Communicatie
СМІ – Media. De verschillende kanalen en middelen waarmee informatie wordt verspreid, zoals kranten, televisie en internet.
СМІ адыгрываюць важную ролю ў фарміраванні грамадскай думкі.
Цэнзура – Censuur. Het onderdrukken of beperken van informatie die wordt verspreid, vaak door de overheid.
Цэнзура ў СМІ абмяжоўвае свабоду слова.
Прапаганда – Propaganda. Informatie die op een misleidende manier wordt verspreid om een bepaald standpunt of ideologie te bevorderen.
Прапаганда выкарыстоўваецца для маніпуляцыі грамадскай думкай.
Навіны – Nieuws. Verslagen of informatie over recente gebeurtenissen of ontwikkelingen.
Навіны паведамілі пра апошнія падзеі ў краіне.
Інтэрнэт – Internet. Een wereldwijd netwerk van computers dat communicatie en informatie-uitwisseling mogelijk maakt.
Інтэрнэт стаў важным інструментам для палітычнай актыўнасці.
Conclusie
Het beheersen van politieke terminologie in het Wit-Russisch kan je niet alleen helpen bij het begrijpen van de politieke situatie in Wit-Rusland, maar ook je algemene taalvaardigheden verbeteren. De besproken woorden en termen zijn slechts een begin; er is nog veel meer te leren. Blijf oefenen en gebruik deze woorden in context om ze beter te onthouden. Veel succes met je taalleerreis!