Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Een van de belangrijkste aspecten van elke taal is het vermogen om tijd en datum te begrijpen en uit te drukken. In dit artikel zullen we verschillende uitdrukkingen en woordenschat behandelen die je zullen helpen om tijd en datum in het Azerbeidzjaans te begrijpen en te gebruiken. Dit zal je niet alleen helpen in dagelijkse gesprekken, maar ook bij het plannen van afspraken, reizen en meer.
Basisbegrippen voor tijd
Saat – Uur
Het woord saat wordt gebruikt om het uur aan te geven.
Saat neçədədir?
DÉ™qiqÉ™ – Minuut
Het woord dəqiqə wordt gebruikt om minuten aan te geven.
On dəqiqə gözləyin.
SaniyÉ™ – Seconde
Het woord saniyÉ™ wordt gebruikt om seconden aan te geven.
Bir saniyə gözləyin.
Gün – Dag
Het woord gün wordt gebruikt om dagen aan te geven.
Günəşli bir gün idi.
HÉ™ftÉ™ – Week
Het woord həftə wordt gebruikt om weken aan te geven.
Bir həftə sonra görüşərik.
Ay – Maand
Het woord ay wordt gebruikt om maanden aan te geven.
Bu ay çox işim var.
Ä°l – Jaar
Het woord il wordt gebruikt om jaren aan te geven.
Gələn il səyahət edəcəyik.
Veelvoorkomende uitdrukkingen voor tijd
Ä°ndi – Nu
Het woord indi wordt gebruikt om het huidige moment aan te geven.
İndi evdəyəm.
Sonra – Later
Het woord sonra wordt gebruikt om iets aan te geven dat in de toekomst zal gebeuren.
Sonra danışarıq.
Sabah – Morgen
Het woord sabah wordt gebruikt om de volgende dag aan te geven.
Sabah görüşərik.
DünÉ™n – Gisteren
Het woord dünən wordt gebruikt om de vorige dag aan te geven.
Dünən çox yoruldum.
Bu gün – Vandaag
De uitdrukking bu gün wordt gebruikt om de huidige dag aan te geven.
Bu gün hava gözəldir.
GÉ™lÉ™n hÉ™ftÉ™ – Volgende week
De uitdrukking gələn həftə wordt gebruikt om de week na de huidige week aan te geven.
Gələn həftə tətilə gedəcəyik.
Keçən il – Vorig jaar
De uitdrukking keçən il wordt gebruikt om het jaar voor het huidige jaar aan te geven.
Keçən il çox səyahət etdim.
Specifieke tijdsaanduidingen
SÉ™hÉ™r – Ochtend
Het woord səhər wordt gebruikt om de ochtend aan te geven.
Səhər saat yeddidə durdum.
Günorta – Middag
Het woord günorta wordt gebruikt om de middag aan te geven.
Günorta yeməyini birlikdə yedik.
AxÅŸam – Avond
Het woord axÅŸam wordt gebruikt om de avond aan te geven.
Axşam yeməyi vaxtıdır.
GecÉ™ – Nacht
Het woord gecÉ™ wordt gebruikt om de nacht aan te geven.
Gecə yatmaq çətin oldu.
Het vragen naar de tijd en datum
Saat neçədir? – Hoe laat is het?
Deze vraag wordt gebruikt om te informeren naar de huidige tijd.
Saat neçədir?
Tarix nÉ™dir? – Wat is de datum?
Deze vraag wordt gebruikt om te informeren naar de huidige datum.
Tarix nədir?
Bu gün nÉ™ gündür? – Welke dag is het vandaag?
Deze vraag wordt gebruikt om te informeren naar de dag van de week.
Bu gün nə gündür?
Dagen van de week
Bazar ertÉ™si – Maandag
Het woord bazar ertəsi wordt gebruikt om maandag aan te geven.
Bazar ertəsi işə başlayıram.
ÇərÅŸÉ™nbÉ™ axÅŸamı – Dinsdag
Het woord çərşənbə axşamı wordt gebruikt om dinsdag aan te geven.
Çərşənbə axşamı görüşümüz var.
ÇərÅŸÉ™nbÉ™ – Woensdag
Het woord çərşənbə wordt gebruikt om woensdag aan te geven.
Çərşənbə günü məktəbə gedirəm.
CümÉ™ axÅŸamı – Donderdag
Het woord cümə axşamı wordt gebruikt om donderdag aan te geven.
Cümə axşamı dostlarımla görüşəcəm.
CümÉ™ – Vrijdag
Het woord cümə wordt gebruikt om vrijdag aan te geven.
Cümə günü işdən sonra kinoya gedəcəm.
ŞənbÉ™ – Zaterdag
Het woord şənbə wordt gebruikt om zaterdag aan te geven.
Şənbə günü alış-verişə gedəcəm.
Bazar – Zondag
Het woord bazar wordt gebruikt om zondag aan te geven.
Bazar günü istirahət edəcəm.
Maanden van het jaar
Yanvar – Januari
Het woord yanvar wordt gebruikt om januari aan te geven.
Yanvar ayında tətilə gedəcəyik.
Fevral – Februari
Het woord fevral wordt gebruikt om februari aan te geven.
Fevral ayında hava soyuq olur.
Mart – Maart
Het woord mart wordt gebruikt om maart aan te geven.
Mart ayında çiçəklər açır.
Aprel – April
Het woord aprel wordt gebruikt om april aan te geven.
Aprel ayında yağış yağır.
May – Mei
Het woord may wordt gebruikt om mei aan te geven.
May ayında təbiət gözəldir.
Ä°yun – Juni
Het woord iyun wordt gebruikt om juni aan te geven.
İyun ayında dənizə gedirik.
Ä°yul – Juli
Het woord iyul wordt gebruikt om juli aan te geven.
İyul ayında isti olur.
Avqust – Augustus
Het woord avqust wordt gebruikt om augustus aan te geven.
Avqust ayında tətil bitir.
Sentyabr – September
Het woord sentyabr wordt gebruikt om september aan te geven.
Sentyabr ayında məktəb başlayır.
Oktyabr – Oktober
Het woord oktyabr wordt gebruikt om oktober aan te geven.
Oktyabr ayında yarpaqlar tökülür.
Noyabr – November
Het woord noyabr wordt gebruikt om november aan te geven.
Noyabr ayında hava soyuq olur.
Dekabr – December
Het woord dekabr wordt gebruikt om december aan te geven.
Dekabr ayında bayram var.
Seizoenen
Yaz – Lente
Het woord yaz wordt gebruikt om de lente aan te geven.
Yaz fəslində çiçəklər açır.
Yay – Zomer
Het woord yay wordt gebruikt om de zomer aan te geven.
Yay fəslində hava isti olur.
Payız – Herfst
Het woord payız wordt gebruikt om de herfst aan te geven.
Payız fəslində yarpaqlar tökülür.
Qış – Winter
Het woord qış wordt gebruikt om de winter aan te geven.
Qış fəslində qar yağır.
Vragen en antwoorden
Bugün nÉ™ gündür? – Welke dag is het vandaag?
Deze vraag wordt gebruikt om te vragen naar de dag van de week.
Bugün nə gündür?
Bugün hansı aydır? – Welke maand is het vandaag?
Deze vraag wordt gebruikt om te vragen naar de huidige maand.
Bugün hansı aydır?
Ä°lin hansı fÉ™slidir? – Welk seizoen is het?
Deze vraag wordt gebruikt om te vragen naar het huidige seizoen.
İlin hansı fəslidir?
Saat neçədir? – Hoe laat is het?
Deze vraag wordt gebruikt om te vragen naar de tijd.
Saat neçədir?
Bu gün tarix nÉ™dir? – Wat is de datum vandaag?
Deze vraag wordt gebruikt om te vragen naar de huidige datum.
Bu gün tarix nədir?
Met deze gids heb je nu een basiskennis van uitdrukkingen voor tijd en datum in het Azerbeidzjaans. Probeer deze woorden en zinnen te oefenen in je dagelijkse gesprekken om je vaardigheden verder te verbeteren. Veel succes met je taalstudie!