De kustlijn van Zuid-Afrika is een van de mooiste en meest diverse ter wereld. Van de uitgestrekte, gouden stranden tot de robuuste, rotsachtige kusten, er is voor iedereen iets te vinden. Voor degenen die Afrikaans willen leren, biedt de kust een schat aan specifieke woordenschat die zowel nuttig als interessant kan zijn. In dit artikel zullen we enkele belangrijke woorden en uitdrukkingen verkennen die je zullen helpen om je ervaring aan het strand en langs de kust in het Afrikaans te beschrijven.
Algemene Strandwoordenschat
Strand – Dit betekent “strand” in het Nederlands. Het is de plek waar zand en zee elkaar ontmoeten.
Ons gaan elke somer na die strand vir vakansie.
See – Dit betekent “zee”. De uitgestrekte massa zout water die een groot deel van het aardoppervlak bedekt.
Die kinders hou daarvan om in die see te swem.
Sand – Dit betekent “zand”. De fijne korrels gesteente die stranden bedekken.
Ek hou daarvan om met my voete in die warm sand te loop.
Son – Dit betekent “zon”. De ster die het zonnestelsel verlicht en warmte geeft.
Die son skyn helder op die strand.
Skulp – Dit betekent “schelp”. De harde buitenste laag van zeedieren zoals slakken en schelpdieren.
Ons het baie mooi skulpe op die strand gevind.
Seestroom – Dit betekent “zeestroom”. De beweging van zeewater in een bepaalde richting.
Jy moet versigtig wees vir die sterk seestroom wanneer jy swem.
Rotse – Dit betekent “rotsen”. Grote stenen die vaak langs de kustlijn te vinden zijn.
Die kinders klim graag op die rotse langs die strand.
Activiteiten aan het Strand
Swem – Dit betekent “zwemmen”. De activiteit van zich voortbewegen in water.
Ons gaan elke oggend swem in die see.
Sonbaai – Dit betekent “zonnen”. Zich aan de zon blootstellen om een bruine huid te krijgen.
My suster hou daarvan om vir ure in die son te sonbaai.
Branderplankry – Dit betekent “surfen”. De sport van het rijden op golven met een plank.
Hy het hierdie somer geleer hoe om te branderplankry.
Sandkasteel – Dit betekent “zandkasteel”. Een kasteel gemaakt van zand, meestal door kinderen.
Die kinders het ’n groot sandkasteel gebou op die strand.
Visvang – Dit betekent “vissen”. De activiteit van het vangen van vissen.
Ons het vroegoggend gaan visvang by die strandmeer.
Strandbal – Dit betekent “strandbal”. Een grote, lichte bal die vaak op het strand wordt gebruikt voor spelletjes.
Ons het ’n strandbal saamgebring om mee te speel.
Natuurlijke Elementen van de Kust
Gety – Dit betekent “getij”. De regelmatige stijging en daling van het zeeniveau veroorzaakt door de zwaartekracht van de maan en de zon.
Die gety sal later vanmiddag inkom.
Koraal – Dit betekent “koraal”. Een harde, kleurrijke structuur die door kleine zeedieren wordt gebouwd.
Ons het pragtige koraal gesien terwyl ons gesnorkel het.
Alge – Dit betekent “algen”. Eenvoudige planten die vaak in water groeien.
Die rotsagtige kuslyn was bedek met alge.
Seegras – Dit betekent “zeewier”. Een soort algen die vaak in de zee groeit.
Ons het ’n klomp seegras op die strand gevind.
Duin – Dit betekent “duin”. Een heuvel van zand, vaak gevonden aan de kust.
Die kinders het op die duine gespeel.
Dieren aan de Kust
Seemeeu – Dit betekent “meeuw”. Een vogel die vaak aan de kust te vinden is.
Die seemeeue het bo ons koppe gevlieg.
Rob – Dit betekent “zeehond”. Een zeezoogdier dat vaak aan de kust te zien is.
Ons het ’n rob op die rotse gesien lê.
Dolfyn – Dit betekent “dolfijn”. Een intelligent zeezoogdier dat vaak in groepen zwemt.
Ons het ’n groep dolfyne in die verte gesien spring.
Walvis – Dit betekent “walvis”. Het grootste zeezoogdier dat er bestaat.
Ons het ’n walvis in die verte gesien spuit.
Krap – Dit betekent “krab”. Een schaaldier met een harde schaal en klauwen.
Die kinders het ’n krap in ’n rotspoel gevind.
Jellievis – Dit betekent “kwal”. Een zeewezen met een doorzichtige, geleiachtige lichaam en tentakels.
Wees versigtig vir die jellievisse in die water.
Weersomstandigheden aan de Kust
Wind – Dit betekent “wind”. De lucht die in beweging is, vooral aan de kust vaak aanwezig.
Die wind het sterk gewaai op die strand.
Golwe – Dit betekent “golven”. Beweging van het wateroppervlak die vaak door wind wordt veroorzaakt.
Die golwe was hoog en ideaal vir branderplankry.
Storm – Dit betekent “storm”. Hevige weersomstandigheden met sterke wind en regen.
Daar het ’n storm oor die see opgesteek.
Reënboog – Dit betekent “regenboog”. Een kleurrijk verschijnsel dat verschijnt als zonlicht door regendruppels schijnt.
Ons het ’n pragtige reënboog oor die see gesien.
Mis – Dit betekent “mist”. Een wolk die dicht bij de grond hangt en het zicht belemmert.
Die mis het die hele strand bedek.
Droogte – Dit betekent “droogte”. Een lange periode zonder regen.
Die droogte het die plante langs die kuslyn beïnvloed.
Kustbescherming en Milieu
Bewaring – Dit betekent “conservatie”. De bescherming en het onderhoud van natuurlijke hulpbronnen.
Bewaring van die bewaring van die koraalriwwe is baie belangrik.
Skoonmaak – Dit betekent “schoonmaak”. Het proces van het verwijderen van vuil en afval.
Daar was ’n skoonmaak van die strand georganiseer deur vrywilligers.
Herwinning – Dit betekent “recycling”. Het proces van het opnieuw gebruiken van materialen.
Ons moet meer herwinning aanmoedig om die oseane skoon te hou.
Vullis – Dit betekent “afval”. Ongewenst materiaal of afval.
Ons het ’n groot hoeveelheid vullis op die strand opgetel.
Plastiek – Dit betekent “plastic”. Een synthetisch materiaal dat vaak vervuiling veroorzaakt.
Daar was baie plastiek bottels op die strand.
Seepark – Dit betekent “zeereservaat”. Een beschermd gebied in de zee waar vissen en andere zeedieren beschermd zijn.
Die seepark is ’n veilige hawe vir seelewe.
Met deze uitgebreide woordenschat ben je nu beter uitgerust om je ervaringen aan het strand en langs de kust in het Afrikaans te beschrijven. Of je nu een gesprek voert met de lokale bevolking of gewoon geniet van je tijd aan de kust, deze woorden en uitdrukkingen zullen je zeker van pas komen. Vergeet niet om te oefenen en deze woorden te gebruiken wanneer je de kans krijgt!