Wanneer je Japans leert, is het niet alleen belangrijk om alledaagse gesprekken te voeren, maar ook om specifieke woorden te leren die je nodig hebt om de wereld om je heen te beschrijven. Een interessant en vaak over het hoofd gezien aspect van taal is de manier waarop we texturen en materialen beschrijven. In dit artikel zullen we enkele Japanse woorden bekijken die gebruikt worden om verschillende texturen en materialen te beschrijven.
なめらか (nameraka): Dit woord wordt gebruikt om oppervlakken te beschrijven die glad en zijdezacht aanvoelen. Dit kan gebruikt worden voor huid of stoffen.
この生地はなめらかで肌触りが良い。
ざらざら (zarazara): Dit is het tegenovergestelde van ‘nameraka’ en beschrijft een ruw of korrelig oppervlak. Denk hierbij aan schuurpapier of een onafgewerkte stenen muur.
壁の表面はざらざらしています。
しっとり (shittori): Een oppervlak dat licht vochtig of licht vocht aanvoelend is zonder echt nat te zijn, zoals de huid na het aanbrengen van lotion of de aarde na een zachte regenbui.
朝露で草原がしっとりとしている。
ふわふわ (fuwafuwa): Iets dat zacht en luchtig is, vaak gebruikt om dingen zoals vers brood, kussens, of zachte dons te beschrijven.
ふわふわのパンが焼けたばかりだ。
かさかさ (kasakasa): Dit woord wordt gebruikt voor droge, schilferige of ruwe texturen zoals droge huid of afbladderende verf.
手がかさかさになってきたから、クリームを塗ろう。
つるつる (tsurutsuru): Dit adjectief beschrijft een glad, vaak geglazuurd of gepolijst oppervlak zoals tegels of een ijsbaan.
床がつるつるして滑りやすいので注意してください。
ごわごわ (gowagowa): Dit woord beschrijft een stijve of ruwe textuur, zoals die van een versleten handdoek of stugge stof.
古いタオルはごわごわしていて不快だ。
べたべた (betabeta): ‘Betabeta’ geeft een kleverige of plakkerige aanraking weer. Je zou dit woord kunnen gebruiken om de textuur van kauwgom onder een schoen of een tafel met morsen te omschrijven.
ジュースをこぼして、床がべたべたしてしまった。
さらさら (sarasa): Beschrijft een droog, korrelig gevoel zoals poeder of fijn zand. Het wordt ook gebruikt voor haar dat zacht en vloeiend is.
砂浜はさらさらして気持ちがいい。
ぎらぎら (giragira): Dit gaat over een glinsterend, schitterend oppervlak dat licht reflecteert, zoals zonlicht dat weerkaatst op water of een gepolijste diamant.
夏の太陽が水面にぎらぎらと反射している。
ひんやり (hin’yari): Dit adjectief wordt gebruikt voor een koel en verfrissend gevoel, vooral op de huid, het wordt vaak geassocieerd met een koel briesje of schaduw op een warme dag.
木陰はひんやりとして気持ちがいい。
もちもち (mochimochi): Beschrijft de chewy, elastische textuur van voedsel zoals mochi of vers brood. ‘Mochimochi’ is een zeer positieve beschrijving in de Japanse keuken.
このパンはもちもちしていておいしい。
Als je deze teksturen en materialen wil beschrijven in het Japans, is het belangrijk om sensitief te zijn voor zowel de letterlijke als de figuurlijke betekenis van deze woorden. Bijvoorbeeld, ‘さらさら'(sarasa) kan ook gebruikt worden om stromend, niet-klevend haar te beschrijven, terwijl ‘べたべた'(betabeta) soms gebruikt kan worden in figuurlijke zin om overmatige affectie of afhankelijk gedrag te omschrijven.
Het leren van deze vocabulaire zal je Japanse spreekvaardigheid verrijken en je in staat stellen om meer gedetailleerde en levendige beschrijvingen te geven. Of het nu gaat om een gesprek over kleding, eten of de natuur om je heen, je hebt nu de juiste woorden om je precies uit te drukken. Met praktijk en blootstelling zal je deze woorden steeds natuurlijker gaan gebruiken in je dagelijks leven. Veel succes met het oefenen van deze nieuwe woorden en veel plezier bij het verkennen van de vele texturen en materialen die Japan te bieden heeft!
Onthoud dat in elk aspect van taal leren de context koning is. Probeer de hierboven genoemde woorden niet alleen te onthouden, maar ze ook te gebruiken wanneer je met Japanse vrienden praat, in schrijfopdrachten of tijdens het labelen van objecten in je omgeving. Taal is een levende entiteit, en woorden krijgen pas betekenis als ze daadwerkelijk gebruikt worden in communicatie.