Als je van plan bent historische gebeurtenissen in het Japans te bespreken, is het essentieel dat je over een solide basis van relevante woordenschat beschikt. Hieronder volgt een lijst met belangrijke Japanse woorden en uitdrukkingen die je kunnen helpen bij het voeren van een dergelijk gesprek.
歴史 (れきし, rekish) – Geschiedenis
この地域は古い歴史を持っています。
Deze regio heeft een oude geschiedenis.
時代 (じだい, jidai) – Tijdperk
江戸時代は1603年から1868年まで続きました。
Het Edo-tijdperk duurde van 1603 tot 1868.
戦争 (せんそう, sensō) – Oorlog
第二次世界大戦は1939年に始まった。
De Tweede Wereldoorlog begon in 1939.
平和 (へいわ, heiwa) – Vrede
世界の平和を願っています。
Ik wens voor wereldvrede.
発見 (はっけん, hakken) – Ontdekking
新種の恐竜が発見された。
Er is een nieuwe dinosaurussoort ontdekt.
革命 (かくめい, kakumei) – Revolutie
フランス革命は1789年に起こった。
De Franse Revolutie vond plaats in 1789.
建国 (けんこく, kenkoku) – Stichting van een land
日本の建国は古い伝説によって語られています。
De stichting van Japan wordt verteld door oude legendes.
独立 (どくりつ, dokuritsu) – Onafhankelijkheid
多くの国が19世紀に独立を達成した。
Veel landen bereikten onafhankelijkheid in de 19e eeuw.
文化 (ぶんか, bunka) – Cultuur
日本文化はとても魅力的です。
De Japanse cultuur is zeer charmant.
植民地 (しょくみんち, shokuminchi) – Kolonie
かつてはアジアにも多くの植民地があった。
Er waren vroeger veel koloniën in Azië.
治世 (ちせい, chisei) – Regering (periode van een leider)
彼の治世は平和で繁栄した時期だった。
Zijn regeringstijd was een periode van vrede en welvaart.
改革 (かいかく, kaikaku) – Hervorming
その改革は経済に良い影響を与えた。
Die hervorming had een positief effect op de economie.
王朝 (おうちょう, ōchō) – Dynastie
明王朝は中国の歴史における重要な時代である。
De Ming-dynastie is een belangrijke periode in de Chinese geschiedenis.
伝統 (でんとう, dentō) – Traditie
お正月には日本の伝統的な食べ物を食べます。
Met Nieuwjaar eten we traditioneel Japans voedsel.
条約 (じょうやく, jōyaku) – Verdrag
彼らは平和条約にサインした。
Ze hebben een vredesverdrag ondertekend.
帝国 (ていこく, teikoku) – Keizerrijk
ローマ帝国は広大な領土を持っていた。
Het Romeinse Keizerrijk had een uitgestrekt gebied.
経済 (けいざい, keizai) – Economie
経済は政治に大きく影響されます。
De economie wordt sterk beïnvloed door de politiek.
合戦 (かっせん, kassen) – Slag (militaire confrontatie)
この合戦は戦争の行方を決めた。
Deze veldslag besliste de loop van de oorlog.
貴族 (きぞく, kizoku) – Adel
貴族は特権階級であった。
De adel was een geprivilegieerde klasse.
文明 (ぶんめい, bunmei) – Beschaving
古代エジプト文明は多くの発明を生んだ。
De oude Egyptische beschaving bracht veel uitvindingen voort.
憲法 (けんぽう, kenpō) – Grondwet
アメリカの憲法は1787年に書かれました。
De grondwet van de Verenigde Staten werd geschreven in 1787.
人口 (じんこう, jinkō) – Bevolking
その国の人口は急速に増えている。
De bevolking van dat land groeit snel.
移民 (いみん, imin) – Immigrant
多くの移民が新しい国で一生懸命に働いた。
Veel immigranten werkten hard in hun nieuwe land.
Het is ook nuttig om een aantal uitdrukkingen te kennen die je kunnen helpen bij het beschrijven van historische gebeurtenissen of trends.
変化を遂げる (へんかをとげる, henka wo togeru) – Een verandering ondergaan
その社会は大きな変化を遂げました。
Die maatschappij heeft een grote verandering ondergaan.
発展を遂げる (はってんをとげる, hatten wo togeru) – Ontwikkelen,
この都市は近年、大きく発展を遂げた。
Deze stad heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld.
Het leren van deze woordenschat kan je Japanse taalvaardigheden aanzienlijk verbeteren en je in staat stellen om beter deel te nemen aan gesprekken over historische thema’s. Het biedt niet alleen de noodzakelijke termen voor discussie, maar toont ook je diepe waardering en respect voor de geschiedenis en cultuur van Japan.