Arabisch is een prachtige taal die rijk is aan uitdrukkingen en zinnen, vooral als het op koken en culinaire ervaringen aankomt. Wanneer je Arabisch leert, is het niet alleen belangrijk om dagelijkse conversatie te kunnen voeren, maar ook om in de keuken en tijdens maaltijden je weg te kunnen vinden. In dit artikel springen we in een aantal nuttige Arabische woorden en zinnen die je kunt gebruiken in een culinaire context, compleet met definities en voorbeeldzinnen. Leer deze uitdrukkingen uit je hoofd om je volgende culinaire avontuur in een Arabisch-sprekend land of restaurant te verrijken!
طَبَخ (tabakh) – Koken
De actie of het proces van het bereiden van voedsel door het te verwarmen.
أحب أن أطَبَخ الكبسة في عطلة نهاية الأسبوع.
مطبخ (matbakh) – Keuken
De plaats in een huis waar voedsel wordt bereid en gekookt.
إن مطبخها مجهز بأحدث الأجهزة.
وصفة (wasfa) – Recept
Een set instructies voor het bereiden van een bepaald gerecht, inclusief een lijst van de benodigde ingrediënten.
هل يمكنك إعطائي وصفة الحمص؟
مقادير (mqaadeer) – Ingrediënten
De items en hoeveelheden voedsel die nodig zijn om een gerecht te bereiden.
يجب التحقق من المقادير قبل البدء بالطهي.
طَعام (taa’aam) – Voedsel
Elk voedzaam materiaal dat door een organisme wordt gegeten, gedronken of anderszins verteerd om het leven in stand te houden.
الطعام العربي معروف بتوابله الغنية.
تذوق (tadhaawuq) – Proeven
Het waarnemen van smaak van voedsel of drank.
يجب تذوق الطعام قبل أن تضيف الملح.
شهي (shahi) – Heerlijk
Een beschrijving voor eten dat erg goed smaakt.
البيتزا كانت شهية جداً!
حار (haar) – Pittig
Eten dat een sterk gevoel van hitte geeft vanwege de aanwezigheid van bepaalde ingrediënten zoals chilipepers.
لا أستطيع تناول الطعام الحار.
مُقَلِّي (muqalli) – Gebakken
Voedsel dat is gekookt in hete olie of vet.
أفضل الدجاج المُقَلِّي على المشوي.
مشوي (mashwi) – Gegrild
Voedsel dat wordt gekookt door het bloot te stellen aan directe hitte.
الخضروات المشوية لذيذة في هذا الفصل.
حلو (hulw) – Zoet
Een smaak die veelal geassocieerd wordt met suiker en honing.
الشاي أفضل مع قليل من الحلو.
مر (mur) – Bitter
Een van de basis smaken, vaak als niet aangenaam ervaren.
المرارة في القهوة تعطيها عمق في الطعم.
لذيذ (ladhidh) – Smakelijk
Een ander woord voor de heerlijke kwaliteit van eten.
كل ما يطبخه جدتي يكون لذيذ.
طازج (taazaj) – Vers
Voedsel dat recent is geoogst of bereid, niet oud of bedorven.
الخضروات الطازجة هي الأفضل لصنع السلطات.
تناول الطعام (tanawal al-ta’am) – Eten (de daad van)
Het proces van het consumeren van voedsel.
نتناول الطعام معاً في نهاية كل أسبوع.
مائدة (maa’ida) – Tafel (waar eten op geserveerd wordt)
Een oppervlak waarop maaltijden worden geserveerd en genuttigd.
المائدة مليئة بالأطباق الشهية.
ملعقة (mila’aqa) – Lepel
Een instrument dat vooral wordt gebruikt om vloeibare of zachte voedingsmiddelen te eten.
احتاج إلى ملعقة لأتناول الحساء.
شوكة (shoka) – Vork
Een instrument met tanden, gebruikt voor het oppakken van voedsel.
تناول السلطة بالشوكة أسهل.
سكين (sikkeen) – Mes
Een snijgereedschap dat wordt gebruikt in keukens voor het voorbereiden van voedsel.
استخدم السكين لتقطيع الخبز.
Als je de Arabische taal en haar culinaire termen beter begrijpt, krijg je een diepere waardering voor de cultuur en tradities waar eten zo’n fundamenteel onderdeel van is. Door bovenstaande woorden te leren en te gebruiken, vergroot je niet alleen je vocabulaire, maar verrijk je ook je eetervaringen en communicatie met Arabisch sprekende chefs en foodies. Zoals altijd is het belangrijk om je uitspraak te oefenen en de woorden in context te gebruiken. Neem deel aan kooklessen, bezoek lokale markten of dineer bij Arabische restaurants om je nieuw vergaarde kennis praktisch toe te passen. Smakelijk eten, of zoals ze in het Arabisch zeggen, “صحة وهنا” (sahha wa hana)!