Schepen en de zee spelen een cruciale rol in zowel de geschiedenis als de huidige economie. Daarom is het waardevol om de Duitse terminologie gerelateerd aan dit onderwerp te kennen. In dit artikel verkennen we verschillende Duitse woorden die van pas komen wanneer we het over schepen en de marine hebben.
Schiff
Een algemene term voor een vaartuig groter dan een boot, gebruikt voor het vervoeren van mensen of goederen over water.
Das Schiff hat den Hafen verlassen und ist in Richtung offenes Meer gefahren.
Kapitän
De persoon die verantwoordelijk is voor het schip en zijn bemanning.
Der Kapitän steht am Steuer und gibt die Befehle.
Mannschaft
De bemanning van het schip; iedereen die aan boord werkt.
Die Mannschaft hat sich versammelt, um die Anweisungen des Kapitäns zu hören.
Matrose
Een lid van de schipbemanning, vaak met verschillende verantwoordelijkheden.
Der junge Matrose lernte schnell und wurde bald ein unverzichtbarer Teil der Crew.
Deck
Dit is de structuur die de verschillende niveaus van een schip vormt. Het kan ook verwijzen naar de buitenlagen van een schip waar activiteiten plaatsvinden.
Alle Passagiere waren auf dem Deck, um den Sonnenuntergang zu sehen.
Rumpf
Het hoofdgedeelte van een schip; de romp.
Der Rumpf des Schiffes war stark genug, um den stürmischen Wellen standzuhalten.
Kiel
De ruggengraat van een schip dat langs de onderkant loopt en structurele steun biedt.
Der Kiel wurde beim letzten Docken inspiziert und für gut befunden.
Bug
Het voorste gedeelte van een schip.
Am Bug des Schiffes formte sich eine Gischt, als es durch die Wellen schnitt.
Heck
Het achterste deel van een schip.
Am Heck des Schiffes wehte eine Flagge im Wind.
Steuerrad
Het wiel of de hendel waarmee de koers van het schip wordt bepaald.
Der Kapitän drehte das Steuerrad, um das Schiff zu wenden.
Anker
Een zwaar voorwerp dat aan een ketting vastzit en op de bodem van het water wordt neergelaten om het schip te stoppen.
Wir haben den Anker geworfen, um hier zu übernachten.
Kajüte
Een kleine kamer op een schip, meestal voor de passagiers of de kapitein.
Die Kajüte des Kapitäns befand sich am Heck des Schiffes.
Schiffsbrücke
De plaats van waaruit het schip wordt bestuurd, vaak een verhoogd platform van waaruit de zee goed te overzien is.
Von der Schiffsbrücke aus hatte man einen perfekten Überblick über das gesamte Schiff.
Marine
Deze term verwijst naar de zeestrijdkrachten van een land.
Die Marine spielte eine entscheidende Rolle bei der Verteidigung der Küstenlinie.
U-Boot
Een schip ontworpen om onder water te opereren.
Das U-Boot tauchte in die Tiefe, um unentdeckt zu bleiben.
Zerstörer
Een oorlogsschip specifiek ontworpen voor anti-scheepsoorlogsvoering.
Der Zerstörer patrouillierte in den Gewässern, um nach feindlichen Schiffen Ausschau zu halten.
Kreuzer
Een type oorlogsschip dat meestal kleiner is dan een slagschip, maar groter dan een fregat.
Der Kreuzer war mit den neuesten Waffensystemen ausgestattet.
Fregatte
Een oorlogsschiptype dat vaak voor anti-onderzeeboot oorlogsvoering en begeleiding van grotere schepen wordt ingezet.
Die Fregatte eskortierte den Konvoi durch die gefährlichen Gewässer.
Werft
De plaats waar schepen gebouwd of gerepareerd worden.
Die Werft war voller Aktivität, da ein neues Schiff vom Stapel gelassen wurde.
Door deze woordenschat in het Duits te leren, kun je jezelf beter uitdrukken wanneer je over schepen of maritieme onderwerpen spreekt. Het is ook nuttig om te weten als je een haven bezoekt of als je interesse hebt in de marine, zij het voor professionele doeleinden of gewoon uit persoonlijke interesse. Onthoud dat taal de sleutel is tot het verbreden van je horizon en het openstellen van nieuwe werelden, dus blijf oefenen en vergroot je woordenschat elke dag.