Als ervaren taaldocent en specialist wil ik graag Nederlands sprekende taalleerders inzicht geven in een stukje Spaanse woordenschat die specifiek betrekking heeft op de natuur en het buitenleven. De natuur is niet alleen een bron van schoonheid en ontspanning, maar ook een veelvoorkomend onderwerp in gesprekken, literatuur en media. Het spreken over de natuur in het Spaans kan vooral handig zijn als je reist naar Spaanstalige landen waar prachtige landschappen en unieke natuurervaringen te vinden zijn.
Hieronder vind je een verzameling woorden en uitdrukkingen die je helpen om over de natuur en het buitenleven te praten. Bij elk woord of uitdrukking zal een definitie in het Nederlands worden gegeven, evenals een voorbeeldzin in het Spaans.
Bosque
Bos: Een grote oppervlakte bedekt met bomen en struiken.
Nos perdimos en el bosque, pero encontramos un hermoso claro.
Montaña
Berg: Een groot natuurlijk verhoging van de aarde, veel hoger dan een heuvel.
La montaña tiene la cima nevada incluso en verano.
RÃo
Rivier: Een grote, natuurlijke waterstroom die naar de zee stroomt.
El rÃo atraviesa la ciudad y desemboca en el océano.
Playa
Strand: Een zand- of kiezelstrook langs de rand van een zee of meer.
La playa estaba llena de gente disfrutando del sol.
Desierto
Woestijn: Een groot, droog, kaal gebied, vaak met zand bedekt.
El desierto es muy árido, pero tiene su propia belleza.
Mar
Zee: De uitgestrekte zoute watermassa die de grote delen van het aardoppervlak bedekt.
El sonido del mar me relaja profundamente.
Océano
Oceaan: Een van de vijf grote zoutwatergebieden op de wereld.
Quiero navegar por el océano y explorar islas desconocidas.
Lago
Meer: Een grootschalige ophoping van water op het land, omgeven door land.
Este lago es perfecto para nadar en verano.
Isla
Eiland: Een stuk land omgeven door water.
La isla tiene playas de arena blanca y palmeras.
Volcán
Vulkaan: Een berg die is ontstaan door het naar buiten stromen van gesmolten gesteente uit de aarde.
El volcán está activo y puede entrar en erupción en cualquier momento.
Flora
Flora: Het geheel van plantensoorten in een bepaald gebied.
La flora de esta región es muy diversa y colorida.
Fauna
Fauna: Het geheel van diersoorten in een bepaald gebied.
La fauna del bosque incluye ciervos, zorros y numerosas especies de aves.
Acantilado
Klif: Steile rots die loodrecht uit zee of een rivier oprijst.
El acantilado ofrece una vista impresionante del océano.
Catarata of cascada
Waterval: Een plek waar water van grote hoogte naar beneden valt.
La catarata era tan alta que el sonido del agua caÃda se oÃa a kilómetros de distancia.
Bosque lluvioso
Regenwoud: Een dicht, altijd groen woud met een grote hoeveelheid neerslag.
El bosque lluvioso es el hogar de una biodiversidad increÃble.
Sendero
Pad: Een smalle weg of spoor, meestal in een natuurlijke omgeving.
Seguimos el sendero hasta alcanzar la cima de la colina.
Cima
Top: Het hoogste punt van een berg of heuvel.
Desde la cima se podÃa apreciar todo el valle.
Valle
Vallei: Een laaggelegen gebied tussen heuvels of bergen.
El valle estaba cubierto de flores silvestres en primavera.
Campo
Veld/Landelijk gebied: Een open terrein zonder bebouwing en veelal agrarisch gebruikt.
Los niños corrÃan libremente por el campo.
Clima
Klimaat: Het gemiddelde weer of de atmosferische toestand over een lange periode in een gebied.
El clima en esta región es templado durante todo el año.
Door dit soort woorden aan je Spaanse woordenschat toe te voegen, verrijk je niet alleen je taalvaardigheid maar breid je ook je mogelijkheid uit om nieuwe omgevingen te beschrijven en te begrijpen. Taal is immers de sleutel tot het ontsluiten van nieuwe werelden en ervaringen. Vergeet niet deze woorden te oefenen, zowel in geschreven als gesproken Spaans, om je bekwaamheid in het communiceren over de natuur en het buitenleven volledig te ontwikkelen. En natuurlijk, geniet van de prachtige natuur die de Spaanstalige wereld te bieden heeft!