Als u bezig bent met het leren van Engels, of als u van plan bent een huis of appartement te kopen of te huren in een Engelssprekend land, is het kennen van de relevante woordenschat essentieel. Onroerend goed en huisvesting zijn gebieden met specifieke terminologie die soms lastig kan zijn. In dit artikel zullen we enkele van de belangrijkste termen verkennen die u kunt tegenkomen bij het omgaan met onroerend goed in het Engels, compleet met definities en voorbeeldzinnen.
Real estate – Vastgoed of onroerend goed. De echte, fysieke grond en alles permanent gehecht aan het, zoals huizen en gebouwen.
We are investing in real estate to secure our financial future.
Property – Eigendom. Een algemene term voor een stuk land, een gebouw, of beide.
They own several properties across the country.
Housing – Huisvesting. Een term die verwijst naar de ruimtes waar mensen wonen, zoals huizen en appartementen.
Affordable housing is a critical issue in many cities.
Mortgage – Hypotheek. Een lening specifiek voor het financieren van de aankoop van een onroerend goed.
They’re planning to pay off their mortgage over 20 years.
Landlord – Verhuurder. De eigenaar van een onroerend goed dat wordt verhuurd aan een ander.
The landlord is responsible for the building maintenance.
Tenant – Huurder. Een persoon die woon- of bedrijfsruimte huurt van een verhuurder.
The tenant signed a one-year lease for the apartment.
Lease – Huurcontract. Een contract tussen een verhuurder en huurder waarin de voorwaarden voor de huur van een eigendom zijn vastgelegd.
She has a lease that will end in May next year.
Rent – Huur. Het bedrag dat een huurder periodiek aan een verhuurder betaalt voor het gebruik van een eigendom.
The monthly rent for this apartment is $1,500.
Real estate agent – Makelaar. Een gekwalificeerd persoon die kopers en verkopers van onroerend goed helpt bij het begeleiden van transacties.
I’m meeting with the real estate agent to discuss selling my house.
Listing – Aanbieding. Een officiële aankondiging dat een eigendom te koop of te huur is.
There are ten new listings in the neighborhood this week.
Appraisal – Taxatie. Een schatting van de waarde van een eigendom door een gekwalificeerde professional.
The appraisal came in higher than we expected.
Equity – Eigen vermogen. Het verschil tussen de waarde van een eigendom en het uitstaande bedrag van de hypotheek.
Homeowners can take out loans against the equity in their homes.
Foreclosure – Gedwongen verkoop. Het proces waarbij een leningverstrekker bezit neemt van een eigendom als de hypotheek niet wordt betaald.
The house went into foreclosure after the owner failed to make payments.
Down payment – Aanbetaling. Een deel van de koopprijs van een onroerend goed dat de koper direct betaalt, meestal in contanten.
They saved up for three years to make a 20% down payment on their new home.
Offer – Bod. Een formeel voorstel van een koper aan een verkoper om een eigendom te kopen tegen een bepaalde prijs.
We’ve made an offer on the house, and now we’re waiting for a response.
Escrow – Depot. Een rekening waar geld of eigendommen tijdelijk worden bewaard tot een transactie is voltooid.
The buyer’s earnest money was held in escrow until the closing date.
Closing – Afsluiting. De finale stap in de overdracht van een eigendom waar alle afspraken worden afgerond en de documenten worden ondertekend.
Closing on the house is scheduled for next Friday.
Title – Eigendomstitel. Het officiële document dat aantoont wie de eigenaar is van een bepaalde onroerend goed.
The title will be transferred to the new owner after the sale is complete.
Het beheersen van deze terminologie zal niet alleen uw Engelse woordenschat verbeteren, maar u ook voorbereiden op de omgang met onroerend goed, of dat nu in persoonlijke of professionele context is. Het is ook van vitaal belang te onthouden dat juridische termen en procedures kunnen variëren tussen Engelssprekende landen, dus het is altijd het beste om deskundig advies in te winnen in het specifieke land waar u mee te maken heeft.
Het leren van de essentiële woordenschat in onroerend goed en huisvesting is een zeer belangrijke stap. En zoals bij de meeste aspecten van taalverwerving, is oefenen met native speakers, het lezen van lokale kranten en tijdschriften, en het gebruikmaken van multimedia materiaal de sleutel tot het verwerven van vloeiendheid in deze specifieke sectoren van de Engelse taal.