Forming Adjectives Oefeningen voor Engelse grammatica

Internet platform for language teachers and grammar exercises 

In dit artikel gaan we ons concentreren op het vormen van bijvoeglijke naamwoorden in het Engels. Het vormen van bijvoeglijke naamwoorden is een belangrijke vaardigheid om je Engelse vocabulaire uit te breiden en meer beschrijvend te zijn in je uitdrukkingen. Bijvoeglijke naamwoorden geven informatie over substantieven, waardoor je gedetailleerder kunt zijn in je beschrijvingen en gesprekken levendiger kunt maken. De volgende oefeningen zullen je helpen bij het oefenen van deze taalregels, en zullen je begrip van het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in het Engels verbeteren.

We beginnen met enkele basisregels voor het vormen van bijvoeglijke naamwoorden, zoals het toevoegen van bepaalde achtervoegsels aan zelfstandige naamwoorden of werkwoorden. Vervolgens gaan we over naar meer complexe structuren. De oefeningen zijn ontworpen om zowel je begrip van de regels te testen als om je een kans te geven om ze in praktijk te brengen. Laten we beginnen en success met de oefeningen!

Oefening 1: Achtervoegsels toevoegen aan zelfstandige naamwoorden en werkwoorden

The boy’s joke was not very *funny* (Amusing).

She did an incredibly *brave* (Courageous) act.

This puzzle is particularly *challenging* (Difficult).

He’s known for being highly *creative* (Innovative).

Their performance was absolutely *flawless* (Perfect).

The countryside is so *peaceful* (Calm) in the morning.

It’s an incredibly *expensive* (Costly) watch.

The weather today is *delightful* (Pleasing).

The documentary was very *educational* (Informative).

She had a *mysterious* (Secretive) smile on her face.

The chef made a *delicious* (Tasty) meal.

His arguments were very *persuasive* (Convincing).

The blanket was *colorful* (Vibrant).

She gave a *warm* (Hearty) welcome to the guests.

The old house looks quite *spooky* (Eerie).

Oefening 2: Adjectieven vormen door gebruik te maken van voorvoegsels

It was *unbelievable* (Not credible) how much he could eat.

The forest path was *unclear* (Not obvious).

She found his behavior to be quite *unacceptable* (Not permissible).

The solution to the problem was quite *straightforward* (Simple).

The terms of the agreement were *unjust* (Not fair).

His response to the mistake was *inappropriate* (Not suitable).

After the storm, the bridge was *unstable* (Not steady).

The cake was *inedible* (Not fit to be eaten).

He apologized for his *inconsiderate* (Not thoughtful) remarks.

The rumor turned out to be completely *unfounded* (Without basis).

The vase was almost *indestructible* (Not breakable).

The student was feeling *uneasy* (Not comfortable).

Her explanation was quite *incomprehensible* (Not understandable).

The book was *unreadable* (Not able to be read).

Throughout the ordeal, she remained *unshaken* (Not disturbed).

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller