In de Italiaanse taal zijn de verleden tijden Passato Remoto en Trapassato Remoto van essentieel belang voor het vertellen van gebeurtenissen die in het verre verleden hebben plaatsgevonden. Passato Remoto wordt gebruikt voor acties die volledig zijn afgesloten en gebeurden binnen een historische of heel verre context. Trapassato Remoto, daarentegen, is een nog minder voorkomende tijd en wordt voornamelijk gezien in literaire werken. Het verwijst naar acties die plaatsvonden voor andere acties in het verleden, voorafgaand aan gebeurtenissen die al in Passato Remoto worden beschreven.
Deze oefeningen zijn bedoeld om je kennis van deze twee Italiaanse verleden tijden te toetsen en te verstevigen. Concentreer je op de context van de zinnen om te bepalen welke tijd je moet gebruiken. Vul de ontbrekende werkwoorden in en oefen je vaardigheden in het herkennen en toepassen van Passato Remoto en Trapassato Remoto in het Italiaans.
Exercise 2: Trapassato Remoto Practice
Appena il re *ebbe firmato* il trattato, la guerra si concluse. (had getekend)
Non appena noi *fummo arrivati* al cinema, il film iniziò. (waren aangekomen)
Dopo che tu *avesti letto* il libro, mi prestasti il tuo esemplare. (had gelezen)
Dopo che loro *ebbero cenato*, si recarono a teatro. (hadden gegeten)
Non appena il sole *fu tramontato*, le stelle apparvero brillanti in cielo. (was ondergegaan)
Appena io *ebbi finito* di lavorare, presi una lunga vacanza. (had afgemaakt)
Dopo che voi *aveste discusso* quei dettagli, firmaste il contratto. (hadden besproken)
Autorizzarono il volo dopo che il pilota *ebbe controllato* l’aereo. (had gecontroleerd)
Appena il capitano *ebbe dato* l’ordine, l’equipaggio alzò le ancore. (had gegeven)
Trovò immediatamente lavoro dopo che *ebbe conseguito* la laurea. (had behaald)
Dopo che la tempesta *fu passata*, uscimmo di casa per valutare i danni. (was overgegaan)
Il cantante *ebbe iniziato* a cantare appena le luci si spensero. (was begonnen)
Dopo che gli ospiti *furono andati* via, iniziammo a pulire la casa. (waren weggegaan)
Appena i giudici *ebbero preso* una decisione, l’annunciarono in aula. (hadden genomen)
Non iniziammo a mangiare fino a che il nonno *non ebbe pronunciato* la benedizione. (had uitgesproken)
