De Franse taal kent een diversiteit aan voornaamwoorden en aanwijzende voornaamwoorden en lidwoorden, ook wel bekend als ‘pronoms et déterminants démonstratifs’. Deze oefeningen zijn ontworpen om je kennis en gebruik van deze grammaticale termen te versterken. Goed gebruik van deze woorden kan helpen bij het duidelijker en nauwkeuriger maken van je zinnen in het Frans.
In de volgende oefeningen werk je met verschillende zinnen waar je het juiste aanwijzend voornaamwoord of lidwoord moet invullen. Deze oefening zal je helpen om het verschil te leren tussen woorden zoals ‘celui’, ‘celle’, ‘ceux’, ‘celles’ en de aanwijzende lidwoorden ‘ce’, ‘cet’, ‘cette’ en ‘ces’. Veel succes!
Oefening 1: Aanwijzende voornaamwoorden
*Ce* (mannelijk enkelvoud) livre est passionnant. Tu devrais le lire.
J’ai choisi *cette* (vrouwelijk enkelvoud) robe parce qu’elle est très élégante.
Tu vois *ces* (meervoud) enfants là-bas ? Ils sont mes cousins.
Je préfère *celui* (mannelijk enkelvoud) avec les rayures.
Entre *celles* (vrouwelijk meervoud) que tu as montrées, je préfère la première.
*Celui* (mannelijk enkelvoud) qui a gagné la course est mon ami.
*Celles* (vrouwelijk meervoud) qui sont sur la table sont plus fraîches.
*Ce* (neutraal enkelvoud) que tu as dit est très intéressant.
*Cet* (mannelijk enkelvoud met klinker) homme là est mon oncle.
Nous irons vers *celle* (vrouwelijk enkelvoud) que tu as mentionnée hier.
Regarde *ceux* (mannelijk meervoud) qui dansent au milieu de la salle.
Elle a préféré *celui-ci* (mannelijk enkelvoud nabij) au lieu de celui-là.
*Ce* (neutraal enkelvoud) chien est plus gentil que celui que tu as vu.
Il porte *cette* (vrouwelijk enkelvoud) chemise qui lui va si bien.
Choisis *celui-là* (mannelijk enkelvoud ver) et pas celui-ci.
Oefening 2: Aanwijzende lidwoorden
*Ces* (meervoud) fleurs sont pour toi.
*Ce* (mannelijk enkelvoud) livre a changé ma vie.
*Cette* (vrouwelijk enkelvoud) fois, tu as complètement raison.
Je ne trouve pas *cet* (mannelijk enkelvoud met klinker) outil dans la boîte.
*Ces* (meervoud) gens ont l’air très sympas.
*Ce* (mannelijk enkelvoud) chien aboie constamment.
Tu peux passer par *cette* (vrouwelijk enkelvoud) porte, elle est ouverte.
*Cet* (mannelijk enkelvoud met klinker) enfant est vraiment curieux.
Il faut que tu lises *ce* (neutraal enkelvoud) chapitre pour demain.
*Cette* (vrouwelijk enkelvoud) femme là est la directrice de l’école.
Prends *ces* (meervoud) clés, elles ouvrent toutes les portes.
Pourquoi *cette* (vrouwelijk enkelvoud) expression est-elle si compliquée ?
*Ce* (mannelijk enkelvoud) genre de comportement n’est pas acceptable.
As-tu vu *cet* (mannelijk enkelvoud met klinker) article dans le journal ?
*Ces* (meervoud) films sont les meilleurs de l’année.