Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met voorzetselzinnen voor Urdu-grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je voorzetselzinnen correct gebruikt in het Urdu. Let goed op het voorzetsel dat hoort bij het werkwoord of zelfstandig naamwoord in de zin. De hint helpt je om het juiste voorzetsel te kiezen en zo de zin grammaticaal correct te maken.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voorzetsels met plaats en tijd in Urdu

1. Hij woont *in* Lahore. (Gebruik het voorzetsel dat een plaats aanduidt.)
2. We ontmoeten elkaar *bij* het station. (Gebruik het voorzetsel voor een ontmoetingsplek.)
3. De les begint *om* acht uur. (Gebruik het voorzetsel voor tijdstip.)
4. Ze zitten *onder* de boom. (Gebruik het voorzetsel dat een plaats onder iets aangeeft.)
5. Hij werkt *aan* een project. (Gebruik het voorzetsel dat ‘bezig zijn met’ uitdrukt.)
6. De kat springt *op* de tafel. (Gebruik het voorzetsel voor iets dat zich bovenop bevindt.)
7. We reizen *naar* Karachi. (Gebruik het voorzetsel dat een richting of bestemming aangeeft.)
8. Zij wachten *voor* het gebouw. (Gebruik het voorzetsel dat ‘ervoor’ betekent.)
9. Het boek ligt *naast* de lamp. (Gebruik het voorzetsel dat ‘ernaast’ betekent.)
10. De vergadering is *in* de middag. (Gebruik het voorzetsel voor een deel van de dag.)

Oefening 2: Voorzetselzinnen met oorzaak en reden in Urdu

1. Hij is ziek *van* de kou. (Gebruik het voorzetsel dat een oorzaak aangeeft.)
2. Ze lacht *om* de grap. (Gebruik het voorzetsel dat ‘om iets’ betekent als reden.)
3. We zijn trots *op* onze prestaties. (Gebruik het voorzetsel dat ‘trots zijn op’ uitdrukt.)
4. Hij belt *met* zijn vriend. (Gebruik het voorzetsel dat contact uitdrukt.)
5. Ze is bang *voor* spinnen. (Gebruik het voorzetsel dat angst voor iets uitdrukt.)
6. Ik interesseer me *voor* muziek. (Gebruik het voorzetsel dat interesse aanduidt.)
7. Hij bedankt haar *voor* de hulp. (Gebruik het voorzetsel dat dankbaarheid uitdrukt.)
8. We discussiëren *over* het plan. (Gebruik het voorzetsel dat het onderwerp van de discussie aanduidt.)
9. Zij is jaloers *op* haar zus. (Gebruik het voorzetsel dat jaloezie uitdrukt.)
10. Hij is blij *met* het cadeau. (Gebruik het voorzetsel dat tevredenheid uitdrukt.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot