Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met voorzetsels van doel voor Urdu-grammatica

In deze oefeningen ga je werken met voorzetsels van doel in de Urdu-grammatica. Deze voorzetsels worden gebruikt om aan te geven voor welk doel iets bedoeld is. Je leert hoe je deze voorzetsels correct toepast in zinnen. Let goed op de hint bij elke zin zodat je het juiste voorzetsel kunt kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voorzetsels van doel in eenvoudige zinnen

1. Ik ga naar de winkel *voor* boodschappen. (Hint: Gebruik het voorzetsel dat aangeeft dat je iets doet om iets te krijgen.)
2. Zij studeert *voor* haar examen. (Hint: Het voorzetsel geeft het doel van haar studie aan.)
3. We kopen een cadeau *voor* de verjaardag van onze vriend. (Hint: Dit voorzetsel geeft het doel aan van het cadeau.)
4. Hij werkt hard *voor* zijn toekomst. (Hint: Het voorzetsel geeft aan dat iets bedoeld is om iets in de toekomst te bereiken.)
5. De leraar geeft uitleg *voor* de leerlingen. (Hint: Dit voorzetsel geeft aan voor wie iets bedoeld is.)
6. Ik oefen elke dag *voor* het concert. (Hint: Het voorzetsel toont het doel van het oefenen.)
7. Zij maakt een tekening *voor* haar moeder. (Hint: Het voorzetsel geeft aan voor wie de tekening is.)
8. We sparen geld *voor* een nieuwe auto. (Hint: Dit voorzetsel geeft aan met welk doel je spaart.)
9. Hij zorgt *voor* zijn kleine zusje. (Hint: Het voorzetsel geeft aan dat hij iets doet ten behoeve van iemand anders.)
10. De dokter werkt *voor* het ziekenhuis. (Hint: Het voorzetsel geeft aan voor welke organisatie iemand werkt.)

Oefening 2: Voorzetsels van doel in langere zinnen

1. De student schrijft een essay *voor* zijn literatuurcursus. (Hint: Gebruik het voorzetsel dat het doel van het essay aangeeft.)
2. Wij organiseren een feest *voor* het afscheid van onze collega. (Hint: Het voorzetsel geeft aan voor welk doel het feest is.)
3. Zij koopt bloemen *voor* haar grootmoeder om haar te bedanken. (Hint: Het voorzetsel toont voor wie de bloemen zijn bedoeld.)
4. De kinderen oefenen dansen *voor* het schooloptreden. (Hint: Het voorzetsel geeft het doel van het oefenen aan.)
5. Hij neemt extra lessen *voor* het verbeteren van zijn taalvaardigheid. (Hint: Het voorzetsel toont het doel van de lessen.)
6. We plannen een reis *voor* de zomervakantie. (Hint: Het voorzetsel geeft het doel of tijdstip van de reis aan.)
7. De kunstenaar maakt een schilderij *voor* een tentoonstelling in het museum. (Hint: Gebruik het voorzetsel dat het doel van het schilderij aangeeft.)
8. De vrijwilligers werken *voor* een goed doel. (Hint: Het voorzetsel toont het doel waarvoor ze werken.)
9. Zij schrijft een brief *voor* haar vriend die in het buitenland woont. (Hint: Het voorzetsel geeft aan voor wie de brief is bedoeld.)
10. De chef-kok bereidt een maaltijd *voor* de gasten van het restaurant. (Hint: Gebruik het voorzetsel dat aangeeft voor wie de maaltijd is.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot