Oefening 1: Basis hoofdtelwoorden in het Turks
2. Zij hebben *iki* boeken gelezen. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 2)
3. Wij zien *üç* vogels in de tuin. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 3)
4. Jij hebt *dört* potloden nodig. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 4)
5. Er zijn *beş* kinderen in de klas. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 5)
6. Mijn broer heeft *altı* auto’s gezien. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 6)
7. Ik drink elke ochtend *yedi* glazen water. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 7)
8. Er zijn *sekiz* stoelen in de kamer. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 8)
9. Zij eet *dokuz* druiven per dag. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 9)
10. Wij hebben *on* vrienden uitgenodigd. (Hint: gebruik het Turkse woord voor het getal 10)
Oefening 2: Volgorde en hoeveelheden met hoofdtelwoorden
2. Zij staat op de *ikinci* plaats in de rij. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ’tweede’)
3. Het is de *üçüncü* keer dat hij komt. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘derde’)
4. Hij neemt de *dördüncü* trein vanmorgen. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘vierde’)
5. De *beşinci* dag van de week is vrijdag. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘vijfde’)
6. Mijn zus is de *altıncı* leerling in de klas. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘zesde’)
7. Dit is de *yedinci* pagina van het boek. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘zevende’)
8. Zij woont op de *sekizinci* verdieping. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘achtste’)
9. Ik ben de *dokuzuncu* gast die aankomt. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ‘negende’)
10. Het is de *onuncu* keer dat we deze film zien. (Hint: gebruik het Turkse woord voor ’tiende’)