Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met meervoudsnamen voor Thaise grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je meervoudsnamen in het Thais gebruikt. Meervoudsvormen in het Thais worden vaak gevormd door het gebruik van maatwoorden en context, omdat er geen directe meervoudsvorm zoals in het Nederlands is. Je oefent hier met het herkennen en toepassen van meervoudsuitdrukkingen in simpele Thaise zinnen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Meervoudswoorden met maatwoorden

1. Ik heb drie *katoenbomen* in mijn tuin. (Let op: het Thaise woord voor katoenboom is “ต้นฝ้าย” en maatwoord is “ต้น”)
2. Zij koopt vijf *boeken* in de winkel. (Boek is “หนังสือ” en het maatwoord is “เล่ม”)
3. We zien vier *auto’s* op de straat. (Auto is “รถ” en het maatwoord is “คัน”)
4. Hij eet twee *appels* bij het ontbijt. (Appel is “แอปเปิ้ล” en het maatwoord is “ลูก”)
5. Zij hebben zes *stoelen* in de kamer. (Stoel is “เก้าอี้” en maatwoord is “ตัว”)
6. De markt verkoopt tien *bananen*. (Banaan is “กล้วย” en maatwoord is “หวี”)
7. Ik zie zeven *vogels* in de boom. (Vogel is “นก” en maatwoord is “ตัว”)
8. We brengen acht *flessen* water mee. (Fles is “ขวด” en maatwoord is “ขวด”)
9. Hij geeft negen *pennen* aan zijn vriend. (Pen is “ปากกา” en maatwoord is “ด้าม”)
10. Zij hebben vier *huizen* in het dorp. (Huis is “บ้าน” en maatwoord is “หลัง”)

Oefening 2: Meervoudsvormen in zinnen met aanwijzingen

1. De leraar heeft drie *studenten* in de klas. (Student is “นักเรียน”, meervoud door context en maatwoord “คน”)
2. Mijn moeder koopt twee *katten* bij de dierenwinkel. (Kat is “แมว” en maatwoord is “ตัว”)
3. We hebben vijf *tafels* in de eetkamer staan. (Tafel is “โต๊ะ” en maatwoord is “ตัว”)
4. De kinderen spelen met vier *ballen* op het veld. (Bal is “ลูกบอล” en maatwoord is “ลูก”)
5. Hij leest zes *kranten* elke ochtend. (Kranten is “หนังสือพิมพ์” en maatwoord is “ฉบับ”)
6. Ze drinken zeven *glazen* sap na het sporten. (Glas is “แก้ว” en maatwoord is “แก้ว”)
7. We hebben acht *vissen* in de vijver. (Vis is “ปลา” en maatwoord is “ตัว”)
8. De winkel verkoopt tien *telefoons*. (Telefoon is “โทรศัพท์” en maatwoord is “เครื่อง”)
9. Hij heeft vier *broers* in zijn familie. (Broer is “พี่ชาย” of “น้องชาย”, meervoud door context en maatwoord “คน”)
10. Zij dragen vijf *jurken* naar het feest. (Jurk is “ชุดเดรส” en maatwoord is “ชุด”)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot