Werkwoordontkenningsoefeningen voor Thaise grammatica – Oefening 1
2. Ik *ไม่ไป* naar school morgen. (Gebruik “mai” voor ontkenning in de toekomst.)
3. Wij *ไม่มี* een auto. (Gebruik “mai mee” om bezit te ontkennen.)
4. Jij *ไม่ชอบ* hete pepers. (Gebruik “mai” om voorkeur te ontkennen.)
5. Hij *ไม่ทำ* zijn huiswerk gisteren. (Gebruik “mai” voor verleden tijd ontkenning.)
6. Zij *ไม่พูด* Thais goed. (Gebruik “mai” voor ontkenning van een vaardigheid.)
7. Ik *ไม่มี* geld bij me. (Gebruik “mai mee” om bezit te ontkennen.)
8. Wij *ไม่ดู* televisie elke avond. (Gebruik “mai” om regelmaat te ontkennen.)
9. Jij *ไม่เข้าใจ* de les. (Gebruik “mai” om begrip te ontkennen.)
10. Hij *ไม่ใช่* leraar. (Gebruik “mai chai” om een zijn-werkwoord te ontkennen.)
Werkwoordontkenningsoefeningen voor Thaise grammatica – Oefening 2
2. Ik *ไม่ชอบ* koffie in de ochtend. (Gebruik “mai” om voorkeur te ontkennen.)
3. Wij *ไม่มี* tijd om te eten. (Gebruik “mai mee” om bezit te ontkennen.)
4. Jij *ไม่รู้* het antwoord. (Gebruik “mai” om weten te ontkennen.)
5. Hij *ไม่เดิน* naar het werk. (Gebruik “mai” om actie te ontkennen.)
6. Zij *ไม่ดื่ม* melk. (Gebruik “mai” om drinken te ontkennen.)
7. Ik *ไม่เข้า* de winkel vandaag. (Gebruik “mai” voor ontkenning van binnen gaan.)
8. Wij *ไม่ชอบ* regenachtige dagen. (Gebruik “mai” om voorkeur te ontkennen.)
9. Jij *ไม่มี* een pen om te schrijven. (Gebruik “mai mee” om bezit te ontkennen.)
10. Hij *ไม่พูด* Engels thuis. (Gebruik “mai” om spreken te ontkennen.)