Oefening 1: Tegenwoordige voltooide tijd met werkwoorden over dagelijkse activiteiten
2. Jij *ไป* al gegaan (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘gaan’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
3. Zij *ทำ* al gedaan (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘doen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
4. Wij *เรียน* al geleerd (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘leren’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
5. Jullie *ดู* al gekeken (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘kijken’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
6. Hij *เขียน* al geschreven (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘schrijven’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
7. Ik *นอน* al geslapen (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘slapen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
8. Zij *พูด* al gesproken (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘spreken’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
9. Wij *ฟัง* al geluisterd (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘luisteren’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
10. Jij *ซื้อ* al gekocht (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘kopen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
Oefening 2: Tegenwoordige voltooide tijd met werkwoorden over dagelijkse routines
2. Wij *ทำงาน* al gewerkt (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘werken’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
3. Jij *เดิน* al gelopen (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘lopen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
4. Ik *อ่าน* al gelezen (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘lezen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
5. Zij *ว่าย* al gezwommen (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘zwemmen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
6. Jullie *นั่ง* al gezeten (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘zitten’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
7. Hij *ขับ* al gereden (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘rijden’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
8. Wij *ทำความสะอาด* al schoongemaakt (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘schoonmaken’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
9. Jij *โทร* al gebeld (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘bellen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).
10. Ik *เล่น* al gespeeld (gebruik het Thaise werkwoord voor ‘spelen’ in de tegenwoordige voltooide tijd).