Oefening 1: Enkelvoudige zelfstandige naamwoorden
2. Mijn *pas* ligt op tafel. (Hint: kies het mannelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘paspoort’)
3. De *voda* is koud. (Hint: kies het vrouwelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘water’)
4. Zijn *auto* staat buiten. (Hint: kies het mannelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘auto’)
5. De *knjiga* ligt open. (Hint: kies het vrouwelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘boek’)
6. Een *sto* is gemaakt van hout. (Hint: kies het mannelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ’tafel’)
7. De *ptica* zingt mooi. (Hint: kies het vrouwelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘vogel’)
8. Het *sunce* schijnt fel. (Hint: kies het onzijdig enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘zon’)
9. Mijn *telefon* is nieuw. (Hint: kies het mannelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ’telefoon’)
10. De *reka* stroomt snel. (Hint: kies het vrouwelijk enkelvoud zelfstandig naamwoord voor ‘rivier’)
Oefening 2: Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden
2. Imamo dva *pasa* u dvorištu. (Hint: meervoud mannelijk zelfstandig naamwoord van ‘hond’)
3. Pet *voda* je potrebno za piće. (Hint: meervoud vrouwelijk zelfstandig naamwoord van ‘water’)
4. Njihovi *automobili* su parkirani. (Hint: meervoud mannelijk zelfstandig naamwoord van ‘auto’)
5. Četiri *knjige* su na polici. (Hint: meervoud vrouwelijk zelfstandig naamwoord van ‘boek’)
6. Stolići su napravljeni od drveta. (Hint: meervoud mannelijk zelfstandig naamwoord van ’tafel’, verkleinvorm)
7. Ptice pevaju ujutru. (Hint: meervoud vrouwelijk zelfstandig naamwoord van ‘vogel’)
8. Sunca na nebu ima mnogo. (Hint: meervoud onzijdig zelfstandig naamwoord van ‘zon’)
9. Telefoni su uključeni. (Hint: meervoud mannelijk zelfstandig naamwoord van ’telefoon’)
10. Reke teku brzo. (Hint: meervoud vrouwelijk zelfstandig naamwoord van ‘rivier’)