Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Voorzetsels van richtingoefeningen voor Poolse grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je de juiste voorzetsels van richting in het Pools gebruikt. Let goed op de context en de betekenis van het voorzetsel om de juiste keuze te maken. De hint in elke zin helpt je om het juiste voorzetsel te kiezen dat aangeeft waar iemand naartoe gaat of waar iets naartoe beweegt.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Voorzetsels van richting – Oefening 1

1. Ik ga *do* de winkel om boodschappen te doen. (Hint: gebruik het voorzetsel dat ‘naar’ betekent voor plaatsen)
2. Zij loopt *na* het park om te joggen. (Hint: gebruik het voorzetsel dat ‘doorheen’ of ‘langs’ kan betekenen)
3. Wij reizen morgen *do* Polen voor vakantie. (Hint: gebruik hetzelfde voorzetsel als in zin 1)
4. Hij springt *na* de rivier om het water over te steken. (Hint: hetzelfde als zin 2)
5. De kat rent *na* het huis als hij de vogel ziet. (Hint: gebruik het voorzetsel voor ‘naar een gebouw toe’)
6. De kinderen fietsen *do* school elke dag. (Hint: hetzelfde als zin 1 en 3)
7. Zij gaat *do* de bibliotheek om een boek te lenen. (Hint: dezelfde als bij winkelen)
8. We lopen *na* de brug om aan de andere kant te komen. (Hint: hetzelfde als in zin 2 en 4)
9. Hij rijdt *do* het station om de trein te nemen. (Hint: hetzelfde als bij winkel en school)
10. De hond rent *na* het park als hij speelt. (Hint: hetzelfde als in zin 2, 4 en 8)

Voorzetsels van richting – Oefening 2

1. Ik ga *na* Warschau om mijn familie te bezoeken. (Hint: gebruik het voorzetsel dat ‘naar’ betekent bij steden)
2. Zij reist *do* Kraków voor een conferentie. (Hint: gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij plaatsen)
3. We gaan morgen *na* het museum om kunst te bekijken. (Hint: gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij specifieke gebouwen)
4. Hij loopt *do* het plein om vrienden te ontmoeten. (Hint: gebruik het voorzetsel voor ‘naar’ bij open plekken)
5. De kinderen rennen *na* het park om te spelen. (Hint: gebruik het voorzetsel dat ‘naar’ betekent bij buitenplaatsen)
6. Zij rijdt *do* het ziekenhuis voor een afspraak. (Hint: hetzelfde als in zin 2 en 4)
7. Ik loop *na* het café voor een kopje koffie. (Hint: hetzelfde als zin 3 en 5)
8. Hij gaat *do* de markt om verse producten te kopen. (Hint: hetzelfde als in zin 2, 4 en 6)
9. Wij reizen *na* het strand om te ontspannen. (Hint: hetzelfde als in zin 1, 3 en 5)
10. Zij fietst *do* het park om te sporten. (Hint: hetzelfde als in zin 2, 4, 6 en 8)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot