Oefening 1: Plaatsing van bijwoorden van frequentie in Perzische zinnen
2. Zij eet *zodtar* het ontbijt. (zodtar betekent vaak)
3. Wij bezoeken *gahigah* onze grootouders. (gahigah betekent soms)
4. Hij werkt *kame* in het weekend. (kame betekent zelden)
5. Jullie reizen *hichvaght* niet zonder paspoort. (hichvaght betekent nooit)
6. De kinderen spelen *hamvare* in de tuin.
7. Mijn vader leest *zodtar* de krant.
8. Jij kijkt *gahigah* naar films op zaterdag.
9. Zij bellen *kame* hun vrienden tijdens de week.
10. Wij eten *hichvaght* fastfood.
Oefening 2: Kies het juiste bijwoord van frequentie voor de zin
2. Zij gaat *zodtar* naar de sportschool. (zodtar betekent vaak)
3. Wij zien onze buren *gahigah*. (gahigah betekent soms)
4. Hij maakt *kame* fouten op zijn werk. (kame betekent zelden)
5. Jullie komen *hichvaght* te laat.
6. De leraar controleert *hamvare* de huiswerkopdrachten.
7. Mijn zus belt mij *zodtar* op zondag.
8. Jij studeert *gahigah* in de bibliotheek.
9. Zij gebruikt *kame* haar telefoon tijdens de les.
10. Wij eten *hichvaght* junkfood.