Oefening 1: Gebruik van gebiedende zinnen met regelmatige werkwoorden
2. *Lukk* døren, vær så snill. (Hint: Gebiedende vorm van “å lukke” – sluiten)
3. *Skriv* navnet ditt her. (Hint: Gebiedende vorm van “å skrive” – schrijven)
4. *Lytt* til læreren. (Hint: Gebiedende vorm van “å lytte” – luisteren)
5. *Vent* litt her. (Hint: Gebiedende vorm van “å vente” – wachten)
6. *Snakk* sakte, takk. (Hint: Gebiedende vorm van “å snakke” – spreken)
7. *Les* boka nøye. (Hint: Gebiedende vorm van “å lese” – lezen)
8. *Rydd* rommet ditt. (Hint: Gebiedende vorm van “å rydde” – opruimen)
9. *Hjelp* meg med oppgaven. (Hint: Gebiedende vorm van “å hjelpe” – helpen)
10. *Kjøp* brød på butikken. (Hint: Gebiedende vorm van “å kjøpe” – kopen)
Oefening 2: Gebiedende zinnen met onregelmatige werkwoorden en modale vormen
2. *Vær* stille i klassen. (Hint: Gebiedende vorm van “å være” – zijn)
3. *Ta* boken fra bordet. (Hint: Gebiedende vorm van “å ta” – nemen)
4. *Kom* hit nå! (Hint: Gebiedende vorm van “å komme” – komen)
5. *Se* på tavla. (Hint: Gebiedende vorm van “å se” – kijken)
6. *Gi* meg blyanten. (Hint: Gebiedende vorm van “å gi” – geven)
7. *Drikk* vann hver dag. (Hint: Gebiedende vorm van “å drikke” – drinken)
8. *Venn* meg til de nye reglene. (Hint: Gebiedende vorm van “å venne” – wennen, let op dat dit werkwoord niet vaak als gebiedende wordt gebruikt, maar hier als voorbeeld)
9. *Legg* boka på bordet. (Hint: Gebiedende vorm van “å legge” – leggen)
10. *Husk* å låse døren. (Hint: Gebiedende vorm van “å huske” – herinneren)