Oefening 1: Bepaalde lidwoorden bij mannelijke en vrouwelijke woorden
2. Han kjøpte *huset* i går. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een onzijdig woord in het enkelvoud.)
3. Vi besøkte *skolen* i byen. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een vrouwelijke school.)
4. Barna leker med *ballen* ute. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een mannelijke bal.)
5. Hun fant *katten* i hagen. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een vrouwelijke kat.)
6. Jeg hørte *musikken* i radioen. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een vrouwelijke muziek.)
7. De bor i *leiligheten* i sentrum. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een vrouwelijke flat.)
8. Han skrev i *boken* sin. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een vrouwelijke boek.)
9. Vi spiste middag i *restauranten*. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een vrouwelijke restaurant.)
10. Jeg så *gutten* på skolen. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een mannelijke jongen.)
Oefening 2: Bepaalde lidwoorden bij onzijdige woorden en meervoud
2. Vi besøkte *husene* i nabolaget. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor het meervoud van huis.)
3. Jeg så *dyrene* i skogen. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor het meervoud van dier.)
4. Hun kjøpte *eplet* i butikken. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een onzijdig appel.)
5. De malte *veggene* i huset. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor het meervoud van muur.)
6. Jeg fant *brevet* på bordet. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een onzijdig brief.)
7. Barna leker med *lekene* sine. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor het meervoud van speelgoed.)
8. Vi besøkte *byene* i landet. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor het meervoud van stad.)
9. Han spiste *brødet* til frokost. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor een onzijdig brood.)
10. Jeg så *blomstene* i hagen. (Hint: Gebruik het bepaalde lidwoord voor het meervoud van bloem.)