Oefening 1: Vragende woorden in Marathi
2. तो *कुठे* जात आहे? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘waar’)
3. तुम्हाला *कधी* भेटायचे आहे? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘wanneer’)
4. ही पुस्तक *काय* आहे? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘wat’)
5. मला *का* समजत नाही? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘waarom’)
6. ते *कसे* बोलतात? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘hoe’)
7. शाळा *कोणत्या* आहे? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘welke’)
8. आपण *किती* वेळ लागेल? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘hoeveel’)
9. मुलं *कोठून* आलीत? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘vanwaar’)
10. तुम्ही *कशासाठी* आलो? (Hint: Gebruik het vraagwoord voor ‘waarvoor’)
Oefening 2: Vragende zinnen met werkwoorden in Marathi
2. तो *शाळेत जातो का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag met het werkwoord ‘gaan’)
3. तुम्ही उद्या *काम करणार का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in de toekomende tijd met ‘werken’)
4. ती *शिकते का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in de tegenwoordige tijd met ‘leren’)
5. आपण बाजारात *गेला का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in het verleden met ‘gaan’)
6. तो पुस्तक *वाचतो का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in de tegenwoordige tijd met ‘lezen’)
7. तुम्ही *खेळलात का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in het verleden met ‘spelen’)
8. ती उद्या नृत्य *करणार का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in de toekomende tijd met ‘dansen’)
9. आम्ही आपले मित्र *आहोत का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag met het werkwoord ‘zijn’)
10. तो आपल्याला मदत *करतो का*? (Hint: Vorm een ja/nee vraag in de tegenwoordige tijd met ‘helpen’)