Oefening 1: Gebruik van gebiedende zinnen met werkwoorden
2. दररोज पाणी प्या, (gebruik de gebiedende wijs van ‘प्या’ = drinken).
3. तुझं काम पूर्ण कर, (gebruik de gebiedende wijs van ‘कर’ = doen/maken).
4. मला फोन कर, (gebruik de gebiedende wijs van ‘कर’ = doen/maken).
5. पुस्तक उघड, (gebruik de gebiedende wijs van ‘उघड’ = openen).
6. दररोज व्यायाम कर, (gebruik de gebiedende wijs van ‘कर’ = doen/maken).
7. घर स्वच्छ कर, (gebruik de gebiedende wijs van ‘कर’ = doen/maken).
8. माझ्यासोबत चला, (gebruik de gebiedende wijs van ‘चला’ = gaan).
9. वेळेवर ये, (gebruik de gebiedende wijs van ‘ये’ = komen).
10. हस, (gebruik de gebiedende wijs van ‘हस’ = lachen).
Oefening 2: Maak gebiedende zinnen met de juiste werkwoordsvorm
2. चहा घे, (gebruik de gebiedende wijs van ‘घे’ = nemen).
3. दररोज वाचा, (gebruik de gebiedende wijs van ‘वाचा’ = lezen).
4. बंद करा, (gebruik de gebiedende wijs van ‘कर’ = doen/maken in negatieve zin).
5. खिडकी उघडा, (gebruik de gebiedende wijs van ‘उघड’ = openen).
6. माझ्यासाठी थोडा वेळ काढ, (gebruik de gebiedende wijs van ‘काढ’ = nemen).
7. गाणी ऐका, (gebruik de gebiedende wijs van ‘ऐका’ = luisteren).
8. खाणे सुरू कर, (gebruik de gebiedende wijs van ‘कर’ = doen/maken).
9. थांब, (gebruik de gebiedende wijs van ‘थांब’ = stoppen).
10. हळू बोल, (gebruik de gebiedende wijs van ‘बोल’ = spreken).