Kwantitatieve adjectieven – Oefening 1
2. तिथे *काही* लोक उपस्थित होते. (Gebruik een adjectief dat ‘enkele’ betekent)
3. मला फक्त *थोडे* पाणी हवे आहे. (Gebruik een adjectief dat ‘weinig’ betekent voor ongetelde dingen)
4. या बागेत *सर्व* फुले फुलली आहेत. (Gebruik een adjectief dat ‘alle’ betekent)
5. त्याला *कोणतेही* प्रश्न विचारायचे नाहीत. (Gebruik een adjectief dat ‘geen enkele’ betekent)
6. आम्हाला *काही* वेळ लागेल. (Gebruik een adjectief dat ‘enkele’ betekent)
7. माझ्याकडे *अधिक* पैसे नाहीत. (Gebruik een adjectief dat ‘meer’ betekent)
8. मला *खूप* लोक भेटले. (Gebruik een adjectief dat ‘heel veel’ betekent)
9. त्याच्या जवळ *काहीही* नाही. (Gebruik een adjectief dat ‘niets’ betekent)
10. घरात *थोडेसे* अन्न उरले आहे. (Gebruik een adjectief dat ‘een beetje’ betekent)
Kwantitatieve adjectieven – Oefening 2
2. तिने *अनेक* चांगले मित्र बनवले आहेत. (Gebruik een adjectief dat ‘veel’ betekent voor telbare dingen)
3. आम्ही फक्त *थोडे* फळ खाल्ले. (Gebruik een adjectief dat ‘weinig’ betekent voor ongetelde dingen)
4. त्या दुकानात *सर्व* वस्तू स्वस्त आहेत. (Gebruik een adjectief dat ‘alle’ betekent)
5. त्याच्याकडे *कोणतेही* उत्तर नाही. (Gebruik een adjectief dat ‘geen enkele’ betekent)
6. मला *अधिक* अभ्यास करायचा आहे. (Gebruik een adjectief dat ‘meer’ betekent)
7. तुम्हाला *खूप* आनंद वाटेल. (Gebruik een adjectief dat ‘heel veel’ betekent)
8. त्यांना *काहीही* माहिती नाही. (Gebruik een adjectief dat ‘niets’ betekent)
9. माझ्या बायकोकडे *थोडेसे* कपडे आहेत. (Gebruik een adjectief dat ‘een beetje’ betekent)
10. आम्हाला तिथे *काही* मदत हवी आहे. (Gebruik een adjectief dat ‘enkele’ betekent)