Oefening 1: Mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord herkennen
2. Het woord *मुलगी* (mulgi) betekent meisje, wat een vrouwelijk zelfstandig naamwoord is. (Hint: vrouwelijk betekent meisje of vrouw)
3. Het woord *घर* (ghar) betekent huis, dit is een onzijdig woord in Marathi. (Hint: let op, huis is onzijdig, niet mannelijk of vrouwelijk)
4. Het woord *माता* (mata) betekent moeder en is vrouwelijk. (Hint: moeder is vrouwelijk)
5. Het woord *वडील* (vadil) betekent vader, dit is mannelijk. (Hint: vader is mannelijk)
6. Het woord *शाळा* (shala) betekent school, dat is vrouwelijk. (Hint: namen van gebouwen zijn vaak vrouwelijk)
7. Het woord *शुभ्र* (shubhra) betekent wit en past bij een mannelijk zelfstandig naamwoord. (Hint: bij mannelijk gebruik je deze vorm)
8. Het woord *छान* (chaan) betekent mooi en past bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. (Hint: bij vrouwelijk gebruik je deze vorm)
9. Het woord *फळ* (phal) betekent vrucht, een onzijdig zelfstandig naamwoord. (Hint: vruchten zijn onzijdig)
10. Het woord *मित्र* (mitra) betekent vriend, wat mannelijk is. (Hint: vriend is mannelijk)
Oefening 2: Gebruik van geslacht in zinnen
2. *मुलगी* खेळते. (Hint: ‘mulgī’ is vrouwelijk, dus het werkwoord krijgt een vrouwelijk einde)
3. *घर* मोठे आहे. (Hint: ‘ghar’ is onzijdig, dus het bijvoeglijk naamwoord is onzijdig)
4. *माता* आनंदी आहे. (Hint: ‘mātā’ is vrouwelijk, dus het bijvoeglijk naamwoord is vrouwelijk)
5. *वडील* कामाला जातात. (Hint: ‘vadil’ is mannelijk meervoud, dus het werkwoord is meervoud mannelijk)
6. *शाळा* स्वच्छ आहे. (Hint: ‘shāḷā’ is vrouwelijk, het bijvoeglijk naamwoord is vrouwelijk)
7. *मुलगा* छान आहे. (Hint: bij mannelijk gebruik van ‘chhān’)
8. *मुलगी* सुंदर आहे. (Hint: bij vrouwelijk gebruik van ‘sundar’ met vrouwelijk werkwoord)
9. *फळ* रसाळ आहे. (Hint: ‘phal’ is onzijdig, bijvoeglijk naamwoord onzijdig)
10. *मित्र* मदत करतो. (Hint: ‘mitra’ is mannelijk, werkwoord mannelijk)