Meervoudsvormenoefeningen voor Marathi-grammatica – Oefening 1
2. The singular *मुलगा* means “boy”. The plural is *मुलगे* (meervoudsvorm van मुलगा).
3. *फुल* betekent “bloem”. Het meervoud is *फुले* (meervoudsvorm van फुल).
4. *घर* is “huis” in het enkelvoud. Het meervoud is *घरे* (meervoudsvorm van घर).
5. *शाळा* betekent “school”. De meervoudsvorm is *शाळा* (meervoudsvorm van शाळा, ongewijzigd).
6. Het woord *माता* betekent “moeder”. In het meervoud wordt het *माता* (meervoudsvorm van माता, ongewijzigd).
7. *लहान मुलगा* betekent “kleine jongen”. Het meervoud is *लहान मुलगे* (meervoudsvorm van लहान मुलगा).
8. Het woord *सिंह* betekent “leeuw”. De meervoudsvorm is *सिंह* (meervoudsvorm van सिंह, ongewijzigd).
9. *मित्र* betekent “vriend”. Het meervoud is *मित्र* (meervoudsvorm van मित्र, ongewijzigd).
10. Het woord *कापूस* betekent “katoen”. In het meervoud wordt het *कापूस* (meervoudsvorm van कापूस, ongewijzigd).
Meervoudsvormenoefeningen voor Marathi-grammatica – Oefening 2
2. *माणूस* betekent “mens”. Het meervoud is *माणसे* (meervoudsvorm van माणूस).
3. Het woord *शिकवणारा* betekent “leraar”. De meervoudsvorm is *शिकवणारे* (meervoudsvorm van शिकवणारा).
4. *पाहुणा* betekent “gast”. Het meervoud is *पाहुणे* (meervoudsvorm van पाहुणा).
5. Het woord *शेतकरी* betekent “boer”. Het meervoud is *शेतकरी* (meervoudsvorm van शेतकरी, ongewijzigd).
6. *गाडी* betekent “wagen”. Het meervoud wordt *गाड्या* (meervoudsvorm van गाडी).
7. Het woord *माझा मित्र* betekent “mijn vriend”. Het meervoud is *माझे मित्र* (meervoudsvorm van माझा मित्र).
8. *बाळ* betekent “baby”. Het meervoud is *बाळं* (meervoudsvorm van बाळ).
9. Het woord *अक्षर* betekent “letter”. De meervoudsvorm is *अक्षरे* (meervoudsvorm van अक्षर).
10. *पक्षी* betekent “vogel”. Het meervoud is *पक्षी* (meervoudsvorm van पक्षी, ongewijzigd).