Oefening 1: Abstracte zelfstandige naamwoorden in zinnen
2. Ze toonde veel *धैर्य* (moed) tijdens de moeilijke tijd.
3. De *शांतता* (rust) in het park was ontspannend.
4. Haar *सत्य* (waarheid) kwam uiteindelijk aan het licht.
5. Ik waardeer je *मैत्री* (vriendschap) enorm.
6. De *प्रेम* (liefde) tussen hen was onvoorwaardelijk.
7. Het kind voelde *भय* (angst) in het donker.
8. Zijn *श्रम* (inspanning) werd beloond met succes.
9. De *आशा* (hoop) hield hen gemotiveerd.
10. Ze sprak over de *स्वातंत्र्य* (vrijheid) van het land.
Oefening 2: Kies het juiste abstracte zelfstandige naamwoord
2. Haar *विश्वास* (vertrouwen) in zichzelf groeide elke dag.
3. De *सहनशीलता* (verdraagzaamheid) is belangrijk in relaties.
4. Hij toonde *कृतज्ञता* (dankbaarheid) voor de hulp.
5. De *शौर्य* (heldhaftigheid) van de soldaten werd gevierd.
6. Haar *सुख* (geluk) kwam voort uit eenvoudige dingen.
7. De *दया* (medelijden) van mensen was hartverwarmend.
8. Het team werkte met veel *एकता* (eenheid) samen.
9. Zijn *विवेक* (wijsheid) leidde hem door moeilijke beslissingen.
10. De *सत्यता* (eerlijkheid) wordt altijd gewaardeerd.