Oefening 1: Eenvoudige Tegenwoordige Tijd met Werkwoorden
2. मी दुपारी जेवण *खातो* (gebruik het werkwoord ‘खाणे’ in de tegenwoordige tijd voor ik, mannelijk).
3. ती पुस्तकं *वाचते* (gebruik het werkwoord ‘वाचणे’ in de tegenwoordige tijd voor zij).
4. आम्ही खेळ *करतो* (gebruik het werkwoord ‘करणे’ in de tegenwoordige tijd voor wij, mannelijk).
5. तुम्ही नवीन भाषा *शिकता* (gebruik het werkwoord ‘शिकणे’ in de tegenwoordige tijd voor jullie).
6. तो चहा *पीतो* (gebruik het werkwoord ‘पिणे’ in de tegenwoordige tijd voor hij).
7. ती गाणं *गाते* (gebruik het werkwoord ‘गाणे’ in de tegenwoordige tijd voor zij).
8. आम्ही बाजारात *जातो* (gebruik het werkwoord ‘जाणे’ in de tegenwoordige tijd voor wij, mannelijk).
9. मी रोज व्यायाम *करतो* (gebruik het werkwoord ‘करणे’ in de tegenwoordige tijd voor ik, mannelijk).
10. तुम्ही झाडं *पेरता* (gebruik het werkwoord ‘पेरणे’ in de tegenwoordige tijd voor jullie).
Oefening 2: Tegenwoordige Tijd met Verschillende Onderwerpen
2. माझी बहीण चित्रे *रेखाटे* (gebruik het werkwoord ‘रेखाटे’ in de tegenwoordige tijd voor zij).
3. आपण बाजारात फळं *खरेदी करतो* (gebruik het werkwoord ‘खरेदी करणे’ in de tegenwoordige tijd voor wij formeel).
4. तो दररोज चालायला *निघतो* (gebruik het werkwoord ‘निघणे’ in de tegenwoordige tijd voor hij).
5. ती सकाळी योग *करते* (gebruik het werkwoord ‘करणे’ in de tegenwoordige tijd voor zij).
6. आम्ही दररोज मराठी *शिकतो* (gebruik het werkwoord ‘शिकणे’ in de tegenwoordige tijd voor wij, mannelijk).
7. तुम्ही वेळेवर शाळेत *पोहोचता* (gebruik het werkwoord ‘पोहोचणे’ in de tegenwoordige tijd voor jullie).
8. तो पुस्तकं *वाचतो* (gebruik het werkwoord ‘वाचणे’ in de tegenwoordige tijd voor hij).
9. ती गार्डनमध्ये फुले *पेरते* (gebruik het werkwoord ‘पेरणे’ in de tegenwoordige tijd voor zij).
10. मी सकाळी चालायला *निघतो* (gebruik het werkwoord ‘निघणे’ in de tegenwoordige tijd voor ik, mannelijk).