Oefening 1: Plaatsing van bijwoorden die de manier aangeven
2. Таа *внимателно* читаше ја книгата. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe ze leest)
3. Ние *тихо* зборувавме во собата. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe we praten)
4. Мама *љубезно* ми помогна со домашната задача. (Hint: Bijwoord dat beschrijft hoe mama helpt)
5. Тие *лесно* ја завршија работата. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe ze het werk afronden)
6. Тој *силно* пее на концертот. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe hij zingt)
7. Учителката *строго* контролираше тестот. (Hint: Bijwoord dat de manier van controle beschrijft)
8. Мојот пријател *брзо* одговори на прашањето. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe snel hij antwoordt)
9. Децата *весело* играа во дворот. (Hint: Bijwoord dat de manier van spelen beschrijft)
10. Јас *сигурно* знам одговорот. (Hint: Bijwoord dat zekerheid aangeeft bij weten)
Oefening 2: Plaatsing van bijwoorden die tijd en frequentie aangeven
2. Тие *вчера* беа на плажа. (Hint: Bijwoord dat aangeeft wanneer ze waren)
3. Ние *секогаш* јадеме заедно. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe vaak we eten)
4. Тој *денес* има слободен ден. (Hint: Bijwoord dat aangeeft wanneer hij vrij is)
5. Таа *понекогаш* пее во црквата. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe vaak ze zingt)
6. Учителот *секогаш* доцни на час. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe vaak de leraar te laat is)
7. Јас *утре* ќе одам на пазар. (Hint: Bijwoord dat aangeeft wanneer ik ga)
8. Децата *редовно* одат на училиште. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe vaak ze gaan)
9. Тие *никогаш* не јадат брза храна. (Hint: Bijwoord dat aangeeft hoe vaak ze fastfood eten)
10. Мојот брат *помеѓу* честопати игра фудбал. (Hint: Bijwoord dat aangeeft frequentie)