Oefening 1: Basisgebiedende zinnen in het Litouws
2. *Gerk* vandenį kasdien. (Gebruik de gebiedende wijs van “gerti” – drinken)
3. *Rašyk* laišką dabar. (Gebruik de gebiedende wijs van “rašyti” – schrijven)
4. *Sėsk* čia šalia manęs. (Gebruik de gebiedende wijs van “sėdėti” – zitten)
5. *Žiūrėk* į mane! (Gebruik de gebiedende wijs van “žiūrėti” – kijken)
6. *Kalbėk* lėtai, prašau. (Gebruik de gebiedende wijs van “kalbėti” – spreken)
7. *Dirbk* sunkiai, kad pasiektum tikslų. (Gebruik de gebiedende wijs van “dirbti” – werken)
8. *Miegok* pakankamai kiekvieną naktį. (Gebruik de gebiedende wijs van “miegoti” – slapen)
9. *Valgyk* daugiau daržovių. (Gebruik de gebiedende wijs van “valgyti” – eten)
10. *Bėk* greičiau, jei nori laimėti. (Gebruik de gebiedende wijs van “bėgti” – rennen)
Oefening 2: Gevorderde gebiedende zinnen met beleefdheidsvormen
2. *Nežiūrėkite* į telefoną per susitikimą. (Gebruik de beleefde gebiedende wijs van “nežiūrėti” – niet kijken)
3. *Palaukite* čia, kol grįšiu. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “laukti” – wachten)
4. *Pasakykite* savo nuomonę drąsiai. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “pasakyti” – zeggen)
5. *Nepamirškite* pasiimti dokumentų. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “nepamirsti” – niet vergeten)
6. *Nejudėkite* iš vietos. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “nejuda” – niet bewegen)
7. *Atidarykite* langą, jei norite gryno oro. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “atidaryti” – openen)
8. *Uždarykite* duris tyliai, prašau. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “uždaryti” – sluiten)
9. *Prašome* *atsakykite* į klausimą. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “atsakyti” – antwoorden)
10. *Nevalgykite* per daug saldumynų. (Gebruik beleefde gebiedende wijs van “nevalgyti” – niet eten)